erfgoedobject

Ensemble

bouwkundig element
ID
306554
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306554

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Ensemble
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Deze twee burgerwoningen in de Land Van Waaslaan 171 en 173–175 werden als ensemble ontworpen in art-decostijl door de Gentse architect Emile De Weerdt in 1929. De opdrachtgever was Georges Vercoutere, nijveraar van beroep en wonende in Onderbergen 28, Gent. Vercoutere had het perceel in 1929 aangekocht van de naast- en achterliggende Gentse kousenfabriek La Flandria.

De Weerdt bouwde zowel vrijstaande burgerhuizen als rijwoningen en eenheidsbebouwing, waaronder opvallend veel hoekpanden. Zijn opdrachtgevers waren voornamelijk afkomstig uit het industriële milieu, voor wie hij niet alleen woonhuizen bouwde maar ook fabriekspanden, waaronder de fabriek La Flandria in de Land Van Waaslaan 177. De Weerdt beheerste een verscheidenheid van stijlen en bouwde afhankelijk van de voorkeur van de opdrachtgever. Zo heeft hij zowel huizen in neoclassicistische stijl, als art nouveau en eclecticisme getekend. Tijdens het interbellum maakte hij zich ook meester van de beaux-artsstijl, waarvan de panden Parklaan 1-3 en Krijgslaan 2 te Gent voortreffelijke voorbeelden zijn. Zijn ontwerpen voor de twee burgerwoningen van de Land Van Waaslaan passen volledig bij de gesloten middelhoge interbellumbebouwing in de straat, die voornamelijk uit decoratieve of sobere art deco, of historiserende bouwstijlen bestaat.

De twee woningen passen visueel naadloos bij elkaar, maar kregen een andere gevelindeling. De doorlopende horizontale gevelelementen en het identieke materiaalgebruik zorgen voor de eenheid. Het ensemble van twee burgerwoningen telt drie bouwlagen onder plat dak, afgeboord met een houten bakgoot op gootklossen en muizentandfries. De linkse woning heeft één brede travee, de rechterwoning is ingedeeld in twee gelijke traveeën. Beide gevels zijn even breed en zijn opgebouwd uit een rood baksteenparement met parallelle stroken van wit geglazuurde bakstenen, op een blauwe hardstenen plint. Een bepleisterde puilijst loopt over de gehele gevelbreedte door als overgang van de gelijkvloerse naar de eerste verdieping en alle gevelopeningen zijn rechthoekig uitgewerkt. Hoewel beide panden een grote uniformiteit uitstralen, heeft de architect ervoor gekozen om elke verdieping van verschillende travee-indelingen, gevelopeningen en schrijnwerk te voorzien. Op de gevelpartij van de gelijkvloerse verdieping na, komt de huidige toestand niet overeen met de originele ontwerptekening.

De linkerwoning heeft op de gelijkvloerse verdieping drie gevelopeningen, waarvan twee identieke vensters aan de linkerkant en een rechthoekige deur aan de rechterzijde. Deze bevat een voordeur, bestaande uit twee vleugels met smeedijzeren grilles voor de beglazing en onder bovenlicht met roedeverdeling. De verdiepingen zijn opgevat als verdiepte brede venstertravee, gevat tussen twee bakstenen pilasters met centrale verticale gleuf. De eerste verdieping wordt ingenomen door een bepleisterde convexe erker met drie identieke vensters. De tweede verdieping is voorzien van twee gekoppelde vensters, gescheiden door een pilaster met kapiteel en omlijst met een geprofileerde bepleistering. Al het raamschrijnwerk is recent, maar vormgegeven naar historisch model.

De rechterwoning is ingedeeld in twee even brede traveeën. Op de gelijkvloerse verdieping bevindt zich aan de linkerzijde een houten poort met twee vleugels en smeedijzeren grilles voor de beglaasde delen. Rechts daarvan is de vensteropening ingevuld met een houten drielicht, waarvan de bovenlichten een roedeverdeling hebben. De verdiepingen zijn identiek uitgewerkt, waarbij het gevelvlak van de linkertravee verdiept ligt. Centraal zijn er twee identieke vensters aanwezig met houten T-ramen. Deze vensters zijn gevat in een doorlopende bepleisterde geprofileerde omlijsting. De rechtertravee wordt volledig ingenomen door een doorlopende convexe erker die dezelfde vormgeving als de erker van linkerpand volgt. De vensters van de erker zijn ingevuld met houten guillotineramen.

Beide woningen hebben een los van elkaar staande enkelhuisindeling. Het linkerpand is toegankelijk via de voordeur, langs waar men in de inkomhal komt met achteraan de centrale trappartij die alle verdiepingen met elkaar verbindt. Links daarvan bevindt zich de conventionele indeling van salon aan de straatzijde met de eetkamer in enfilade aan de tuinzijde. Achter de traphal is er naast de koer de opeenvolging van de keuken, wasruimte, toilet en berging. Via het tussenbordes van de trappartij is boven de keuken een badkamer bereikbaar. Op de eerste verdieping is een perceelsbrede ruimte slaapkamer aan de straatzijde en nog een slaapkamer aan de tuinzijde die uitgeeft op de badkamer. De rechterwoning is minder conventioneel ingericht. Hierbij wordt de linkerzijde van de woning volledig ingenomen door een doorrit die de straat verbindt met de achterliggende koer. Van hieruit is aan de straatzijde een bureauruime bereikbaar, met de centrale traphal daarachter. Daarachter is een eetkamer ingericht, echter zonder venster aangezien zich hiernaast niet de koer, maar wel een overdekte ruimte met sanitair bevindt. Aan de overkant van deze ruimte bevindt zich naast de koer de keuken, met achteraan het perceel een bergruimte. De eerste verdieping bevat twee slaapkamers aan de straatzijde, waarbij vermoedelijk de grootste als salon gebruikt werd bij gebrek aan leefruimte op de gelijkvloerse verdieping. Aan de tuinzijde zijn nog twee slaapkamers ingericht en op de overloop die centraal de woning in twee deelt is sanitair voorzien. Verder zijn beide woningen volledig onderkelderd, waarbij provisieruimten, een kolenkelder en een wijnkelder ingericht zijn. Het is onduidelijk hoe de indeling van de bovenste verdieping er bij beide panden uitziet bij gebrek aan historische grondplannen, maar er kan vermoed worden dat hier nog slaapkamers ingericht zijn.

  • Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, Mutatieschetsen Gent, afdeling XIX (Sint-Amandsberg), 1929/79.
  • Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen Sint-Amandsberg, BA-SA, 1930/3386.
  • Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, Beschermingsdossier 4.001/44021/119.1, Parklaan met omgeving als stadsgezicht en een laan met tweeëndertig gekandelaarde platanen als monument, Gent (DECLERCQ D. & VANMAELE N. 2016), 54.

Auteurs: De Caluwé, Carlo; Janssens, Karolien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ensemble [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306554 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.