Monique Stoop ontwierp deze alleenstaande modernistische woning met typerende postmodernistische elementen voor de heer en mevrouw Van Damme-Petrens in 1983. De woning valt enerzijds op door de duidelijk afleesbare functies waardoor zij vrij strak en rationeel oogt, en anderzijds door de meer speelse details met klassieke reminiscenties zoals een segmentbogige uitbouw en een dito venster of de karakteristieke roedeverdeling van de grote vensterzone aan de straatzijde.
Op het vrij kleine perceel met straatzijde gericht naar het zuidwesten plaatste zij omwille van de bezonning de woning zo diep mogelijk op het terrein. De woning bestaat uit een hoofdvolume van twee bouwlagen met een parement in lichte beige betonsteen met een uitbouw vooraan van één bouwlaag, alles onder plat dak. Achterin, aansluitend bij het huis is er ook een overdekte autostaanplaats annex tuinberging. Het schrijnwerk zou volgens de bouwaanvraag bestaan uit rood of geel gelakte metalen ramen; de bestaande toestand laat witte ramen zien.
Het grondplan van de woning is een perfect vierkant waaruit aan de zuidzijde een deel is weggesneden door het V-vormig terras. Ter hoogte van dat terras is de woning opengewerkt met een grote vensterzone met afgeronde hoek over de volledige bouwlaaghoogte, ingevuld met ramen met een typerende vierkante roedeverdeling. Behalve dit terras op de begane grond is er ook een terras op de eerste verdieping voorzien, namelijk een dakterras aan de voorzijde van de woning, aansluitend bij de grootste slaapkamer. De overige delen van de zuidwestelijke en zuidoostelijke gevels zijn meer gesloten. De voorbouw is voorzien van één klein venster, de rechter zijgevel wordt gekenmerkt door de segmentbogige uitbouw van het trappenhuis met daarin een klein vierkant venster en verder op elke bouwlaag twee kleine symmetrisch geplaatste vensters. In de linkse zijgevel valt het segmentbogig bovenlicht met verticale onderverdeling op in de relatief gesloten voorbouw. Min of meer centraal in het hoofdvolume is er een ondiepe nis die doorloopt over beide bouwlagen waarin de voordeur zich bevindt, volgens plan gevat in een wand met glazen bouwstenen. Verder in de gevel werden kleine vensters voorzien, ten behoeve van sanitaire ruimten en bergingen op de beide verdiepingen. De achtergevel is geopend met twee aan twee gekoppelde vensters, centraal geplaatst op elke verdieping, enkele kleinere vensters en een toegangsdeur. De aangebouwde overdekte autostaanplaats en tuinberging werden deels uitgevoerd in dezelfde betonsteen, hier echter voorzien van een schuin aflopend dakje.
Binnenin de woning is het grondplan vrij open. Van zijgevel tot zijgevel is er volgens de bouwplannen een centrale gang die loopt van aan de inkom via de leefruimte tot het trappenhuis. Links en recht van de inkom liggen nutsruimten zoals berging en sanitair. Eet-, ontbijt-, woon- en speelkamer zijn ruimtelijk sterk verbonden, eventueel wel afsluitbaar met discrete schuifdeuren. De centraal gelegen keuken is enkel geopend naar de ontbijthoek. De verdieping heeft een gelijkaardige indeling. Centraal is er de centrale gang die de slaapkamers van ouders en kinderen scheidt. Aan de noordoostzijde bevinden zich de sanitaire voorzieningen en nutsruimten.
De huidige toestand van het interieur is niet gekend.
- Stadsarchief Gent, Bouwdossiers Sint-Denijs-Westrem, 2425/83 (David Tenierslaan 7).