Deze burgerwoning werd in 1929 ontworpen in sobere art-decostijl. De handtekening van de architect is moeilijk leesbaar in het bouwdossier; vermoedelijk gaat het om G. Hallaert, tot nog toe niet geregistreerd in de inventaris bouwkundig erfgoed. Opdrachtgever was wisselagent Frans Van Beneden, die reeds een woning in de Land Van Waaslaan 112 had laten bouwen. De woning past als voorbeeld van een eenvoudige art deco in het straatbeeld, dat als basisbebouwing interbellumburgerhuizen vertoont.

De burgerwoning telt twee ongelijke traveeën en drie bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel op blauwe hardstenen plint is opgebouwd uit rood baksteenparament, dat grotendeels bepleisterd is met grove simili-pierre en is afgeboord met een houten bakgoot op modillons. De originele ontwerpplannen voorzagen de lijstgevel nog van een bekroning in de vorm van een borstwering in art-decostijl bovenop de kroonlijst, maar deze is uiteindelijk niet uitgevoerd.

De gelijkvloerse verdieping is volledig bepleisterd en bevat drie korfbogige muuropeningen in een geprofileerde omlijsting: centraal de voordeur, links de garagepoort en rechts de vensteropening van de vestibule. Het schrijnwerk beneden is bewaard. De dubbele houten garagepoort heeft geprofileerde panelen en heeft bovenaan smeedijzeren grilles voor de met reliëfglas ingevulde vlakken. Houten voordeur, waarbij een smeedijzeren grille de beglaasde vlakken afschermt; naast de deur een voetenschraper. Het venster bevat een houten drielicht met gedeeld bovenlicht. In de bovengevel wordt rode baksteen afgewisseld met gecementeerde vlakken. Op de eerste verdieping wordt de linkertravee ingenomen door een convexe erker, afgewerkt met sierbepleistering en met vier identieke rechthoekige vensters. In de rechtertravee zit een rechthoekig venster in een geprofileerde sierbepleistering gevat, die doorloopt tot het identieke venster daarboven. De bovenste bouwlaag is volledig afgewerkt met sierbepleistering vanaf de borstwering van de vensters en telt in de linkertravee nog vier identieke gekoppelde rechthoekige vensteropeningen, gevat in een geprofileerde omlijsting. Al het schrijnwerk op de verdiepingen is recent.

De woning heeft een enkelhuisindeling meegekregen met een eigentijdse inrichting. Zo geeft de garagepoort in de linkertravee toegang tot de achterliggende garage. Deze ruimte is volledig afgesloten van de andere ruimtes in de woning. Via de centrale voordeur komt men in de vestibule terecht, welke verlicht wordt door de vensteropening in de rechtertravee. De vestibule geeft uit op een monumentale traphal, waarin de bordestrap evenwijdig met de straat is ingeplant. Aan de rechterkant verbindt een smalle dienstgang de hal met de keuken en bijkeuken. Een deur links geeft uit op de grote eetkamer, die in enfilade aansluit op de veranda die uitzicht heeft op de achterliggende tuin. In een smalle aanbouw achter het keukenvolume zitten toilet en wasruimte. De trappartij geeft uit op een perceelsbrede overloop ter hoogte van de eerste verdieping. Van hieruit is een zeer grote kamer toegankelijk aan de straatzijde, die waarschijnlijk als salon gebruikt werd. Aan de tuinzijde bevinden zich een slaapkamer en ruime badkamer. De tweede verdieping heeft een identieke indeling, waarbij er zich twee slaapkamers zowel aan de straat- als de tuinzijde bevinden. Verder is enkel de zone onder de gelijkvloerse vestibule en traphal onderkelderd. Hier bevinden zich een kolenkelder, een provisieruimte en een wijnkelder.