Dit ruime burgerhuis werd in 1929 in een art-decostijl ontworpen door architect Henri Vaerwyck-Suys, die in de aangrenzende Schoolstraat 35 in Sint-Amandsberg woonde. De opdrachtgever was Karel Bekaert – Van Loo, die zelf al een woning in de Land Van Waaslaan bezat. Bekaert had reeds in 1924 beroep gedaan op Vaerwyck-Suys voor het ontwerp van zijn woning in de Land Van Waaslaan 161; en in 1927 voor de vijf appartementsgebouwen in de Land Van Waaslaan 111-131.

Henri Vaerwyck-Suys heeft verschillende gebouwen in de straat op zijn naam staan. Zijn ontwerpen passen volledig bij de gesloten middelhoge interbellumbebouwing in de straat, die voornamelijk uit decoratieve of sobere art deco, of historiserende bouwstijlen bestaat. Vaerwyck-Suys was vooral actief in de jaren 1930 en tijdens de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Hij is vooral gekend voor het ontwerpen en herstellen van religieuze architectuur.

In zijn oeuvre zijn maar enkele burgerlijke projecten gekend, bijna allemaal in Oost-Vlaanderen te situeren. Hij hanteert verschillende stijlen: we zien ook de art-nouveaustijl en de regionalistische stijl terugkeren.

Deze uitzonderlijk brede burgerwoning met twee toegangen en dubbelhuisopstand telt drie traveeën en drie bouwlagen onder een mansardedak, bekleed met rode leien en verlicht door drie dakvensters. De lijstgevel op blauwe hardstenen plint is bovenaan afgeboord met een houten kroonlijst op klossen. De gevel is symmetrisch opgebouwd rondom een smalle deurtravee, met links een poorttravee en rechts een venstertravee. De gedrongen gelijkvloerse bouwlaag is uitgewerkt als sokkel voor de woning, en werd boven de plint volledig afgewerkt met bepleistering waarin imitatievoegen getrokken zijn. De linkertravee wordt ingenomen door een grote rechthoekige poortopening met houten vierledige garagepoort. De beglaasde panelen bevatten decoratief glas in lood. De centrale rechthoekige deuropening bevat een houten voordeur met een octogonaal beglaasd paneel. De rechtertravee bevat een rechthoekige vensteropening.

De bovengevel is voorzien van een bruin baksteenparement, langs beide geveluiteinden gevat tussen bakstenen pilasters met bepleisterde bekroning. Het uitzicht van de gevel wordt gedomineerd door een monumentale gevelbrede erkerpartij op de eerste verdieping, met afgeschuinde kanten en volledig bepleisterd, met doorlopende druiplijsten aan de onder- en bovenzijde die de horizontaliteit van het gevelontwerp benadrukken. Centraal in deze erkerpartij is een overdekt balkon met borstwering uitgespaard, toegankelijk via een recente balkondeur. Beide driezijdige vensterpartijen aan weerskanten van dit balkon zijn identiek en bevatten rechthoekige vensters. De tweede bouwlaag heeft drie rechthoekige gevelopeningen die alle uitgeven op het brede balkon bovenop de erker. Centraal is dit een balkondeur, met een bakstenen geprofileerde omlijsting, met langs weerskanten een identieke brede vensterpartij. Al het raamschrijnwerk is recent.

De architect heeft de woning een dubbelhuisindeling meegegeven. De woning wordt in twee gedeeld door een lange circulatie-as. Op de begane grond bestaat die uit een inkomhal, toegankelijk via de smalle centrale travee, met ingebouwde kasten aan de straatzijde en een achtergelegen traphal die alle verdiepingen met elkaar verbindt. Achter de traphal sluit een veranda aan bij de tuin. In de linkse travee wordt de volledige diepte van de woning op de gelijkvloerse verdieping ingenomen door een garage. Verder vinden we op deze lage begane grond vooral functionele ruimtes terug. In de rechtertravee een klassieke enfilade van eetplaats en keuken. Achter de keuken is in een smalle en lagere aanbouw een opeenvolging van het schotelhuis, een toilet en washuis. Op de verdieping geeft de traphal uit op een centrale gang met ingebouwde kast die toegang geeft tot alle kamers. De eerste verdieping, gemarkeerd door de monumentale erker, doet dienst als bel etage, met vooraan de belangrijkste woonruimtes van het gezin: aan de straatzijde staan een salon en ruimte eetplaats in enfilade naast elkaar. Aan de tuinzijde bevinden zich aan weerskanten van de door een venster verlichte traphal telkens een slaapkamer. Grondplannen van de bovenste verdieping zijn niet beschikbaar, maar vermoedelijk bevinden zich hier nog slaapkamers en sanitair. Verder is de volledige woning onderkelderd.