Twee gekoppelde art-decoburgerhuizen in spiegelbeeld, geregistreerd in het kadaster in 1930 en opgericht in opdracht van onderwijzer Arthur Claes en beroepsmilitair Joost Claes. Deze woningen bewaren gedeeltelijk het originele schrijnwerk, dat deels is ingevuld met kleurrijke glas-in-loodraampjes in art deco.

De woningen behoren tot de oudste, originele bebouwing in de Elisabeth Willemslaan, een straat ontstaan in de jaren 1930 toen Burggraaf de Spoelberch de grond schonk aan de gemeente. De Elisabeth Willemslaan vormde een nieuwe aansluiting tussen de Costerstraat en het dorpscentrum van Wespelaar. Een twintigtal losstaande burgerhuizen werd vóór 1939 gebouwd in art-decostijl. De meeste zijn bewaard gebleven. Vandaag wordt de straat nog altijd gekenmerkt door losstaande burgerhuizen van maximaal twee bouwlagen.

De woningen zijn gelegen op bredere en minder diepe percelen dan de overige woningen in de straat. De percelen zijn vandaag aan de straat en aan de zijkanten afgezet door een haag. Van de oorspronkelijke beplantingen bleef vermoedelijk niets bewaard behalve enkele hoogstammige bomen in de driehoekig punt van het perceel van nummer 53.

Twee-onder-een-kapwoning in art-decostijl met invloeden uit de cottagestijl, bestaande uit twee identieke, gespiegelde woningen van drie traveeën en één bouwlaag onder een overkragend gemansardeerd schilddak met rode, geglazuurde pannen. Links is er een lage aanbouw van twee traveeën onder gelijkaardige bedaking voor de garage. Ruw gewitte baksteenbouw op rode bakstenen plint in staand verband. Bij nummer 55 werd de hele gevel wit bepleisterd. Ter hoogte van de vensterkalven duidt een bakstenen sierlijst met een laag grijze kopse baksteen de scheiding aan met de ruw gecementeerde bovenste strook van de gevels.

De voorgevels van beide woningen hebben centraal een geprononceerd puntgevelrisaliet met vakwerkimitatie in de top. Beneden een inkomportaal met stompe keperboog tussen gewitte bakstenen pijlers met bovenaan een drievoudige band van grijze baksteen. Brede toegangstrap met drie treden. Oorspronkelijk was het een open portaal, nu echter afgesloten met een beglaasde deur. Drievoudig bovenlicht in gehamerd glas met centraal art-deco-glas-in-loodpaneel. Bij nummer 53 in het portaal aan de linkerzijde een achthoekige vensteropening met art-decoglas en traliewerk. Aan de rechterzijde originele buitendeur met achthoekig bovenlicht met traliewerk en drie verticale panelen waarvan de middelste met art-deco glas in lood en traliewerk. Bij nummer 55 zijn deur en venster vervangen. Op de verdieping een loggia met leuning in smeedwerk en twee pijlers met drievoudige band van grijze baksteen. Aan de binnenzijde van het terras zijn er aan weerszijden dezelfde pijlers alsook in het midden tussen de twee deuren naar het terras.

Zijdelingse venstertraveeën met in de hoektraveeën een om de hoek doorlopende erker, onder een pannen dak en met afgeschuinde lekdrempels van keramische tegels. De centrale venstertraveeën vertonen een eenvoudig rechthoekig venster met dito lekdrempel. Houten schrijnwerk met horizontale roedeverdeling en bovenlicht met gehamerd glas en figuratief glas-in-loodpaneel. Bij nummer 55 zijn de panelen niet bewaard. Eenvoudige bakgoot.

Beide woningen hebben een witgeschilderde, bakstenen garage, bij nummer 53 aansluitend bij de woning, bij nummer 55 oorspronkelijk vrijstaand, ondertussen door een recente bijbouw verbonden met de woning. De garage bij nummer 53 is net zoals de woning zelf gevat onder een pannen gemansardeerd mansardedak; rechthoekige garagepoort. Bij nummer 55 onder plat dak. Garagepoort met geknikte bovenzijde, gevat tussen pilasters met versierde bakstenen kapitelen. De houten vleugeldeuren hebben bovenlichten met kleine roedeverdeling.