erfgoedobject

Landhuis Het Speelgoed

bouwkundig element
ID
306761
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306761

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Landhuis Het Speelgoed
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Het landhuis op L-vormige plattegrond heeft een kern die minstens dateert uit het begin van de 18de eeuw. Het pand maakt momenteel deel uit van een landbouwbedrijf met weidegronden, maar gaat terug tot een kasteeldomein dat al begin 18de eeuw aangelegd werd. De site zelf heeft waarschijnlijk een langere voorgeschiedenis. In 1899 noemt pastoor Bogaerts dit landhuis "het speelgoed" waarmee hij waarschijnlijk doelt op een "hof van plaisantie". Deze term werd in de 20ste eeuw overgenomen in heemkundige publicaties.

Historiek

Tot nu toe werd aangenomen dat Het Speelgoed gebouwd werd rond 1750 als centrale gebouw van een nieuw aangelegd kasteeldomein. Dit tijdens het bewind van jonkheer Urbanus Franciscus Crabbeels d’Ormendael (1707-1787), de toenmalige heer van Korbeek-Dijle en drossaard van Aarschot. Hij werd heer van Korbeek-Dijle door zijn huwelijk met jonkvrouw Dorothea Henriette Jacobs. Deze informatie is gebaseerd op de geschriften van pastoor Bogaerts uit 1899 en de mondelinge overlevering. Maar Het Speelgoed werd in 1704 al gekocht door Simon de Herckenrode (1658-1742) en zijn echtgenote Clara Theresia Jacobs. Deze Clara Theresia Jacobs was de tante van Dorothea Henrietta Jacobs.

Het Speelgoed werd in de vernieuwing van de verkoopakte in 1730 beschreven als "huijs ende hoff mette toebehoorten in waeter wesende een speelhuijs appendentien ende dependentien van dijen geheeten de motte". Verder komen ook grachten en weiden ter sprake. De vermelding van een motte wijst erop dat de site inderdaad een oudere voorgeschiedenis heeft. De kern van het landhuis dateert dus minstens uit het begin van de 18de eeuw. De beschrijving als speelhuijs toont mogelijk ook aan dat Het Speelgoed niet rond 1750, maar vroeger, werd verbouwd tot 'hof van plaisantie'.

Volgens Bogaerts was het Speelgoed hierna eigendom van Jean Baptiste de Herckenrode (1713-1758), zoon van Simon de Herckenrode en Clara Theresia Jacobs. Vervolgens was het eigendom van Guilielmus Claes en J. Lambrechts, die het in 1757 verkochten aan jonkvrouw Maria Barbara Jacobs de Bouvekercke (°1712), de halfzus van de echtgenote van Urbanus Franciscus Crabbeels d’Ormendael. Op de Ferrariskaart (1770-1778) ziet men dat het domein bestond uit aangelegde tuinen. Het L-vormige gebouw met U-vormige gracht ten zuidoosten is duidelijk herkenbaar. Ten noordwesten hiervan, tegen de weg, lag een rechthoekig gebouw. Er staan bovendien drie dreven tot het domein aangeduid vanuit het zuidoosten, waarvan de verste dreef reikt tot aan de Dijle.

De dochter van jonkheer Urbanus Franciscus Crabbeels d’Ormendael, Clara Crabbeels (1736-1803), huwde in 1780 met jonkheer Ambrosius Goubau (1748-1828), heer van Courtenwalle en kapitein in het regiment van Murray, in dienst van Oostenrijk. Waarschijnlijk kwam Het Speelgoed zo via erfenis in zijn bezit. Ook zijn broer, Benoît Goubau (1755-1835), is eigenaar geweest van Het Speelgoed aangezien deze laatste overleed in son chateau de Corbeek. Bovendien wordt de Corbeek Dyle achter zijn naam gevoegd. Op het primitief kadaster (1831) ziet men een gelijkaardige situatie als op de Ferrariskaart (1770-1778). Ten zuidoosten van de gracht bevonden zich drie kleinere vijvers en ook ten noordoosten van de woning bevond zich een vijver. Ook de Vandermaelenkaart (1846-1854) toont ons dezelfde samenstelling van het domein.

In het archief van het kadaster leest men dat Remi Prosper Honnorez-Goubau (1811-1872) in 1849 de eigenaar was van het “kasteel”. Hij was een ruiterijluitenant die in 1837 huwde met Julia Goubau (1811-1883), de natuurlijke dochter van Ambrosius Goubau. In de jaren 1840 werd Remi Prosper Honnorez in de adelstand verheven als jonkheer. Hij was bijna 30 jaar lang burgemeester van Korbeek-Dijle en “rentenier” van beroep. Het kadasterarchief registreert in 1849 hij het aan de weg gelegen, westelijke gebouw laat afbreken. Dit gebouw is evenwel niet meer ingetekend op de Atlas der Buurtwegen van 1841. Vanaf 1855 leek het kasteeldomein stilaan te transformeren in een herenhoeve. De tuin binnen de slotgracht, de slotgracht zelf en twee vijvers verdwenen en maakten vanaf dan deel uit van een groot perceel hooiland.

In de legger van de Poppkaart (1858-1864) wordt de woning van Het Speelgoed beschreven als een “kasteel”. Op het domein bevonden zich nog drie vijvers, waarvan de meest oostelijke nog bestond op het moment van inventarisatie. Het perceel ten noordoosten van de woning stond genoteerd als tuin. Ten zuidwesten van de woning stond een bakhuis. Ook de percelen ten zuiden van de buurtweg waren eigendom van burgemeester Honnorez-Goubau. Deze percelen bestonden voornamelijk uit hooiland. In 1882 lieten zijn weduwe en kinderen un bâtiment rural bouwen in de noordelijke hoek van de tuin van het domein. Dit kleine torenachtige gebouw van witgeschilderde baksteen maakte deel uit van de muur rond het domein en hoort anno 2019 bij het perceel van Korbeekse Kerkstraat 29.

In 1887 was Josephus Honnorez (1844-1912), zoon van Remi Prosper, de eigenaar. Ook hij was burgemeester van Korbeek-Dijle. Hij liet werken aan het kasteel uitvoeren en installeerde “broeikassen”. In 1893 bouwde hij ten noorden van de broeikassen een lang rechthoekig gebouw en twee kleine gebouwen, alle drie evenwijdig met de straat. De woning werd nog een laatste keer beschreven als “kasteel”, maar dat is later doorstreept en vervangen door “huis”. In 1901 liet Josephus Honnorez een klein deel van de westelijke kant van de woning afbreken.

In de geschriften van pastoor Bogaerts uit 1899 leest men dat Het Speelgoed in de 19de eeuw van functie veranderde en dat het toenmalige kasteel in een landhuis transformeerde. Hij schreef: “Het tegenwoordige kasteel is betrekkelijk nieuw en dagtekent slechts van voor ongeveer 150 jaar.” Hij schreef ook dat de vroegere vesten en valbruggen verdwenen waren.

In 1915 was weduwe Katharina Jespers, “handelaarster” uit Elsene, de eigenaar van Het Speelgoed. In 1919 brak ze de drie grootste broeikassen af. Ze bleef in Korbeek-Dijle wonen tot 1921. In 1931 was de vijver ten noordoosten van de woning opgedroogd. Het domein was op dat moment in eigendom van Emma Verbeeck uit Oudergem. Emiel Joseph Alexis Simoens-Van Dooren was de vruchtgebruiker. Acht jaar later was Het Speelgoed eigendom van Leon Van Geel-Boghe. Hij liet de resterende broeikassen afbreken en zette er een stal. Leon zou Het Speelgoed in de volgende decennia verder omvormen tot landbouwbedrijf.

Beschrijving

Begin 21ste eeuw maakt Het Speelgoed deel uit van een hoeve. Het is gelegen op het erf van Beekstraat 3 en bereikbaar via een kasseiweg die loodrecht ligt op de straat. Ten zuidoosten van Het Speelgoed bevinden zich graslanden en een vijver. Het domein wordt begrensd door Buurtweg 20 bis. Een smeedijzeren poort aan Buurtweg 20 bis getuigt van een zuidoostelijke toegang tot het domein.

Het erf is toegankelijk via een groen geschilderde smeedijzeren poort en is gedeeltelijk ommuurd. De noordwestelijke muur, gelegen aan de straat, is opgebouwd uit baksteen die onderbroken wordt door drie torentjes en is gedeeltelijk wit geschilderd. Ten gevolge van verkavelingen maakt een deel van de historische muur momenteel deel uit van Korbeekse Kerkstraat 31 en 29.

De zuidoostelijke gevel van Het Speelgoed, gelegen aan de graslanden, is de eigenlijke voorgevel van het gebouw. Het Speelgoed heeft een L-vormig grondplan en telt twee bouwlagen. Het betreft een witgeschilderde baksteenbouw die bestaat uit een vleugel van vijf traveeën en een haaks aansluitende vleugel van acht traveeën, onder aaneengesloten, geknikte pannen schilddaken. Beide buitengevels op gecementeerde plint, hebben een regelmatige ordonnantie en worden geopend door rechthoekige vensters meestal met sluitsteen. Bij de twee vensters op het gelijkvloers, ten noordoosten van de deur, kan men een ontlastingsboog onderscheiden. Nagenoeg alle vensters zijn voorzien van persiennes. In de zuidoostelijke gevel is er in het midden een korfboogdeur, gevat in een natuurstenen omlijsting met sluitsteen en afgedekt door een waterlijst. De dubbele houten deur is groen geschilderd en heeft twee symmetrische rechthoekige ruiten met smeedijzerwerk en een bovenlicht met waaiervormige roedeverdeling. Ze is toegankelijk via twee treden.

De noordoostgevel was oorspronkelijk waarschijnlijk gelijkaardig met de zuidoostelijke voorgevel, maar werd in de 20ste eeuw gewijzigd toen het gebouw werd verbouwd tot stallen. Een deel van de muuropeningen werd dichtgemetseld.

De muuropeningen aan de erfzijde werden voor het grootste deel aangepast in de loop van de 20ste eeuw. Bouwsporen verwijzen nog steeds naar de historische situatie. De korte zijgevels zijn beide gecementeerd.

Op historische foto’s kan men zien dat de woning er in de tweede helft van de 20ste eeuw hetzelfde uitzag. Enkel de schoorstenen waren toen wit geschilderd. Op een oudere zwart-witfoto is te zien dat er zich in het dak, boven het middelste venster, een dakkapel bevond. Verder zijn er geen verschillen op te merken tussen de foto’s en de toestand van het gebouw op het moment van inventarisatie.

  • Documentatiecentrum 'De Pastorij', Erfgoedkamer Bertem.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Bertem, afdeling II (Korbeek-Dijle), 1849/12, 1855/7, 1882/9, 1887/2, 1893/17, 1901/7, 1919/2, 1931/ en 1939/13.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Primitief kadaster Bertem, afdeling II (Korbeek-Dijle), sectie B, 1831.
  • Stadsarchief Leuven, Archief van de Schepenbank, 7612, Akte: R°315.1-R°318.1.
  • Atlas Cadastral parcellaire de la Belgique, Philippe-Christian Popp, uitgegeven in 1842-1879, schaal 1:5000.
  • Atlas van de Buurtwegen, opgesteld naar aanleiding van de wet op de buurtwegen van 10 april 1841, schaal 1:2.500 (overzichtsplannen schaal 1:10.000).
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven in 1846-1854, schaal 1:20.000.
  • BOGAERTS P. 1899, Geschiedenis van Korbeek-Dijle, onuitgegeven nota’s.
  • S.N. 2018: Erfgoedinventaris, Gemeente Bertem, Bertem, brochure.
  • S.N. 1978: Korbeek-Dijle: het jaar van het dorp, Korbeek-Dijle.

Auteurs: Van Meerbeeck, Nina
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Landhuis Het Speelgoed [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306761 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.