erfgoedobject

Apotheek Lambrecht

bouwkundig element
ID
306689
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306689

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Apotheek Lambrecht
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Apotheek Lambrecht
    Deze bescherming was geldig van tot

Beschrijving

In 1963-1964 liet Maurice Lambrecht aan de Heilig Hartlaan 10A in Aalst een nieuwe apotheek bouwen naar ontwerp van meubelontwerper Pieter De Bruyne die bijgestaan werd door architect Piet C. Cammu.

Historiek

Maurice Lambrecht baatte al een tiental jaar een apotheek uit in een bestaand pand aan de Heilig Hartlaan 10A in Aalst toen hij in 1963 het plan opvatte om op die plek een nieuwe apotheek te bouwen. De uitgevoerde ontwerpen van de apotheekinrichting en van de gevel zijn van de hand van Pieter De Bruyne maar omdat die opgeleid was als meubelontwerper en niet als architect, werden de plannen bij de bouwaanvraag officieel opgemaakt door de Aalsterse architect Piet C. Cammu. Op 6 augustus 1963 gaf het stadsbestuur op basis van deze plannen een bouwvergunning en in 1964 opende de nieuwe apotheek.

De uitgevoerde toestand vertoont meerdere verschillen ten opzichte van de plannen van de bouwaanvraag. Deze verschillen situeren zich enerzijds in de voorgevel. In het goedgekeurde voorgevelplan was de gevel bekleed met witte natuursteen in plaats van zwarte en witte mozaïektegeltjes. De inkomhal was afgewerkt met zwartblauwe "steeksteen" in plaats van de voorziene witgeschilderde baksteen. Ook bij de uitvoering van de gordijngevel werd meer gebruik gemaakt van licht-donker contrast dan op plan. Die gordijngevel getuigt bovendien van een meer speelse maar ook uitgebalanceerde compositie van horizontale en verticale elementen, daar waar die op plan eerder gekenmerkt wordt door een klassieke verticaliteit en soberheid, met een enkel modernistisch accent zoals de deurgreep in expostijl. De uitgevoerde gevel vertoont ook meer homogeniteit, tussen winkel- en deurtravee en – ondanks het contrasterend coloriet van het gevelparement – tussen de dubbelhoge gordijngevel en de tweede verdieping (bijvoorbeeld doordat de smalle onderste zone van de ramen op de tweede verdieping uitgevoerd zijn in ondoorzichtig wit thermoluxglas, zoals ook gebruikt in de gordijngevel).

Anderzijds werd de planindeling van de begane grond achteraan bij de uitvoering gewijzigd ten opzichte van het plan. Zo was aanvankelijk een doorgang voorzien van de bereidingsruimte (ook receptuur of labo genoemd) naar een achterliggende keuken. Rechts van deze keuken bevond zich een afgesloten zitplaats met een spiltrap, die zowel vanuit die keuken als vanuit de bereidingsruimte toegankelijk was. Bij de uitvoering daarentegen werd er voor gekozen om de ruimte rechts achteraan open te houden tot aan de spiltrap waardoor deze deel uitmaakt van de apotheek. Links werd een afgesloten ruimte gecreëerd (bestaande uit een bureau, een aanpalende keuken en een technische ruimte) met een deur naar de circulatieruimte rechts. De doorgang naar de bereidingsruimte werd vervangen door een doorgeefluik.

De verschillen tussen enerzijds de plannen van de bouwaanvraag en anderzijds de plannen van Pieter De Bruyne en de uitgevoerde toestand, lijken er op te wijzen dat het ontwerp bij de bouwaanvraag wel degelijk van Cammu is en nadien door De Bruyne herwerkt werd.

Sinds de oplevering in 1964 werden slechts minieme wijzigingen uitgevoerd. De ramen op de tweede verdieping werden voorzien van bijkomend schrijnwerk aan de binnenzijde en de ruimte op de eerste verdieping werd door een opening verbonden met de enkele treden lager gelegen stockageruimte van de apotheek achteraan. De voorgevel en de apotheekinrichting bleven vrijwel ongewijzigd.

Beschrijving

Apotheek Lambrecht bevindt zich in een stadsdeel dat tijdens het tweede kwart van de 20ste eeuw ontwikkeld werd aan weerszijden van de nieuwe ringlaan (Heilig Hartlaan). De omliggende bebouwing dateert voornamelijk uit het interbellum (waaronder de Heilig Hartkerk rechtover de apotheek Lambrecht) en uit de naoorlogse periode (zoals de dokterswoning links ervan) en bestaat vooral uit rijwoningen. Ook de apotheek Lambrecht is een rijwoning met een klein trapeziumvormig koertje achteraan rechts.

Het huis telt drie bouwlagen onder een plat dak met achteraan een uitbouw van twee lagere bouwlagen, eveneens onder een plat dak. Op de begane grond links vooraan bevindt zich een open inkom die toegang geeft tot een achterliggende traphal en rechts tot de apotheek. Die laatste bestaat vooraan uit een publieks- of verkoopruimte, in het middendeel links uit een bereidingsruimte (ook receptuur of labo genoemd) en achteraan rechts uit een circulatieruimte met een spiltrap in de hoek. Deze gang geeft ook toegang tot een afgesloten ruimte achter de bereidingsruimte. De spiltrap leidt naar een stockageruimte op de eerste verdieping van de uitbouw.

De voorgevel wordt bekroond door een uitkragende betonnen kroonlijst die aansluit bij de woning links ervan. De onderste twee bouwlagen vormen één geheel en bestaan uit een dubbelhoge, zwart geschilderde stalen structuur (gordijngevel) met een smalle deurtravee links en een brede winkelpui rechts, op een kleine plint van blauwe hardsteen. Aan weerszijden van de gordijngevel is een parement voorzien van witte mozaïektegeltjes. De bovenste bouwlaag is bekleed met zwarte mozaïektegeltjes en bevat vier verticale rechthoekige vensters met zwart geschilderd stalen schrijnwerk en een onderlicht in ondoorzichtig wit thermoluxglas.

De winkelpui bevat rechts van het midden, ter hoogte van de toonbank, een verticaal paneel in ondoorzichtig wit thermoluxglas. De verdiepte inkomhal heeft aan de rechterzijde een glazen wand en centraal een glazen deur met cirkelvormige deurgreep, die toegang geeft tot de apotheek. De linker- en achterzijde van de inkomhal worden gevormd door wanden in witgeschilderde baksteen, links met een wandlamp, achteraan met rechts een deur in ondoorzichtig wit thermoluxglas met ronde deurgreep. Boven deze deur bevindt zich een rechthoekige lichtbak die doorloopt tot aan de voorgevel en daar afgesloten wordt door een oranjerood vlak met onderaan het opschrift “apotheek”. Bij de opbouw van de voorgevel en met name van de winkelpui werd gebruik gemaakt van een maatverdeling van 90 op 90 cm. De winkelpui is 270 cm hoog, de deuren 225 cm (2,5 keer 90). De deurtravee is 180 cm breed met de 90 cm brede deur rechts, de winkeltravee is 360 cm breed en wordt door het blind gevelpaneel van 90 cm breed verdeeld in een linkerdeel van 180 cm en een rechterdeel van 90 cm.

In het interieur van de apotheek is de module van 90 op 90 cm zo veel mogelijk driedimensionaal doorgetrokken. De vloer bestaat uit natuurstenen tegels van 90 op 90 cm, enkel onderbroken door een ingewerkte vloermat aan de voordeur. De apotheek is 315 cm (3,5 keer 90 cm) hoog, het verlaagde plafond vooraan 270 cm en dat boven de bereidingsruimte achteraan 225 cm en deze verlaagde plafonds bestaan uit platen van 90 op 90 cm in geperforeerd metaal (skinplate volgens de plannen van Pieter De Bruyne). Tussen deze twee verlaagde plafonds bevindt zich een verchroomde aluminium roosterstructuur van 90 op 90 op 90 cm die de hoogte van het verlaagde plafond achteraan volgt. De zijwand van het verlaagde plafond achteraan is in dit middendeel opgevuld met spiegels wat een ruimtelijke verdubbeling van het hoge plafond creëert. Bij de drie overige zijden zijn de zijkanten bekleed met witte platen en het hoge plafond zelf is bekleed met zwarte platen. Dit lichtdonker contrast wordt verdergezet in de wanden: de vrije muren aan de oostzijde en in de zuidwestelijke hoek zijn in witgeschilderde baksteen, de kelderdeur aan de oostzijde en de structuur van de draaitrap in de zuidwestelijke hoek daarentegen zijn zwart (bij de draaitrap met treden in wengé). Ook de verwarmingselementen zijn in een donkere tint geschilderd (oorspronkelijk donkerblauw) : een laag model onderaan de winkelpui (met erboven een contrasterende witte plaat in carrara marmer) en smalle, hogere modellen in de zijwand van het middengedeelte, en in een nis naast de kastenwand aan de westzijde. Bij deze laatste twee werd ook de achterwand in een donkere tint geschilderd. Een terugspringende donkere plint in gezoete blauwe hardsteen loopt onder alle muren, kasten en verwarming, onder die laatste over de hele diepte ervan. En ook de vierkante voet van het wachttafeltje naast de inkom sluit qua materiaal en dikte aan op die plint.

De verlichting bestaat eerst en vooral uit natuurlijk licht dat vooraan binnenvalt via de winkelpui en de glazen voordeur, die laatste met erboven een metalen verluchtingsrooster van 45 cm hoog. En ook helemaal achteraan rechts valt natuurlijk licht binnen door de lichtkoepel boven de draaitrap en door de afscheidingswand van het bureau ernaast, bestaande uit een witgeschilderd raam en schuifdeur die beiden ingevuld zijn met ondoorzichtig wit thermoluxglas. Het apotheekinterieur heeft echter ook heel wat kunstmatig lichtpunten: inbouwspots in de verlaagde plafons (vooraan met gelige ronde lampenkappen in doorschijnend kunststof, achteraan eenvoudig zwart). Boven de oostzijde van de bereidingsruimte zijn TL-lampen aangebracht achter een metalen roosterplafond. Vooraan, aan de rand met het centrale, hogere plafond zijn twee vierkante blokken (90 x 90 x 45 cm) aan het plafond bevestigd, met witte platen aan de zijkanten en onderaan een verlichting achter wit kunststof (volgens de plannen van Pieter De Bruyne opaal glas). Het hogere plafond heeft in het midden van elk vierkant van de roosterstructuur een spot in een metalen houder aan een zwarte draad. Ook boven de draaitrap zijn spots aangebracht en aan het etalagerek. Ten slotte is er een opvallende lichtbak boven de bereidingstafel aangebracht, die naar de verkoopruimte is afgesloten met groen acrylaat en naar de bereidingstafel met wit acrylaat (op de plannen van De Bruyne aangeduid met Perspex, vandaag beter bekend onder de merknaam Plexiglas).

Eén van de meest typerende elementen van de apotheek is het contrast in materiaalgebruik tussen het meubilair van de verkoopruimte en dat van de bereidingsruimte. In de verkoopruimte wordt gebruik gemaakt van palissander- en wengéhout in combinatie met zwart gelakte delen, zwarte formicaplaat en donker glas (heliogreyglas), in de bereidingsruimte van witte gestratifieerde platen (formica). De groene lichtbak boven de bereidingstafel schermt deze visueel af vanuit de verkoopruimte maar vormt ook het verbindende element tussen beide ruimtes.

Ook het meubilair volgt bijna altijd de maatverdeling van 90 cm, zowel in de hoogte als in de breedte. De hoogte van de vrijstaande togen en kasten is 90 cm, hier en daar verhoogd met 45 cm, de hoogte van de kasten tegen de wanden is overal 225 cm, met een benedendeel van 90 cm, een tussendeel van 45 cm en een bovendeel van 90 cm. Het benedendeel steekt meestal een tien cm uit ten aanzien van de bovenste twee delen. Het vaste, door Pieter De Bruyne ontworpen meubilair bestaat uit een:

tiendelige wand van schuifkasten aan de westzijde, onderaan in hout, bovenaan met wanden in donker glas, in de centrale drie delen in zwarte formica en rechts daarvan, ter hoogte van de blokvormige lichtelementen, in hout. Die laatste bevat zowel bovenaan als onderaan een gewone kastdeur (geen schuifdeur) en het benedendeel springt niet uit, zoals wel bij de rest van de kast. De muur boven de kast (in het voorste en middelste deel van de apotheek) is bedekt met witte platen;

lange houten toonbank op een teruggetrokken, 45 cm hoge sokkel in donkerbruin kunststof (zwart mat formica volgens plannen van De Bruyne) met een blad (vitrine) in donker glas (heliogreyglas) en aan weerszijden vooraan een verhoogde, ondiepe vitrinekast met donker glas (waarvan de diepte gelijk loopt met het uitspringen van de toonbank ten aanzien van de sokkel) en daarvoor een blad in formica. Aan de achterzijde van de toonbank zijn schuiven voorzien van verschillende breedte;

korte toonbank op een gelijkaardige sokkel als de lange toonbank, met een olijfgroen formica werkblad en aan de achterzijde voorzien van brede schuiven en open rekken;

U-vormige bereidingsmeubel met onderaan voornamelijk gesloten schuifkasten en enkele lades, daarop een olijfgroen formica werkblad, in de middenzone schuifkasten aan de zuidzijde en een doorgeefluik in de zuidoostelijke hoek, en in het bovendeel open rekken aan de zuid- en oostzijde;

gesloten hoekkast in witte formica aan de zuidwestzijde van het bereidingsmeubel;

vierkant laag tafeltje naast de inkomdeur;

aluminium etalagerek met verlichtingsarmatuur.

Bespreking

Interieur-, design- en meubelontwerper Pieter De Bruyne (1931-1987) was in de jaren 1950 en de eerste helft van de jaren zestig een overtuigd modernist. Algemene kenmerken van het modernisme die nog terug te vinden zijn in de apotheek Lambrecht zijn onder andere de versobering van de vormentaal, het gebruik van eenvoudige geometrische vormen, dragende skeletten met platte daken en moderne materialen, en de toepassing van een gordijngevel. Zijn voorliefde voor geometrie en structurele logica bleef behouden doorheen zijn gehele carrière maar tijdens de tweede helft van de jaren zestig onderging zijn oeuvre twee fundamentele veranderingen. Enerzijds bekeek De Bruyne het meubel in die periode meer en meer als iets dat zichzelf overstijgt en een ruimtebepalend element wordt, eerder dan als iets dat zich louter inpast in de ruimte, wat hem meer en meer op het spoor van het architectuurontwerp zette. Anderzijds groeide De Bruynes aandacht voor de psychologische inhoud, het gevoelsmatige aspect van meubilair, en dit in tegenstelling tot het klinisch-functionele van de laat-modernisten. Dit gevoel trachtte hij te bereiken door een spel van kleuren, texturen en volumes die elkaar onderlijnen of juist tegenspreken, en soms ook door cultuurhistorische referenties (verwijzingen naar bijzondere “geheugens”) waardoor hij omschreven wordt als een postmodernist avant la lettre.

Winkelontwerpen in het algemeen en apotheek Lambrecht in het bijzonder hebben een cruciale rol gespeeld in deze (r)evolutie binnen De Bruynes oeuvre. Winkelinterieurs waren voor hem immers vrijplaatsen voor experiment omwille van hun meer efemere karakter. Het creëren van een totaalsfeer waarin artikel (dienst) en cliënteel (patiënt) centraal staan, daagde hem uit om te experimenten met zowel ruimte als de psychologische werking van kleuren en materialen. Bij apotheek Lambrecht kan de aandacht voor het symbolische, gevoelsmatige teruggevonden worden in de uiterst doorgedreven toepassing van een precieze module, maar ook in het gebruik van gladde oppervlakken en lichtelementen. Al deze kenmerken evoceren een sfeer van orde en precisie die aansluit bij het beroep van apotheker, en meer bepaald bij het anti-commerciële imago van de apotheek als een vorm van wetenschappelijke en ambachtelijke medische dienstverlening. Ook het gebruik van donker glas voor de kasten (dat de producten grotendeels aan het zicht onttrekt) en het zichtbaar maken van de bereidingsruimte voor het cliënteel, sluit hierbij aan. De donkere houtsoorten en tinten in de verkoopruime stralen rust en vertrouwelijkheid uit, terwijl het gebruik van witte formica in de bereidingsruimte nadruk lijkt te leggen op het klinisch-wetenschappelijke. De aandacht voor ruimtelijkheid is bij apotheek Lambrecht in de eerste voelbaar in de module van 90 op 90 cm die meubilair en ruimte onlosmakelijk met elkaar verbindt, en die ook uitdrukkelijk wordt veruitwendigd, bijvoorbeeld door de verchroomde aluminium roosterstructuur aan het centrale plafond, die door het gebruik van spiegels nog verdubbeld wordt. Ook het licht-donker contrast en het gebruik van natuurlijk en kunstmatig licht (bijvoorbeeld boven de draaitrap) versterkt de ruimtelijkheid van het interieur. Dat De Bruyne bij de apotheek Lambrecht ook de gevel ontwierp, is belangrijk omdat voor hem interieur en exterieur innig verbonden moesten zijn, net zoals inhoud en vorm.

De voorgevel van apotheek Lambrecht sluit ook aan bij een meer algemene tendens in de winkelarchitectuur vanaf de jaren 1950 waarbij de winkelpui werd doorgetrokken naar de bovenliggende verdieping. Door gordijngevels met imposante stalen constructies en grote glaspartijen kijkt de klant de eigenlijke etalage van het gebouw voorbij en wordt hij rechtstreeks aangetrokken door het interieur. Bij duister wordt dit effect nog versterkt door de verlichting van dat winkelinterieur, een aspect waar bij apotheek Lambrecht ook veel aandacht aan werd besteed. Maar de etalage van apotheek Lambrecht creëert tegelijkertijd een zekere afstandelijkheid door de aanwezigheid van een paneel in ondoorzichtig wit thermoluxglas en van een etalagerek. Dit paste in een anti-commerciële visie op de apotheek die gedeeld werd door Pieter De Bruyne en opdrachtgever Maurice Lambrecht en die ook meer algemeen opgang maakte in die periode, onder andere bij de Hoge Raad van de Orde der Apothekers.

Een kenmerk van apotheekinterieurs is de aanwezigheid van zowel een verkoopruimte als een bereidingsruimte. Bij apotheek Lambrecht is die bereidingsruimte expliciet aanwezig doordat deze volledig open is naar de verkoopruimte en tegelijkertijd op heel verschillende wijze aangekleed, met klinisch-witte in plaats van warme-donkere tonen. De interieurafwerking van apotheken is ook vaak van hoge kwaliteit: ambachtelijk en met gebruik van duurzame, traditionele materialen, wat samenhangt met de continuïteit en het prestige die lange tijd kenmerkend waren voor dit beroep. Bij apotheek Lambrecht werd deze traditie verdergezet door het gebruik van natuursteen voor de vloer en kostbare houtsoorten als wengé- en palissander voor het meubilair, voornamelijk in de verkoopruimte. Anderzijds werden deze meer traditionele materialen gecombineerd met moderne zoals thermolux- en heliogreyglas, staal, verchroomd aluminium, kunststof en formica.

Vanaf de 17de eeuw en zeker vanaf midden 19de eeuw ontwikkelden apothekers een eigen meubilair zoals de houten kasten met onderaan kleine lades en bovenaan rekken voor potten, en een toonbank met daarop ondiepe, lage kasten die een afscheiding vormen tussen apotheker en cliënt. Het meubilair dat Pieter De Bruyne ontwierp voor apotheek Lambrecht speelt in op deze traditionele typologie. Daar waar in de meeste andere apotheken de kasten opgebouwd zijn uit een combinatie van gesloten kasten en open kasten met legplanken, koos men bij apotheek Lambrecht echter voornamelijk voor gesloten kasten met schuifdeuren in zwart formica of donker gekleurd glas die de verkoopwaar grotendeels aan het zicht onttrekken, in overeenstemming met de anti-commerciële ontwerpvisie. Doordat grotendeels gebruik werd gemaakt van gesloten of donkerkleurige kasten wordt de aandacht getrokken naar de enige open kasten boven de bereidingsruimte waar antieke apothekerspotten zijn uitgestald. Deze verwijzen naar de lange geschiedenis van het apothekersberoep maar ook naar de ambachtelijke kant van het beroep omdat deze potten effectief gebruikt werden voor de opslag van stoffen voor eigen bereidingen. Daarnaast bevat de apotheek Lambrecht meer vage-abstracte verwijzingen naar het beroep zoals enerzijds de groene kleur van de lichtbak voor de bereidingstafel, en anderzijds de nadruk op gladde oppervlakken en de uiterst doorgedreven maatvoering, die een sfeer van orde en precisie oproepen.

  • Stadsarchief Aalst, bouwaanvraag 1963/224.
  • DECLERCQ D. & GILTE S. 2017: Criterianota winkelinterieurs, onuitgegeven nota agentschap Onroerend Erfgoed.
  • BERCKMANS C. 2003: De verleiding van het rationele. Een analyse van de Brusselse winkelpuien van het interbellum, onuitgegeven verhandeling KUL Vakgroep Kunstwetenschappen.
  • BOGAERT C., LANCLUS K. & DESEYN G. 1982: Van winkelen en puien, Monumenten & Landschappen, 2.1, 12-41.
  • DE BRUYNE P. 1987: Pieter De Bruyne (1931-1987) 30 jaar meubelkunst, Aalst.
  • JUNCK C. 1966, Pieter De Bruyne, md moebel interior design 10, 80-83.
  • KIECKENS C. 1985: Pieter De Bruyne. Architektuurconcepten, Stichting Architektuurmuseum V.Z.W. 2:1, 1-2.
  • KIECKENS C. & STORGAARD E. (ed.) 2012: Pieter De Bruyne 1931-1987, Brussel.
  • LE POLAIN DE WAROUX, J. 2009: Une étude de l'évolution architecturale, de la restauration et de la conservation des anciennes pharmacies dans le Pentagone à Bruxelles, onuitgegeven masterproef Kunstgeschiedenis UCL Louvain-la-Neuve.
  • NORBERG-SCHULZ C. 1980: Pieter De Bruyne en de betekenis van het meubel, in: S.N., 25 jaar Meubels Pieter De Bruyne, Gent, 10-15.
  • S.N. 1966a: Apotheek, kijk, vormgeving architectuur sierkunst inrichting komfort, 2, 22-24.
  • S.N. 1966b: Apotheke in Aalst. Apotheke in Sint-Kwintens-Lennik. Boutique Van Molle, Aalst, Neue Läden – Sonderhelft Euroshop, 35-37 en 47-48.
  • S.N. 1967: "De Ladenbau bleibt Baukunst". Interview mit Prof. Pieter De Bruyne und Eric Lemesre, Neue Läden 1, 49-51.
  • S.N. 1969: Kleine Apotheke, Detail (Zeitschrift für Architektur + Baudetail + Einrichtung) 2, 265-266.
  • S.N. 1980: 25 jaar Meubels Pieter De Bruyne, Gent.
  • S.N. 2005: Aalst. Apotheken Renneboog, Breckpot en Lambrecht. Méér dan drie apotheken, in: S.N., Hout in het interieur Open Monumentendag 2005, Brussel, 44-53.
  • STEVERLYNCK S., Postmodernisme op ambachtelijke wijze, De Standaard, 14 juli 2012.
  • VANDERPERREN J. 1980: Het werk van Pieter De Bruyne, in: S.N., 25 jaar Meubels Pieter De Bruyne, Gent, s.p.

Auteurs: Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Apotheek Lambrecht [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306689 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.