Deze burgerwoning in art-decostijl werd in 1934 ontworpen door architect Camiel Rottiers. Opdrachtgever was Gustaaf Van Dierendonk, bediende van beroep en woonachtig in de Plezantevest 139 in Gent. Kenmerkend voor deze woning is het verfijnd uitgevoerde schrijnwerk met kleurrijke glas-in-loodpanelen.
Van Rottiers zijn tot nog toe geen verdere ontwerpen in de inventaris bouwkundig erfgoed geregistreerd. De keuze van de architect voor de art-decostijl sluit aan bij de interbellumbebouwing in de straat, die voornamelijk uit decoratieve of sobere art deco of historiserende bouwstijlen bestaat. De woning valt echter wel op in de straat, doordat ze met haar lagere bouwhoogte de gesloten gevelrij die zo kenmerkend is voor de straat doorbreekt.
Op originele ontwerptekeningen is te zien dat de gevel uiteindelijk in spiegelbeeld opgebouwd is. De burgerwoning telt twee traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak, waarvan de opstand met leien bedekt is en het bovendeel met pannen. Het dak bevat een breed dakvenster. De lijstgevel is opgebouwd uit donker baksteenparement op een lage plint in blauwe hardsteen, en afgezoomd met een eenvoudige houten kroonlijst. De gevel is ingedeeld in twee ongelijke traveeën en bevat uitsluitend rechthoekige gevelopeningen. In de brede venstertravee aan de linkerzijde bevindt zich op de gelijkvloerse bouwlaag een venster met drielicht onder bovenlicht. De houten voordeur met zijlicht aan de linkerzijde wordt door een kunststenen uitkragend kalf van het bovenlicht gescheiden. De gekleurde beglazing van de bovenlichten van de gelijkvloerse verdieping en in de voordeur met zijlicht, trekt de aandacht in het gevelgeheel. De eerste verdieping wordt gedomineerd door een uitkragende geveluitbouw, opgebouwd op een kunststenen plaat met afgeronde hoek. De linkerzijde is uitgewerkt als gesloten erker, de rechterzijde als een overluifeld balkon met borstwering, van elkaar gescheiden door een doorlopend uitkragend verticaal bakstenen wandje. De verdiepingen bevatten recent schrijnwerk.
De architect geeft de woning een conventionele enkelhuisindeling mee. Via de voordeur komt men in een tochtportaal terecht, welk daarachter uitgeeft op de traphal die alle verdiepingen met elkaar verbindt. De linkertravee wordt ingenomen door de salon aan de straatzijde die in enfilade staat met de eetplaats aan de tuinzijde. Achter de traphal is er naast de koer een opeenvolging van de keuken, schotelhuis, sanitair en stal, in een smallere en lagere achterbouw. De verdieping telt twee slaapkamers aan de straatkant en een slaapkamer aan de tuinzijde naast de traphal. Verder is de woning volledig onderkelderd.
- Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, Mutatieschetsen Gent, afdeling XIX (Sint-Amandsberg), 1933/61.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen Sint-Amandsberg, BA-SA, 1934/4741.