De bouwaanvraag voor dit burgerhuis in modernistische stijl werd in 1933 ingediend. Opdrachtgever voor de woning was Karel Poppe, schrijnwerker van beroep en wonende in de Verbindingsstraat 16 in Sint-Amandsberg. Het bouwdossier vermeldt geen architect of aannemer.

De keuze voor de modernistische stijl past volledig bij de gesloten middelhoge interbellumbebouwing die het straatbeeld van de Victor Braeckmanlaan karakteriseert. De erker met bepleisterde stijl met bolornament verleent de woning haar vooruitstrevende karakter. Het pand heeft ook een ensemblewaarde met de twee naastgelegen panden die eveneens in een dergelijke expressieve en vooruitstrevende stijl zijn opgebouwd.

De burgerwoning is ingedeeld in een smalle deurtravee aan de rechterzijde en een brede venstertravee links daarvan, en telt drie bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel wordt verlevendigd door een verticaal en horizontaal lijnenspel, uitgewerkt in de vorm van roedeverdelingen in de bovenlichten van de ramen en bepleisterde uitkragende geveldelen. Het gevelvlak is opgebouwd uit bruin baksteenparement op een hoge blauwe hardstenen plint, en is afgeboord door een houten kroonlijst op klossen. De woning bevat uitsluitend verdiepte rechthoekige gevelopeningen, bovenaan afgewerkt met een bakstenen rollaag. Op de gelijkvloerse bouwlaag wordt in de deurtravee de recente voordeur afgescheiden van het verdiepte bovenlicht met glas in lood door een kunststenen overkragend kalf met geometrische afwerking. Het benedenvenster bevat een vast raam waarbij het bovenlicht geometrisch ingedeeld is. De eerste verdieping wordt ondersteund door een uitkragende betonnen vloerplaat, die ter hoogte van de linkertravee uitgewerkt is als erker en boven de voordeur een overdekt balkon met smeedijzeren balustrade vormt. De erker bevat een raampartij waarbij de bovenlichten een geometrische indeling hebben, en is bekroond met een smeedijzeren balkonbalustrade. Een beglaasde terrasdeur met gekoppelde zijlichten, allen met bovenlicht, geven uit op dit balkon op de erker. De rechterzijde van de erker wordt begrensd door een doorlopende bepleisterde smalle stijl, bekroond met een bolornament. Onder de afgeronde betonnen luifel van het balkon boven de voordeur geeft een lage beglaasde terrasdeur met bovenlicht uit. Hierboven benadrukt een smalle lichtstrook met enkelvoudig vast raam de verticaliteit van deze travee. Al het raamschrijnwerk bestaat uit hout. Vergelijking met de originele ontwerptekeningen laat zien dat de gevel niet volgens het oorspronkelijke ontwerp uitgevoerd is. Het ontwerp zette nog meer in op een strakke modernistische belijning met de betonnen lateien van erkers en vensteropeningen, en voorzag een vlaggenmast op de bovenverdieping.

De architect geeft de woning een conventionele enkelhuisindeling mee. De voordeur in de rechtertravee geeft uit op de inkomhal, waar zich achteraan de traphal bevindt die alle verdiepingen met elkaar verbindt. De linkertravee van de woning wordt ingenomen door de opeenvolging van het salon aan de straatkant, met daarachter de eetplaats en een perceelsbrede keuken langs de tuinzijde. Achter de keuken bevindt zich in een smallere en lagere achterbouw het schotelhuis, sanitair en het washuis. De verdiepingen zijn identiek ingedeeld met telkens een perceelsbrede voorkamer en een achterkamer naast de traphal. Verder is de woning volledig onderkelderd.