Villa, gebouwd in opdracht van de heer en mevrouw Haerick naar een ontwerp van architecten Xavier De Wulf en Johan De Vos uit 1976. De Wulf en De Vos vormden op dat moment samen het architectenbureau S.A.I., dat in Gent gevestigd was. Zowel de atypische, sculpturale volumetrie en vormgeving van de woning, als het zichtbare materiaalgebruik, getuigen van een gematigd brutalisme.
De villa omvat twee volumes van twee bouwlagen onder een lessenaarsdak, die met hun hoogste gevelwand naar elkaar zijn geplaatst in een scherpe, naar het zuidwesten gerichte hoek. Het zuidoostelijke volume heeft een eenlaagse uitbouw onder een plat dak aan de zuidoostzijde. De hoek tussen beide onderdelen wordt opgevuld door een verbindend, geknikt eenlaags volume onder een plat dak, gedeeltelijk bekroond met een beglaasde, afgeschuinde uitbouw, die volgens de bouwplannen afgewerkt zou worden met glasal (heden glas). Het materiaalgebruik beperkt zich voornamelijk tot een ongeschilderd parement van handgevormde, geelbruine baksteen. Dit wordt gecombineerd met elementen in gestructureerde beton, die heden zijn beschilderd. De toegang, die zich in de westgevel van het verbindende volume bevindt, wordt bekroond door een groot, balkvormig betonnen volume, dat een luifel vormt boven de ingang. De glazen uitbouw op de bovenverdieping wordt bovenaan afgelijnd met een betonnen band. Het geometrische, sculpturale karakter van de volumewerking wordt versterkt door de vensters. Zo worden de weloverwogen rechthoekige vensters gecombineerd met een opvallend cirkelvormig venster dat de toegang ten noorden flankeert. Het schrijnwerk, dat volgens de bouwplannen in meranti was uitgevoerd, is gedeeltelijk bewaard. De garagepoort in het westelijke volume is vernieuwd. Aan de noordzijde is een – vermoedelijk betonnen – buitentrap voorzien.
Het eenlaagse, verbindende volume omvat volgens de bouwplannen een open inkomhal met een metalen draaitrap met houten treden, een toilet in de zuidwestelijke hoek en een bureau, dat achter het cirkelvormige venster schuilgaat. Aan de achterzijde leidt de gang naar een bijkeuken, die in verbinding staat bij de beide flankerende volumes. In het westelijke volume bevindt zich een berging bij de keuken, evenals een ruimte garage. Het zuidoostelijke gedeelte omvat de leefruimte met haard en een afzonderlijke keuken, die in een open verbinding staat met de bijkeuken. De nachthal bevindt zich in de beglaasde uitbouw op de bovenverdieping, die uitgeeft op een dakterras. Op de bovenverdieping bevinden zich vijf kamers en twee badkamers. Ten noorden bevindt zich een buitentrap, die bereikbaar is vanuit één van de kamers. De afsluiting van de trap en het kleine terras wordt doorgetrokken tot een plantenbak bij het venster ten noordoosten.
- Dienstencentrum Mariakerke, Bouwdossiers Mariakerke, 1976/D00156.