Deze burgerwoning in art-decostijl werd in 1930 ontworpen door architect Ernest Snoeck, die in de parallelle Reginald Warnefordstraat 44 in Sint-Amandsberg woonde. De opdrachtgever was Robert Callewaert, eveneens vlakbij wonend in de Reginald Warnefordstraat 22.

Snoeck was actief op verschillende terreinen. Van zijn hand kennen we burgerhuizen, winkels, villa’s, werkmanswoningen, en uitbreidings- en veranderingswerken in Gent en omgeving. Voor burgerhuizen zien we voornamelijk ontwerpen in een sobere art deco en gematigd modernisme terugkomen, terwijl zijn ontwerpen voor villa’s eerder geïnspireerd zijn op Engelse landhuizen. Elementen die vaak in zijn ontwerpen terugkomen zijn afgeronde erkers, in zijn latere werk het gebruik van gele glazuurstenen in de gevels, en de voorliefde voor glasramen aangebracht in de bovenste geledingen van de ramen of in de traphal. In de woning in de Land Van Waaslaan zien we de typische geometrische vormen van de art deco terugkomen. De woning sluit naadloos aan bij de gesloten middelhoge interbellumbebouwing in de straat, die voornamelijk uit decoratieve of sobere art deco, of historiserende bouwstijlen bestaat. Enkele mooie voorbeelden die de variatie in zijn ontwerpen aantonen, zijn te vinden in de verder gelegen Victor Braeckmanlaan, 44 (1932), 179-181 (1936) en 155 (1937).

De burgerwoning telt twee ongelijke traveeën en drie bouwlagen onder een mansardedak, afgewerkt met leien en met centrale dakkapel. De lijstgevel is opgebouwd uit een rood baksteenparement op een blauwe hardstenen plint en is verlevendigd met pleisterwerk waarbij driehoeken als terugkerende geometrische ornamentiek centraal staan. De houten kroonlijst op opvallende, trapeziumvormige modillons, is gevat tussen de topstukken van hoger opgaande pilasters die de bovengevel zijdelings afzomen. De architect legt de nadruk op de gelijkvloerse bouwlaag door deze volledig te bepleisteren. In de rechterbovenhoek staat zijn signatuur "ER.SNOECK/ ARCHITEKT" in de pleisterlaag uitgewerkt. Alle gelijkvloerse gevelopeningen zijn rechthoekig en de getrapte dagkanten zijn versierd met een art-deco-bas-reliëf. De rechtertravee bevat twee identieke vensters en de linkertravee betreft een poortopening met gietijzeren voetschraper. De houten garagepoort bestaat uit twee beglaasde deurvleugels onder bovenlicht en heeft smeedijzeren grilles voor de beglaasde vlakken. De gelijkvloerse en eerste verdieping worden van elkaar gescheiden door een gevelbrede bepleisterde puilijst. Hierboven bevinden zich twee identieke verdiepingen, waarbij de rechtertravee ingenomen worden door een doorlopende driezijdige erker. Deze is volledig bepleisterd en heeft in elke zijde een identiek rechthoekig venster. De erker is gevat in een verdiept gevelvlak, met getrapte zijkanten in het metselwerk uitgewerkt. Ook in de linkertravee is een gelijkaardige doorlopend verdiept gevelvlak uitgewerkt, waarin zich per verdieping een identiek venster met bepleisterde latei bevindt. Al het raamschrijnwerk is recent.

De architect geeft de woning een conventionele enkelhuisindeling mee. De grote poortopening in de linkertravee geeft toegang tot de vestibule met de trappartij die alle verdiepingen met elkaar verbindt. In de venstertravee kan een opeenvolging in enfilade teruggevonden worden van salon aan de straatzijde, met eetplaats en veranda aan de tuinzijde. Achter de traphal bevindt zich de smallere en lagere aanbouw met de keuken, toilet en kolenopslag. Het tussenbordes van de trappartij geeft uit op een badkamer boven de keuken. De eerste verdieping bevat een perceelsbrede slaapkamer langs de straatzijde en een kleinere slaapkamer aan de tuinzijde, aan elkaar gekoppeld met een dubbele deur. De tweede verdieping bevat een linnenkamer en slaapkamer langs de straat en een slaapkamer langs de tuinzijde. Onder het mansardedak zijn opnieuw nog twee slaapkamers aanwezig. Verder zijn zowel de traphal, vestibule en salon onderkelderd.