De dorpskern van Leut is rond het dorps- en kerkplein gecentreerd en is niet aangetast door grote stedenbouwkundige of verkeerstechnische ingrepen. Door haar ligging zijdelings de grotere verkeerslijnen en kiezelontginningen heeft het plein haar 19de-eeuwse rust en karakter in grote mate kunnen handhaven. In haar totaliteit is het een mooi relict uit de vorige eeuw(en), waarin men een stuk religieuze, sociale, economische en cultuurgeschiedenis van deze gemeenschap kan aflezen. Al deze facetten zijn rond het plein gecentreerd en deze opstelling op zich is vermeldingswaard.
Van de religieuze gebouwen neemt de driebeukige kerk in neoromaanse stijl de centrale plaats in. Ze is in de jaren 1873-1874, naar een ontwerp van de provinciale architect Jaminé, gebouwd. Ze kreeg een reeks neostijlkenmerken mee en heeft in haar totaliteit een gedrongen uitzicht. Door het klassieke geldgebrek kon men namelijk de originele plannen, die een langer schip voorschreven, niet integraal uitvoeren. Met de plaatsing van de nieuwe kerk kreeg het plein haar huidige vorm mee. De nieuwbouw kwam immers niet op de plaats van de oude kerk, die lag op het kerkhof en werd omzeggens volledig afgebroken, maar op de grond waar het voormalige laathof van Leut gestaan had. Dit perceel was een schenking van de Vilain XIIII. De plaats voor de kerk werd zodoende een echt kerkplein.
De oude lindebomen markeren de plek waar tot 1795 de “Voogdgedingen” gehouden werden. Op deze jaarlijkse volksvergaderingen “Solemnelyck naer luydinge der banclocke onder de linde voor het paenhuys gehouden”, werden de wetten en costumen in herinnering gebracht en konden de burgers zonder teveel procedurele beslommeringen recht vragen. Wellicht werden hier ook de boetelingen “Ter Kaeke” gesteld. Bij de linden stond ook de publieke waterpomp.
In de loop der 20ste eeuw kreeg het plein een andere inkleding. Daarvoor zorgde de aanleg van geometrisch geplaatste paden, kleine rozenperkjes, verlichtingspalen en het planten van enkele Italiaanse populieren van de lindebomen. Deze bomen bepalen in grote mate de volumewerking van het plein.
De pastorie stamt ook uit de 19de eeuw, met name 1863. Het typische en sobere huis harmonieert gepast met de kerk en omgeving. Het wordt thans bewoond door de Zusters van de Congregatie Carolus Borromeus, die ook het Onze-Lieve-Vrouwbeeld ervoor opgeknapt hebben. Achter het ijzeren hek langs de pastorie ligt het oude kerkhof. Op deze plaats rust de geschiedenis van Leut. Ze herbergt de verstilde echo’s van een eeuwenoud dorpsverleden.
Na afbraak van de oude kerk – de fundamenten van de oude kerktoren heeft men nog een tijdje laten staan – bouwde men langs de Ganzepoelstraat en haaks daarop een muur die samen met voornoemd hekwerk de grenzen van het kerkhof zou vastleggen. Men merkt duidelijk het hoogteverschil tussen de straat en het kerkhof. Het is een bewijs dat het een zeer oud kerkhof betreft, dat eeuwenlang in gebruik is geweest.
Naast de religie werd het vroegere dorpsleven ook door een reeks wereldlijke structuren geschraagd. De architectuur van deze begrippen ligt in Leut eveneens rond het kerkplein, en dateert grotendeels uit het einde van 19de- begin 20ste eeuw. De school annex huis van de schoolmeester annex gemeentehuis vormt de grootste constructie. Thans geeft de school onderdak aan de lokale kleuterklassen, veranderde het schoolhuis in taverne, en fungeert het gemeentehuis als vergader- en ontmoetingsplaats. De architectuur bleef niettemin intact en voor de aandachtige toeschouwer is de drieledige functie nog goed zichtbaar. Alleen de tuin voor het schoolhuis is verdwenen. Het nieuwe gemeentehuis, uit de zestiger jaren van deze eeuw, en gebouwd aan de andere zijde van het plein, vormt in tegenstelling met vele toenmalige bouwsels alvast geen smet op de dorpskern. De ontwerper heeft gelukkig naar de omgeving gekeken en een sober huis laten bouwen.
Langs de voormalige Dorpsstraat, nu St-Pietersstraat geheten, liggen grote burgerhuizen. Als eerste noemen we het “Paenhuys”. Hier lag eeuwenlang de banale brouwerij-herberg, de enige plaats in de heerlijkheid waar men mocht brouwen en alcoholische dranken serveren. Na de revolutie ging ze over naar de familie Kraewinckels, die er ook een distilleerderij opstartte. Naast de brouwerij woonde de dokter en ook diens woning weerspiegelde goed zijn status in de gemeenschap. Daarnaast lagen er tot voor kort een beenhouwerij en bakkerij rond het plein. Kortom, het plein verzamelde vele functies die een dorpsgemeenschap hielpen overleven, gaande van godsdienst, bestuur, onderwijs, gezondheid, eten en vermaak. Er stond echter geen grote boerderij rond het plein en dat is op zich ook eigenaardig en zeldzaam.
Bron: Onroerend Erfgoed Limburg, Beschermingsdossier DL2036, Maasmechelen (Leut): meerdere monumenten en dorpsgezicht. Auteurs: Gyselinck, Jozef Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)