erfgoedobject

Burgerhuis

bouwkundig element
ID
306531
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306531

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Burgerhuis
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

De bouwaanvraag voor deze burgerwoning in neo-Vlaamserenaissance-stijl werd in 1925 ingediend door wisselagent Frans van Beneden, en werd enkele jaren later in 1929 gebouwd. De handtekening van de architect is moeilijk leesbaar, maar wellicht gaat het hier om architect J. Rooms.

De keuze van de architect voor deze stijl is opvallend, aangezien de neo-Vlaamserenaissance-stijl haar hoogdagen in het begin van de 20ste eeuw al lang voorbij waren. Deze woning is dan ook het enige voorbeeld van deze stijl in de straat. Wel past deze stijl volledig in het oeuvre van Rooms, dat gekenmerkt wordt door de neogotische en neo-Vlaamserenaissance-stijl, het eclecticisme en invloeden uit de art nouveau. De rijhuizen gebouwd door Jan Rooms bevinden zich voornamelijk in de randgemeenten van Gent, vooral in Oostakker en Sint-Amandsberg. Tijdens het laatste decennium van de 19de eeuw ontwierp Rooms voornamelijk in neogotische stijl voor het religieuze milieu. Zijn tweede periode van 1900 tot 1914 werd bijna volledig in beslag genomen door de woonhuisarchitectuur: eclectische villa’s en herenhuizen in opdracht van de gegoede burgerij. De villa’s en landhuizen van rond de eeuwwisseling tot 1914 worden als het meest representatief voor zijn werk gezien. Zijn derde periode ving aan met het einde van de Eerste Wereldoorlog. Vanaf dan hield Rooms zich vooral bezig met grotere projecten, meestal in samenwerking met zijn zonen Wilfrid en Antoine. Hij bouwde en verbouwde fabrieken en scholen, voerde herstellingswerken uit aan kerktorens en hij transformeerde en vergrootte de Sint-Amanduskerk in Sint-Amandsberg. Hij maakte nog steeds plannen voor woonhuizen die op esthetisch gebied echter van een veel mindere kwaliteit waren in vergelijking met de villa’s en herenhuizen van vóór de Eerste Wereldoorlog.

De rijwoning met enkelhuisindeling telt drie bouwlagen onder een zadeldak met de nok parallel met de straat. Het dak is afgewerkt met rode dakpannen, bevat een daklicht en is afgeboord met een sobere houten bakgoot. Typisch voor de neo-Vlaamserenaissance-stijl is het rood baksteenparament boven een hardstenen plint, met per bouwlaag een natuurstenen muurband. Ornamentiek die bij deze bouwstijl past zijn het trapgeveltje met topstukken, de diamantkoppen, de natuurstenen cartouche met jaartal en de boogvelden boven de met natuurstenen lateien afgewerkte muuropeningen.

De nadruk wordt in de gevel gelegd op de smalle rechtse deurtravee. Deze is uitgewerkt als een risaliet op de verdiepingen en is bekroond met een trapgeveltje dat boven de lijstgevel van de naastliggende traveeën uitkomt. Dit trapgeveltje is afgewerkt met natuurstenen dekstenen en is boven een rondboogvormige gevelopening bekroond met een natuurstenen topstuk. Onderaan deze travee is een rechthoekige deur toegankelijk via twee natuurstenen treden. De deuropening wordt langs beide zijden geflankeerd door natuurstenen consoles die de aanzet van het bovenliggende risaliet vormgeven. De houten voordeur heeft een bovenlicht met reliëfglas en de beglaasde delen zijn afgeschermd met een grille die art-decokenmerken vertoont. Boven de deur is een gecanneleerde natuursteen aangebracht, waar volgens de originele ontwerptekening het opschrift "1925" voorzien was. De brede venstertravee aan de linkerkant bevat per bouwlaag twee rechthoekige vensters, identiek aan deze in de deurtravee. De vensters van de gelijkvloerse verdieping zijn echter verbouwd tot garagepoort met zichtbare betonbalk. Van de originele situatie blijven hier enkel nog de bovenlichten over. Origineel waren in de gevel ramen aanwezig die per verdieping een andere indeling hadden, maar al het raamschrijnwerk is in een latere periode vervangen.

De architect heeft de woning een zeer typische enkelhuisindeling gegeven. Hierbij geeft de voordeur toegang tot de hal, waarbij zich achteraan de trappartij bevindt die alle verdiepingen met elkaar verbindt. Vanuit de hal is zowel de salon aan de straatkant, als de eetkamer met aansluitende veranda bereikbaar, welke alle in enfilade met elkaar verbonden zijn. Vervolgens komt men via enkele kleinere tussenruimtes die toegang geven tot de koer, in de keuken met bijkeuken uit. Op de koer bevinden zich een toilet en bergplaats. De grondplannen van de overige verdiepingen ontbreken, maar er kan vermoed worden dat zich hier de slaapkamers en het sanitair bevinden.

  • Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, Mutatieschetsen Gent, afdeling XIX (Sint-Amandsberg),1929/79.
  • Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen Sint-Amandsberg, BA-SA, 1925/2023.
  • OLBRECHTS M. 1993: Architect Jan Rooms en zijn realisaties in het werkgebied van de Oost-Oudburg, Heemkundige Kring De Oost-Oudburg v.z.w. Jaarboek XXX, 5 – 37.

Auteurs: De Caluwé, Carlo; Janssens, Karolien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306531 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.