Deze burgerwoning in beaux-artsstijl werd ontworpen door de vooralsnog weinig gedocumenteerde bouwkundige A. Bouquet in 1928, op vraag van Gustaaf Wymeels, bediende, woonachtig in de Stokerstraat 39 in Gent. Met haar twee bouwlagen en decoratief uitgewerkt topstuk valt de woning op in de straat, die voornamelijk uit gevelpartijen van drie bouwlagen in een decoratieve of sobere art deco, of historiserende bouwstijl bestaat.
De rijwoning telt twee ongelijke traveeën en twee bouwlagen onder een pannen zadeldak met daklicht en de nok parallel met de straat. Het gevelvlak is opgebouwd uit rood baksteenparement, met contrasterende negkettingen rond de schouderbogige muuropeningen in witgeschilderde bepleistering. De gevel wordt gedomineerd door een verhoogde brede venstertravee aan de linkerzijde, afgewerkt met een in- en uitzwenkende geveltop die versierd is met voluten, een brede geprofileerde lijst, en centraal geopend is met een oculus met gesculpteerde versiering. De gelijkvloerse verdieping van deze venstertravee bevat drie gekoppelde vensters, waarbij recente voorzetramen voor de originele guillotineramen met glas in lood aangebracht zijn. Boven deze vensterpartij is een licht convexe erker uitgewerkt die volledig bepleisterd is op de bakstenen borstweringen van de drie gekoppelde vensters na. De erker wordt ondersteund door een rijkelijk uitgewerkte console en wordt bovenaan afgesloten door een zware geprofileerde gebogen lijst met centrale sculptuur. De smalle deurtravee aan de rechterzijde is vormgegeven als lijstgevel, bovenaan afgeboord met een houten bakgoot. Op de gelijkvloerse verdieping bevat deze een houten voordeur met smeedijzeren grille voor de beglazing en op de verdieping een smal venster. Al het vensterschrijnwerk is recent.
De architect heeft de woning een zeer conventionele enkelhuisindeling meegegeven. Via de smalle deurtravee bereikt men de inkomhal, welke achteraan uitgeeft op de traphal die alle verdiepingen met elkaar verbindt. De linkerzijde van de woning wordt ingenomen door een salon aan de straatzijde die in enfilade staat met de eetplaats aan de tuinzijde. Achter de traphal bevindt zich in een smalle, lagere achterbouw een opeenvolging van de keuken, afwasruimte en sanitair. De verdieping is ingedeeld in een perceelsbrede voorkamer langs de straatzijde en een kleinere slaapkamer naast de traphal aan de tuinzijde. Verder is de woning volledig onderkelderd, op de zone onder de eetkamer na.
- Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, Mutatieschetsen Gent, afdeling XIX (Sint-Amandsberg),1929/79.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen Sint-Amandsberg, BA-SA, 1928 – 2917.