Gelegen aan de hoek met de Brielenstraat: eenheidsproject, respectievelijk voormalig gemeentehuis, onderwijzerswoning en schoolgebouw naar ontwerp van architecten E. Richir en G. Veraart (Brussel) uit het begin van de jaren 1920. Nuttig gebruik van hoekperceel, zie symmetrische opstelling van haast identiek gemeente- en schoolmeestershuis, waartussen eertijds doorgang naar ommuurde speelruimte en achtergelegen schoollokalen. Groepering van gele bakstenen gebouwen op gecementeerde plint, onder overkragende daken (mechanische pannen) op houten modillons. Gebruik van blauwe sten van Ecaussines onder meer voor dorpels, en witte steen van Euville voor decoratieve afwerking.
Gemeentehuis en onderwijzerswoning van respectievelijk vier en drie traveeën en twee bouwlagen op L-vormige plattegrond, onder tentdak. Horizontale geleding door middel van doorlopend bakstenen cordon ter hoogte van bovenvensters. Borstwering voorzien van rechthoekige panelen met centraal ruitmotief. Rechthoekige vensters, onder meer drielichten, met houten boven- en tussendorpel en kleine roedeverdeling; beluikte benedenvensters. Deels beglaasde rechthoekige deur met houten tussendorpel en rondbogig bovenlicht in strekse omlijsting. Beide gebouwen thans onderling verbonden door lage, recent gebouwde hoekgarage.
Klasgebouw van acht traveeën en één bouwlaag onder gebogen zadeldak met wolfseinden, oorspronkelijk bekroond met dakruitertje. Twee dakkapellen onder zadeldak met voorpuntgeveltje voorzien van pseudo-vleugelstukken, geprofileerde schouderstukken en afgeronde top. Grote rechthoekige klasvensters onder strek, eigen aan doorsneeschoolarchitectuur van de wederopbouw. Deels beglaasde rondboogdeur links, onder ovale oculus. Aangepaste muuropeningen ter hoogte van vijfde en zesde travee.
- Algemeen Rijksarchief, Dienst der Verwoeste Gewesten, 13265.