erfgoedobject

Melkerij Sint-Jozef of Lacsia

bouwkundig element
ID
306739
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306739

Juridische gevolgen

Beschrijving

Modernistische melkerij Sint-Jozef, kadastraal geregistreerd in 1948 en gebouwd op de plaats van een oudere melkerij, met aanpassingen gekadastreerd in 1949 en 1951.

Historiek

Melkerij Sint-Jozef, waarvan de producten bekend waren onder de merknaam ‘Lacsia’, werd opgericht in 1911. Jozef De Cremer, een gewezen postbode en later werkman, besloot een eigen melkerij op te richten toen hij niet tot een akkoord kwam met de melkerij van Haacht Station. Met de financiële steun van burggraaf Adolphe-Jozef de Spoelberch werd een perceel langs de Grote Baan aangekocht en werd er in 1911 een melkerij opgericht met de naam Sint-Jozef. De Cremer werd de eerste directeur van de fabriek. Een eerste rechthoekig gebouw werd gebouwd juist ten noorden van de Grote Baan ten westen van Wespelaar. In 1916 werd het bedrijf uitgebreid. In 1917 verkocht de graaf de melkerij en kwam ze in handen van de toen net opgerichte “Maatschappij St. Jozef Melkerij”. Volgens het kadaster werd in 1948 een nieuw groot gebouw ingetekend op de plaats van de oude melkerij. Het oude gebouw zou volgens de literatuur al gesloopt zijn in 1936. In 1949 en 1952 werden er nog uitbreidingen geregistreerd waarbij de voorgevel in het westen verlengd en rechtgetrokken werd. Volgens de literatuur stopte het bedrijf in 1971 zijn activiteiten. Tussen 1976 en 1995 werd een deel van de gevel bekleed met profielplaten. Vanaf 1995 maakt drukkerij Mafrans gebruik van de gebouwen en werd er tegen de voormalige laadkaai in het westen een nieuwe fabriekshal gebouwd.

Beschrijving

De melkerij neemt een vrij ruim perceel in beslag, met voorgevels aan de Grote Baan en een achteruitgang aan de Neerstraat. Aan de Grote Baan is het bureelgebouw gelegen, in een eenvoudige modernistische stijl. Ten westen aansluitend op dit volume ligt het gebouw met de loskade. Daarachter de hogere fabrieksgebouwen.

Parallel met de Grote Baan vormt het gaaf bewaarde voorgebouw met burelen in modernistische stijl het visitekaartje van de melkerij. Een voortuin scheidt dit volume af van de straat; links leidt een verharde oprit naar de loskade en fabrieksgebouwen. Het bureelgebouw is een volume van twee bouwlagen onder platte bedaking, dat gekenmerkt wordt door ontdubbelde gebogen uitbouwen met half ondergrondse garage, inkomportaal en ontvangstbureel.

De straatgevel van het gebouw heeft een parement van oranje baksteen in halfsteensverband. Grote delen van het metselwerk zijn bekleed met verticaal gelijnde, beige profielplaten. Het gebouw wordt overigens gekenmerkt door ruime rechthoekige muuropeningen en door het gebruik van beton voor de omlijstingen, de luifel en de omlopende kroonlijst; voor de plint werd breuksteen gebruikt.

Ten westen van het bureelgebouw bevindt zich de haaks op de straat ingeplante loskade, gekenmerkt door een sobere, modernistische vormgeving. De loskade werd gebruikt om de melkproducten over te laden zowel voor vertrek als ontvangst. De loskade bestaat uit twee op elkaar aansluitende volumes onder platte bedaking, met afgeronde hoeken. Het meest noordelijke en langste deel is niet meer zichtbaar door de bouw van de nieuwe fabriekshal. Het kende negen traveeën met hoge rechthoekige en later deels dichtgemetselde poorten op een verhoogde gelijkvloerse verdieping. Het aan straatzijde gelegen, uitspringende deel van één bouwlaag telde oorspronkelijk vijf traveeën met hoge rechthoekige muuropeningen onder betonnen lateien op een verhoogde gelijkvloerse verdieping. De grote muuropeningen worden in twee gesneden door een lange betonnen luifel waarboven een schilddak werd geplaatst. In de tweede travee was een deur die toegang gaf tot de fabriekshal, in de meest rechtse travee gaf de deur toegang tot de elektriciteitscentrale. De gelijkvloerse gevel werd later sterk aangepast. Onder de verhoogde vloer is er een plint in breuksteen met vijf keldergaten.

Achter het bureelgebouw en de loskade bevindt zich het fabrieksgebouw, een hoger en beeldbepalend volume. De gevel wordt gekenmerkt door twee verticale vierkante bakstenen hoekpijlers en twee middenpijlers. Tussen de hoekpijlers en middenpijlers liggen telkens twee kleine vensteropeningen onder een betonnen latei. De pijlers worden bekroond met een betonnen afdeksteen.

  • Bouwarchief Haacht, 17/08/1976: Vergunning tot het bouwen van gastanks; 18/12/1995: Vergunning tot het uitbreiden van een fabriekshal; 24/01/2000: Gevelwijziging van een bestaand gebouwdeel.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Leggers Brabant, Haacht, Afdeling III (Wespelaar), artikels 378 en 358.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen Haacht, Afdeling III (Wespelaar), 1911/6, 1924/13, 1948/12, 1949/22, 1952/11.
  • VER ELST A. 1982: Wespelaar-Tildonk in oude prentkaarten deel 2, Zaltbommel, nr. 17.
  • CLEYNHENS J. 2017: Melkerij “Lacsia” te Haacht-Station, HAGOK 32-1, 103.

Auteurs: Van de Sijpe, Tom
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Melkerij Sint-Jozef of Lacsia [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306739 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Gemeente Haacht

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.