erfgoedobject

Ensemble van een burgerhuis met meergezinswoningen

bouwkundig element
ID
306582
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306582

Juridische gevolgen

Beschrijving

Dit ensemble van een burgerwoning en twee meergezinswoningen werd tijdens het interbellum ontworpen door architect Edgar Celie, die in de Eendrachtstraat 28 woonde. Opdrachtgever was de heer Michel Ostijn-De Mey, wonende in de Rue de Destelbergen 53 in Sint-Amandsberg. De drie woningen werden elk in een apart jaar ontworpen; verhoudingen, materiaalgebruik en ornamentiek sluiten echter bij elkaar aan. Het ontwerp van de woning met nummer 113 dateert van 1926; woning 111 van 1928 en woning 109 van 1932.

De drie woningen geven de verscheidenheid in bouwstijl weer waarin Celie doorheen de jaren burgerwoningen ontwierp. In de jaren 1920 en 1930 zien we voor zover gekend voornamelijk de beaux-artsstijl terugkeren, waarvan meerdere voorbeelden in de Victor Braeckmanlaan zijn terug te vinden, zoals de nummers 105 (1931) en 60 (1932). De keuze van de architect voor de beaux-artsstijl sluit volledig aan bij de gesloten interbellumbebouwing in de straat, die voornamelijk uit art deco en historiserende bouwstijlen bestaat. Terwijl nummer 111 en 113 volledig hierbij aansluiten, en enkel in detail van elkaar verschillen, zien we wel duidelijke verschillen met nummer 109, die met haar geometrische vormen al meer bij de art deco aansluit. Enkel het reliëf komt ook terug in de gevel van 109.

Het gevelensemble bestaat uit drie rijhuizen, allen twee traveeën en drie bouwlagen tellend. De linkse en centrale woning hebben een pannen zadeldak met nok parallel met de straat, bij de rechtse woning is dit een leien mansardedak met twee houten dakkapellen. Al het schrijnwerk op de verdiepingen is recent, het gelijkvloerse houten schrijnwerk is telkens bewaard.

De rechtse twee woningen, nummers 111 en 113, zijn quasi identiek. Zij bevatten een smalle deurtravee aan de linkerzijde en een brede venstertravee rechts. De lijstgevels zijn opgebouwd uit rood baksteenparement voor de bovengevel en blauwe hardsteen en cementering voor de gelijkvloerse verdieping, die uitgewerkt is als sokkel. De cementering is volledig voorzien van imitatievoegwerk, heeft een doorlopende fries van palmetten in art-decostijl en bij het linkerpand staat het op een blauwe hardstenen plint. Overal korfboogvormige openingen op de gelijkvloerse verdieping en rechthoekige openingen op de verdiepingen. De woningen worden gekarakteriseerd door hun identieke bas-reliëfversieringen in beaux-artsstijl. Op de verdiepingen zijn telkens de borstweringen en lateien versierd met deze bas-reliëfs, waarbij het paneel in de borstwering van het linkervenster op de twee verdieping als beeldhouwwerk met putti uitgewerkt is. Het rechterpaneel verbeeldt het plukken van fruit en de wijnoogst. Het linkerpaneel bevat een onduidelijk tafereel waarbij de putti rond een open vuur gegroepeerd zitten. De kroonlijst is versierd met een doorlopend fries van guirlandes, op regelmatige afstand onderbroken door gecanneleerde modillons die de recente bakgoot ondersteunen. In de linkertravee bevindt zich een houten voordeur met twee vleugels, waarbij de beglaasde vlakken afgeschermd zijn met smeedijzeren grilles. In de plint bevindt zich rechts daarvan een smeedijzeren voetschraper. In de rechtertravee bevindt zich in de rechterwoning een venster met enkelvoudig houten raam onder bovenlicht met roedeverdeling en in de linkerwoning een poortopening met vierledige houten garagepoort met smeedijzeren grilles voor de beglazing. De venstertravee bevat op de verdieping een licht uitkragende convexe erker met drie gekoppelde vensters. Bovenaan is deze bekroond met een smeedijzeren balustrade, waarachter zich een beglaasde dubbele balkondeur bevindt met gekoppelde zijlichten. In de linkertravee bevindt zich per verdieping telkens een venster.

De linkerwoning op nummer 109 heeft een gevelvlak dat opgebouwd is uit bruin baksteenparement, waarbij de gelijkvloerse verdieping die volledig uit blauwe hardsteen bestaat als sokkel functioneert. Waar de architect ervoor kiest om de verdiepingen identiek uit te voeren met twee traveeën, zijn er in de gelijkvloerse verdieping een reeks van vier ongelijke gevelopeningen gemaakt. Links een rechthoekige poortopening met recente garagepoort, daarnaast een venster met houten guillotineraam, daarnaast een houten voordeur met smeedijzeren grille voor de beglazing en aan de rechterkant een smal venster met enkelvoudig houten raam achter smeedijzeren dievenijzer. De verdiepingen zijn soberder uitgevoerd dan de naastliggende panden, aangezien hier de rijkelijke beaux-artsversieringen ontbreken. Wel is er een gelijkaardig voor het gevelensemble karakteristieke bas-reliëfpaneel aanwezig met putti, maar dan in een meer geometrische art-decostijl uitgewerkt. De rechtertravee bevat op elke verdieping één venster. De brede linkertravee wordt ingenomen door een over beide verdiepingen doorlopende driezijdige erkerpartij. De gecementeerde borstwering loopt per verdieping verder door naar de linkerzijde, waar het een balkon vormt en afgesloten wordt met een bolornament.

Verder zijn onderaan de deuropeningen bij elk pand aan weerszijden gebogen gecanneleerde natuurstenen ornamenten aangebracht en de natuurstenen vensterbanken zijn bij het linkerpand bovenaan uitgehold met centrale watergeul in de opstand en hebben gecanneleerde afgeronde buitenhoeken. Deze specifieke uitwerkingen komen op bijna identieke wijze voor bij elk ontwerp van Celie in de Victor Braeckmanlaan. Rechts bovenaan de gelijkvloerse verdieping is in de bepleistering de signatuur van de architect "LARCHITECTE/ EDG.CALIE 1926" in het rechterpand en "EDG. CELIE / ARCHITECTE" in het centrale pand.

Celie gaf alle woningen een enkelhuisindeling mee. De rechterwoning wordt betreden via de inkomhal in de linkertravee, waarin zich de traphal bevindt die alle verdiepingen verbindt. De rechtse travee wordt ingenomen door een opeenvolging van een salon aan de straatzijde, in enfilade met de eetkamer en een veranda. Achter de traphal bevinden zich de keuken, bijkeuken, toilet en berging in een lagere aanbouw naast de koer. Via het bordes kan de badkamer bereikt worden die zich boven de keuken bevindt. De verdiepingen zijn identiek ingedeeld, waarbij zich aan de straatzijde een sanitaire ruimte naast een slaapkamer bevindt en aan de tuinzijde een slaapkamer naast de traphal. Verder is de woning deels onderkelderd.

De centrale woning is ingericht als meergezinswoning, en heeft twee toegangen, waarbij de poortopening van de rechtertravee uitgeeft op de garage. De linkse deuropening geeft toegang tot de vestibule met achterliggende traphal die alle verdiepingen verbindt. Naast de traphal is achter de garage de eetkamer ingericht met zicht op het terras met tuintrap. Naast het terras is in een lagere aanbouw een opeenvolging te vinden van de keuken, bijkeuken, toilet en bergruimte. Deze aanbouw wordt in een bovenliggende verdieping, bereikbaar via het trapbordes, op een identieke wijze herhaald. De twee slaapkamers van het gelijkvloerse appartement bevinden zich op de tweede verdieping. Op de eerste verdieping werd een wooneenheid gepland met twee slaapkamers in het hoofdvolume van het gebouw. Verder is de woning volledig onderkelderd.

De linkerwoning is ingericht als meergezinswoning met drie wooneenheden, met twee gelijkvloerse toegangen, waarvan de poort in de linkertravee uitgeeft op de garage. De voordeur in de derde travee geeft toegang tot een smalle gang, met aan de linkerzijde een spreekkamer. De gang mondt uit op een volgende gemeenschappelijke gang die parallel met de straat loopt en langs de ene zijde toegang geeft tot de garage en langs de andere tot de trappartij aan de straatzijde. Tegenover de aanzet van de trappartij bevindt zich de toegang tot het gelijkvloerse appartement. Hierbij geeft een gang aan de linkerzijde toegang tot een salon en aan het uiteinde geeft deze uit op een aanbouw naast de koer die een opeenvolging van een toilet, eetkamer, klein bureel en keuken inhoudt. De verdiepingen bevatten elk een identiek appartement, toegankelijk via de gemeenschappelijke traphal. Hierbij loopt een gang parallel met de straat, die aan de linkerzijde uitgeeft op een smalle badkamer. Aan de straatzijde bevindt zich een salon met balkon en aan de tuinzijde twee kleine slaapkamers. Via een gang bereikt men de aanbouw met opeenvolging van toilet, eetkamer, klein bureel, keuken en balkon. Verder is de woning volledig onderkelderd.

  • Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, Mutatieschetsen Gent, afdeling XIX (Sint-Amandsberg), 1927/64, 1928/47 en 1932/67.
  • Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen Sint-Amandsberg, BA-SA, 1926/2204, 1928/2768 en 1932/4323.

Auteurs: De Caluwé, Carlo; Janssens, Karolien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ensemble van een burgerhuis met meergezinswoningen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306582 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.