De bouwaanvraag voor deze dokterswoning in neorococostijl werd in 1925 ingediend door dokter Romain Claus, wonende in Oostakker.

De handtekening van de architect is moeilijk leesbaar in het bouwdossier, maar wel zien we deze handtekening in meerdere bouwdossiers van de straat terugkeren. Ook de burgerwoningen in de Land Van Waaslaan 133 en 153 zijn van dezelfde architect. Uitgaande van deze drie bouwaanvragen had de architect een voorkeur voor neostijlen. We zien naast de keuze voor de neorococostijl, ook de beaux-artsstijl terugkomen; stijlen die naadloos aansluiten bij de gesloten middelhoge interbellumbebouwing die het straatbeeld van de Land Van Waaslaan karakteriseert.

De burgerwoning telt twee ongelijke traveeën en drie bouwlagen boven een kelder en onder een pannen zadeldak met de nok parallel met de straat. De lijstgevel heeft een wit geschilderd bakstenen parement in kruisverband met terugliggend voegwerk, op een blauwe hardstenen plint. Bovenaan is de gevel afgeboord met een houten bakgoot met geprofileerde boordplanken, ter hoogte van de rechtertravee ondersteund door twee langwerpige voluutvormige gecanneleerde modillons.

De begane grond wordt afgezoomd door een hardstenen puilijst; de gevel is verticaal geritmeerd door het vensterrisaliet dat door twee pilasters is geflankeerd. Alle muuropeningen zijn rondboogvormig, en zijn bekroond met een natuurstenen waterlijst boven een bakstenen rollaag. De sluitsteen van elke opening is telkens bekroond met een schelpmotief. De linkertravee betreft een smalle deurtravee, met op de gelijkvloerse verdieping een houten beglaasde voordeur met rondboogvormig bovenlicht. De bordeaux geschilderde deur heeft een getoogd kalf, versierd met muizentandfries, en de beglazing is afgeschermd met een smeedijzeren grille. De deuropening is bereikbaar via een blauwe hardstenen dorpel, waarnaast zich een sobere voetschraper bevindt. Boven de deuropening bevinden zich twee identieke vensters, waarbij de borstwering van het venster op de eerste verdieping versierd is met een natuurstenen balustrade met vaasbalusters, en dat erboven met een guirlande. De rechtertravee is uitgewerkt als een brede risaliterende venstertravee. De verdiepingen zijn gevat tussen twee pilasters op beide uiteinden van de travee, met gesculpteerde natuurstenen consoles ter hoogte van de gelijkvloerse verdieping. Deze consoles zijn verbonden met een bepleisterde band, die over het brede rondboogvenster van de gelijkvloerse verdieping loopt. De sluitsteen van dit venster is een rijkelijk uitgewerkte gesculpteerde natuursteenconsole, waarop de bovenliggende erker met convex gevelvlak rust. Deze erker bevat drie identieke rondboogvensters en is bovenaan afgeboord met een muizentandfries en geprofileerde druiplijst. Op de bovenste verdieping is boven de erker een balkon aanwezig, waarop een dubbel deurvenster uitgeeft, gevat in een verdiept gevelvlak en afgeschermd met een smeedijzeren balustrade. Al het raamschrijnwerk is recent.

De architect geeft de woning een enkelhuisindeling mee. De deurtravee geeft toegang tot de inkomhal, waarin zich achteraan de trappartij bevindt die alle verdiepingen met elkaar verbindt. Rechts hiervan een enfilade van een ruim salon met kleinere rookkamer met ingebouwde kast. In de lagere, smallere aanbouw in het verlengde van de gang bevinden zich de keuken, het sanitair en een bergruimte. Op de eerste verdieping geeft de traphal uit op twee ruime slaapkamers, die onderling met elkaar in verbinding staan. De slaapkamer aan de straatzijde beschikt over een alkoof. Op de bovenste verdieping is nog een slaapkamer aan de straatzijde ingericht en een zolderkamer aan de tuinzijde. Verder bevindt er zich een kleine kelderruimte ter hoogte van de traphal.