Villa in regionalistische stijl, volgens goedgekeurde bouwaanvraag van 1957 ontworpen door architectenbureau De Vloed uit Melle voor de heer Van Welden. Het pand sluit stilistisch goed aan bij de naastgelegen villa naar ontwerp van André Claessens.

De villa is centraal ingeplant op een rechthoekig bouwperceel dat aan straatzijde op het noordwesten gericht is en omgeven is door een lage muur met sokkel in breuksteen met erboven een metalen hek. Oorspronkelijk was het perceel L-vormig met achterliggend een bestaand landhuis, waarmee de villa ook nu nog de oprit deelt, die de zuidwestgrens van het perceel vormt.

De villa is uitgewerkt als een volume van één bouwlaag met een bovenverdieping ingewerkt in het dak. Ze wordt aan de rechterkant geflankeerd door een poortdoorgang met rieten dak die de oprit naar de achterliggende, afzonderlijke garage markeert. Het met riet afgedekte afgewolfde zadeldak van de villa wordt geopend met afgeronde dakkapellen, ingevuld met rechthoekige vensters en vlakken met houten beplanking. Ook onder beide wolfseinden is een houten beplanking voorzien. Het parement van de villa bestaat uit witgeschilderde baksteen op een plint van breuksteen. De gevels worden geopend met rechthoekige vensters, voorzien van schrijnwerk met rechthoekige roedeverdeling. De vensters zijn meestal beluikt of van diefijzers voorzien. Een opvallend element in de achtergevel is de monumentale, bakstenen schouw.

De ingang bevindt zich centraal in de zuidwestgevel en geeft volgens de plannen toegang tot een ruime hal met aansluitende vestiaire en toilet, en een trap naar de verdieping. Links van de hal bevindt zich de L- vormige living annex eetplaats. De ruime keuken bevindt zich rechts van de hal en achteraan op dit niveau zijn nog een badkamer en een bergplaats aanwezig. Op de verdieping bevinden zich drie slaapkamers. De huidige toestand van het interieur is niet bekend.