is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Pachthof bij het kasteel van Boechout
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Nationale Plantentuin van België
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Nationale Plantentuin van België
Deze vaststelling was geldig van tot
Pachthof van 1853-1854, bestaande uit losse bestanddelen rondom een gekasseid erf.
De plantentuin van Meise is gegroeid uit de samensmelting van twee historische domeinen. Om redenen van samenhang en relevantie wordt de algemene historiek en ontwikkelingsgeschiedenis weergegeven in Domein van de Nationale Plantentuin. De aanwezige gebouwen met erfgoedwaarde worden afzonderlijk behandeld, hoewel de uitwerking bijgevolg beperkt blijft tot de beschrijving van de huidige toestand.
In het verlengde van de toegangspoort aan de J.Van Gijsellaan, verder in noordelijke richting, bevindt zich het pachthof bestaande uit verschillende vrijstaande gebouwen rond een gekasseid erf. Het woonhuis met jaarsteen 1854 ten noordoosten, de stal met jaarsteen 1853 ten zuidoosten en het karrenhuis met jaarsteen 1853 en 1897 (uitbreiding) ten zuiden, werden opgetrokken in een voor die periode typische decoratieve en kleurrijke baksteenbouw. Het jaartal 1897 in het karrenhuis werd later toegevoegd op de oorspronkelijke jaarsteen. De ontwerper van het ensemble is niet gekend.
Het betreft rechthoekige volumes van één bouwlaag opgetrokken uit rode baksteen met gebruik van kalkzandstenen voor de plint, de schaarse muurbanden, sluit- en gevelstenen en decoratieve verwerking van gesinterde baksteen voor onder meer de uitspringende boogfries en de waterlijsten met gestrekte uiteinden boven de steekboogvormige muuropeningen. Woonhuis en stal zijn gevat onder leien schilddaken, het wagenhuis onder een ontdubbeld pannen zadeldak als resultaat van de latere uitbreiding. Het woonhuis van vijf traveeën is voorzien van een een neogotische tudorboogvormige deuromlijsting en een flankerende twee bouwlagen hoge toren onder leien tentdak, met een neorenaissance cartouche, beiden in kalkzandsteen. Het wagenhuis van vier traveeën werd vermoedelijk in 1897 uitgebreid in westelijke richting, zie bouwnaad, gevelsteen en dubbel zadeldak. De erfgevel wordt geopend door vier rondboogpoorten waarvan de bogen neerkomen op imposten, bovenaan wordt de gevel afgelijnd door een overhoekse baksteenfries. Bij de zijpuntgevels met klimmende boogfries is het overkragende zadeldak voorzien van golvende windborden. Troggewelf binnenin. De overige gebouwen zijn van recentere datum.
Bron: VAN DAMME M. met medewerking van KENNES H. & STEYAERT R. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Wemmel, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB10, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Van Damme, Marjolijn; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)