is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Dalemse Molen
Deze vaststelling is geldig sinds
De Dalemse molen is een watermolen met woonhuis en aanhorigheden gelegen op het laagste punt van Vissenaken aan de Velpe. De molensite zou teruggaan tot de 14de eeuw. De huidige gebouwen dateren grotendeels uit de 19de eeuw. De bovenslagmolen met metalen rad was tot in de jaren 1950 in dienst als korenmolen.
Historiek
De watermolen zou al vermeld zijn in 1380 als “Molen te Streek”. Vanaf 1657 komt de naam “Molen van Dalem” of “Dalemse molen” voor. Vanaf 1745 tot het einde van de 19de eeuw bestond de molen uit twee gebouwen: het woonhuis annex watermolen aan de straatzijde (oosten) en een westelijke schuur, beide parallel met de weg. De molen kwam na de Franse tijd in handen van Huens uit Boutersem zoals tevens het “Hof van Savoye”, verder in de straat richting Vissenaken Sint-Maarten. Op het primitief kadaster (1824) is het meest oostelijke gebouw nog een vrij klein molengebouw. Het kadaster registreert in 1842 de verlenging van het molenhuis in noordelijke richting met een molenaarswoning waarvan de gevel uitsprong ten opzichte van het molenhuis. Het kadaster registreert in 1872 de verlenging van de molenaarswoning in noordelijke richting met een dwarsschuur en de gedeeltelijke heropbouw van de westelijke schuur. Daarnaast werd ook een nieuw bijgebouw opgericht tussen het molengebouw en de schuur in het zuiden tegen de Velpe dat later verbonden werd met het molengebouw. Volgens de kadastrale registratie van 1913 werd de voorgevel van het molenhuis parallel gebracht met het woonhuis zodat een lang en recht molen- en woonvolume bekomen werd. Volgens dezelfde kadastrale registratie werd in het noorden ook een bijgebouw opgericht zodat we sindsdien kunnen spreken over een gesloten molencomplex. In 1934 wordt volgens het kadaster de zuidelijke vleugel nog uitgebreid. De watermolen bleef tot in de jaren 1950 in gebruik. In 1993-1994 werd het hele complex gerestaureerd, en omstreeks 2010 werd het waterrad verwijderd.
Beschrijving
De molengebouwen zijn ingeplant ten noorden van de Velpe en ten westen van de Vissenakenstraat, de oude verbindingsweg tussen Vissenaken Sint-Martens en Wever. Het complex ligt te midden van velden en doemt monumentaal op in het landschap. Ten oosten van de Vissenakenstraat is het landschap aangetast door bedrijfsgebouwen en een rioolwaterzuiveringsinstallatie.
Het gesloten complex omvat aan de straat het vroegere molenhuis met rechts aansluitend de molenaarswoning en de dwarsschuur. De functies van de overige bijgebouwen zijn onbekend. Het betreffen verankerde bakstenen gebouwen onder pannen zadeldaken.
De voorgevel van het molenhuis en de molenaarswoning is opgebouwd in neotraditionele stijl en is in het kadaster geregistreerd in 1842. Het betreft een donkerrode, verankerde baksteenbouw met ertussen symmetrisch geplaatste gobertangestenen op een gobertange plint. Het woonhuis annex molenhuis bestaat uit acht traveeën en twee bouwlagen onder een rood pannen zadeldak. De derde travee bevat een toegangsdeur met vlakke omlijsting in gobertange. Hierboven bevindt zich een later toegevoegd deurvenster met balkon ter vervanging van een vroeger laadvenster. De beluikte vensters hebben lateien en lekdrempels uit gobertange of blauwe hardsteen alsook hoekblokken bovenaan. In de meest rechtse travee is een segmentbogige poortdoorrit gelegen met hardstenen boog. De poort is wit-rood geschilderd. Het schrijnwerk werd integraal vernieuwd. Het uitzicht van de erfzijde is onbekend.
In de zuidelijke zijpuntgevel van de watermolen zien we een indeling in drie traveeën. Op het onderste niveau was het waterrad aanwezig en is er een klein venster. Hierboven zijn er drie vensters waarvan twee met steekboogvormige ontlastingsbogen. In de zijpuntgevel zijn verschillende bouwfasen waar te nemen. De twee vensters met steekboogvormige ontlastingsbogen aan de linkerzijde en de plint en hoekkettingen in gobertange zijn de oudste en dateren zeker van voor het primitief kadaster (1824). Zowel aan de linker- als de rechterzijde is het gebouw uitgebreid, waarschijnlijk bij de uitbreiding en verhoging van 1913. De watermolen zelf is een bovenslagmolen die in gebruik was als korenmolen. De watermolen met een waterval van 1,91 meter bevat drie maalstoelen. Het interieur zou nog aanwezig zijn: drie steenkoppels, een walsenstoel, een hamermolen aangedreven door een elektromolen en een Engelse diesel ‘Lister’.
De ten noorden aangebouwde, tweebeukige dwarsschuur is een breder volume dan het woonhuis, en heeft een pannen zadeldak. Aan de linkerzijde is er eenzelfde poort als in het woonhuis. Boven de doorgang is een casement met het jaartal 1872 in gesinterde baksteen. De noordelijke zijpuntgevel is blind.
Het zuidelijke tussenliggende gebouwtje aan de Velpe dateert van omstreeks 1872 en bestaat uit vier traveeën en twee bouwlagen onder rood pannen zadeldak. De bakstenen gevel is opgebouwd in eenvoudig kruisverband. De vensters zijn klein en hebben ijzeren leggers en uitstekende lekdorpels in gobertange en blauwe hardsteen. Tussen de vensters zijn 19de-eeuwse ankers aangebracht.
De westelijke bijgebouwen van één bouwlaag onder rood pannen zadeldak zijn vermoedelijk gebouwd of heropgebouwd in 1872. In de zijgevels zijn er duidelijke sporen van een verhoging waar te nemen. In de zuidelijke blinde zijpuntgevel is er een dichtgemetseld venster zichtbaar. De noordelijke zijgevel heeft een uilengat.
Auteurs: Van de Sijpe, Tom
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Vissenaken
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Dalemse Molen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306678 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.