Deze burgerwoning werd in 1924 in beaux-artsstijl ontworpen door de Gentse architect Jean Bauwens, wonende in de Ottergemsesteenweg 230 in Gent. De opdrachtgever was Robert Barra, die in de achterliggende Warnefordstraat 51 in Sint-Amandsberg woonde. De woning werd in 1927 in het kadaster geregistreerd. De keuze voor de beaux-artsstijl past volledig bij de gesloten middelhoge interbellumbebouwing in de straat, die voornamelijk uit decoratieve of sobere art deco, of historiserende bouwstijlen bestaat. Van de hand van Bauwens kennen we verder nog de art-decowoning in de Distelstraat 49 en de woning in cottagestijl in de Patijntjestraat 35–39 in Gent.
De burgerwoning telt twee ongelijke traveeën en drie bouwlagen onder een pannen zadeldak met zonnepanelen en de nok parallel met de straat. De lijstgevel is opgebouwd uit een rood baksteenparement, op de gelijkvloerse verdieping overschilderd, op een hardstenen plint en is bovenaan afgeboord door een sterk uitkragende recente bakgoot. Aan de rechterzijde is de brede venstertravee over de gehele hoogte gevat tussen twee bepleisterde pilasters. Deze zijn bekroond met een medaillon waarin een monogram opgenomen is met de letters 'VB', waarschijnlijk de initialen van het echtpaar dat de woning liet bouwen. De travee wordt gedomineerd door een flauw uitkragende convexe erker die over de verdiepingen doorloopt, ondersteund door een centrale gecanneleerd console. Per verdieping bevat deze drie rechthoekige vensters, bovenaan omlijst met een versierde bepleistering. De overige gevelopeningen zijn getoogd. Onder de erker zijn twee identieke vensters uitgewerkt met houten guillotineramen. De bovenlichten hebben een roedeverdeling en het kalf is versierd met een tandfries. De smalle deurtravee aan de linkerkant bevat beneden een houten voordeur onder een ingedeeld bovenlicht en met tandfries op het kalf. De deur is ter hoogte van het bovenlicht omlijst met een geprofileerde bepleistering. De verdiepingen van de deurtravee zijn identiek, deze bevatten elk een venster in een bepleisterde geprofileerde omlijsting met oren.
De architect geeft de woning een conventionele enkelhuisindeling mee. Via de voordeur betreedt men de inkomhal met trappartij die alle verdiepingen verbindt. De rechtertravee wordt ingenomen door de salon aan de straatzijde, die in enfilade staat met de eetplaats en de veranda met dakkoepel aan de tuinzijde. Achter de traphal is er naast de koer een opeenvolging van keuken, schotelhuis, toilet en berging, in een smallere en lagere uitbouw. Het bordes van de trappartij geeft uit op een kamer boven de keuken. De verdiepingen zijn identiek ingericht, waarbij er zich twee kamers aan de straatzijde bevinden en een kamer langs de tuinzijde naast de traphal. Verder is de woning deels onderkelderd.
- Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, Mutatieschetsen Gent, afdeling XIX (Sint-Amandsberg), 1927/1/136.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen Sint-Amandsberg, BA-SA, 1924/1704.