Halle is gelegen ten zuidwesten van Brussel, op de linkeroever van de Zenne. Het stadscentrum vertoont een langgerekte cirkelvorm doorkruist door een S-vormige hoofdader (Basiliekstraat – Grote Markt – Brusselsesteenweg) waarlangs de belangrijkste functies (kerk, stadhuis, winkels) zijn gegroepeerd. Deze as wordt ter hoogte van de Basiliekstraat gekruist door de in 1953 gedempte Zennearm (Vuurkruisenlaan – Molenborre) en de Zenne die de zuidgrens vormt van de oude binnenstad.
De vier belangrijkste invalswegen (Basiliekstraat, Bergensesteenweg, Ninoofsesteenweg en Brusselsesteenweg) verwijzen naar evenveel verdwenen stadspoorten (Bospoort, Bergenpoort, Sint-Catharinapoort en Brusselsepoort). Als gevolg van de verbreding en rechttrekking van de toegangswegen tijdens het Oostenrijkse bewind verloren de stadswallen en –poorten al in de 18de eeuw hun betekenis, hoewel ze slechts geleidelijk uit het straatbeeld verdwenen. Het tracé van de opeenvolgende omwallingen is echter nog steeds herkenbaar aan het boogvormige verloop van straten met typische namen zoals Vestingsstraat, Sint-Katharinavest, Korte Vest en Arkenvest.
Een vergelijking van het plan van Deventer (1550) en de Ferrariskaart (1771-1778) met de huidige toestand leert dat het middeleeuwse stratenpatroon relatief goed bewaard bleef. Typerend voor Halle is het vrij kleine centrum met sterk aaneengesloten bebouwing en het ontbreken van een echt plein. De Grote Markt is in feite een verbreding van de hoofstraat ter hoogte van de kerk en het stadhuis, terwijl het Oudstrijdersplein en het Possozplein relatief recente creaties zijn.
De industriële en economische expansie en de hiermee gepaard gaande demografische groei sinds het midden van de 19de eeuw resulteerde in een verder dichtbouwen van de oude binnenstad en een verkleinen van de wooneenheden. Op de gesloopte stadswallen verrezen identieke rijen arbeiderswoningen, terwijl op de terreinen van de talrijke schuttersgilden onder meer de meisjesschool van de zusters van het Heilig Hart (Parklaan, Handboogstraat) en de villa van de industrieel van Volsem (Basiliekstraat) werden opgetrokken.
De grote 19de-eeuwse infrastructuurwerken (spoorweg, kanaal, nieuwe steenweg Brussel-Bergen) waren perifere ingrepen die de oude binnenstad vrijwel onberoerd lieten. In de onmiddellijke omgeving van de oude stad ontstonden nieuwe wijken met een vrijwel homogene bebouwing van eclectische of neoclassicistisch geïnspireerde burgerwoningen.
Het stadssilhouet van Halle wordt in eerste instantie bepaald door de overwegend gotische Sint-Martinuskerk met barokke lantaarn, waarnaar de belangrijkste wegen convergeren. De bebouwing van de binnenstad weerspiegelt hoofdzakelijk de economische bloei in de tweede helft van de 18de eeuw en in de 19de eeuw. Oudere bebouwing treft men slechts uitzonderlijk aan, tenzij in sterk verbouwde vorm, waarbij het oorspronkelijke silhouet met steile dakhelling schuilgaat achter een meestal bepleisterde voorzetgevel. De 18de eeuw is relatief goed vertegenwoordigd met een aantal rococo-gevels en –portieken alsook enkele merkwaardige classicistische gevels in blauwe hardsteen. Naast de talrijke statige neoclassicistische of eclectisch geïnspireerde burgerhuizen zijn het vooral de grote industriële vestigingen zoals de mouterij Van Roye, de brouwerij La Tour d’Or of de Molenborre die de 19de eeuw gestalte gaven. Opvallend is het gering aantal religieuze gebouwen die in deze periode in de binnenstad werden gebouwd.
- Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, Beschermingsdossier DB000065, Stadskern Halle (PAESMANS G. 1993), doos 21.08 map 2252.
- DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2N, Gent.
- EVERAERT L. & BOUCHERY J. 1874: Geschiedenis der stad Halle, Halle.
- S.N. s.d.: Gedenkschriften van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Halle s.l.
- S.N. s.d.: Facetten van het bouwkundig erfgoed I, s.l.
- S.N. 1978: Stadsgezichten: Diest, Halle, Kortrijk, Veurne, Gent, s.l.