is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Woning Ingels
Deze vaststelling is geldig sinds
Modernistische woning gebouwd in opdracht van de heer en mevrouw Achiel Ingels volgens een bouwaanvraag van 1966. De opdrachtgevers waren woonachtig in Eeklo en deden beroep op de lokale architect Louis Geirnaert.
Geirnaert genoot zijn opleiding aan Sint-Lucas in Gent en studeerde er af als architect in 1954. Zijn oeuvre situeerde zich hoofdzakelijk in Eeklo tijdens de jaren 1950 tot en met 1970, maar ook ruimer in Oost-Vlaanderen. Zijn modernistische realisaties vallen op door experimentele methodes en materialen. Tot zijn bekendste realisaties in Eeklo behoren de dokterswoning Vanhille (1957) en zijn eigen woning (1959). Ook andere realisaties van de architect werden gepubliceerd in contemporaine tijdschriften.
In het tijdschrift La Maison stelde architect Geirnaert naar aanleiding van het ontwerp van dokterswoning Vanhille dat hij bij een ontwerp rekening hield met de specifieke randvoorwaarden van het perceel, de vereisten van het programma en de oriëntatie. De relatie tot en integratie in de omliggende omgeving was hierbij van groot belang. Een woonhuis werd ontworpen vanuit het interieur dat op een natuurlijke manier doorvloeide in het ontwerp van het exterieur. Hoewel de gevels een logische vertaling vormen van het plan, slaagde Geirnaert er toch vaak in het geheel op te laden met een persoonlijke, plastische creativiteit. Het ritme van zijn architectuur draagt bij de tot de grote expressiviteit ervan.
Een andere constante in zijn realisaties is de weloverwogen materiaalkeuze. Vaak combineerde hij strakke, wit bepleisterde of beschilderde volumes onder schuine of platte daken, met geveldelen in ruwe, overbakken baksteen of breuksteen, of een afwerking met afzelia. Ook ademden de interieurinrichting en het meubilair het modernistische karakter uit van het geheel en werd het contrastrijke materiaalgebruik hierin doorgetrokken. Hij speelde in het interieur ook vaak met lichtinval en transparantie, onder meer door het gebruik van claustra in keramiek, doorschijnende betonschermen of houten roosteringen. In de dokterswoning vielen daarnaast ook de vrij in de ruimte opgehangen haard op en de open trap. Hoewel de woning Ingels iets later te dateren valt, zet het ontwerp de constante vormgevingsprincipes van Geirnaert verder.
Woning Ingels is opgevat als een strak, L-vormig volume onder platte daken. Opvallend is het gebruik van verspringende niveaus, waarbij het exterieur een eerlijke vertaling vormt van de inwendige planindeling en ruimtewerking. Aan de noordoostzijde bestaat de woning uit een tweelaags, naar de straat uitgestrekt volume. De bovenbouw kraagt uit boven het functionele, van garages voorziene souterrain. Aan de zuid- en zuidwestzijde wordt dit volume geflankeerd door een eenlaags volume op een tussenliggend niveau dat de verhoogde begane grond vormt en het leefgedeelte omvat. Zo ontstaat de L-vormige plattegrond. Aan de zuidzijde sluit de woning aan op het niveau van de achtertuin en opent zich ernaartoe. Het optillen van het woongedeelte boven een functionele sokkel en het gebruik van splitlevels zijn kenmerkend voor het oeuvre van Geirnaert.
De bouwplannen voorzagen voor de gevels een in een lichte kleur geschilderde baksteen of een ‘tyrolerbezetwerk’. Als contrasterend materiaal koos Geirnaert voor ‘scheldesteen branders’ of breuksteen. De uitvoering sluit hierbij aan en combineert wit geschilderde bakstenen gevels met een afwerking van het souterrain in ruwe natuursteen en schouwen in gesinterde baksteen. De eenlaagse uitbouw aan de achterzijde wordt bovenaan afgelijnd door een uitkragende band, afgewerkt met horizontale planchetten in afzelia (heden vernieuwd). Het noordoostelijke volume is daarentegen aan de boven- en onderzijde afgelijnd door een brede horizontale band in gladde beton, die terugspringt ten opzichte van de bakstenen gevelvlakken, en die de sculpturaliteit van de gevel verhoogt.
De naar het noorden georiënteerde voorgevel is gesloten uitgewerkt, met op de benedenverdieping een gedeeltelijke afwerking met een horizontale beplanking en twee houten garagepoorten. De uitkragende, bakstenen bovenverdieping is volledig blind. Op de bouwplannen werd de naam ‘ter berken’ vermeld op deze gevel en was een abstracte versiering voorzien. Deze doet denken aan de keramieken gevelversiering van Joost Marechal, aangebracht tegen de straatgevel van Geirnaerts architectenwoning, maar werd hier niet uitgevoerd. De schikking van de rechthoekige vensters vertaalt de interne indeling. Opvallend is de horizontale band, boven aan het noordoostelijke volume, tussen de bakstenen en betonen geveldelen. Deze is afwisselend ingevuld met glasal en glas. Ook enkele vensters zijn deels ingevuld met grijskleurige glasal. De bouwplannen voorzagen houten geschilderd schrijnwerk; heden bestaat het schrijnwerk gedeeltelijk uit aluminium.
Inwendig schikte Geirnaert de vertrekken over drie niveaus, in functie van het optimaliseren van de beschikbare ruimte en het contact met de tuin. In het souterrain bevinden zich volgens de bouwplannen de dienstvertrekken, namelijk aan de straatkant een dubbele garage met ruimte voor de verwarming en aan de achterzijde een kelderruimte voor proviand en de stortkoker vanuit de bovenliggende keuken. Daartussen bevindt zich een werkplaats die ook een speelruimte omvatte. Deze ruimte is onderverdeeld met een wegneembare tussenwand. Op de verhoogde begane grond bevindt zich aan de achterzijde het daggedeelte met centraal de inkom en de trap tot de begane grond. Het daggedeelte kijkt uit op de achtertuin en is voorzien van een terras. De leefruimte bestaat uit een ruime woonkamer met zithoek en eethoek, en een afzonderlijke keuken, voorzien van een doorgeefkast tot de eethoek. Op het hoger liggende, naar de straat uitspringende niveau bevindt zich het nachtgedeelte dat volgens de plannen vier slaapkamers, een badkamer en een bureel omvat. De twee slaapkamers aan de straatkant worden volgens de plannen gescheiden door een roostering in oregon. De noordoostelijke slaapkamer en de achterliggende badkamer worden van elkaar gescheiden door ingemaakte kasten.
Auteurs: Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Mariakerke
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Woning Ingels [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306713 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.