is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve met botermolen De Bonte Os
Deze vaststelling is geldig sinds
De langgestrekte hoeve De Bonte Os werd in 1850 kadastraal geregistreerd door de weduwe en kinderen van Joannes Reyers, winkeliers uit Mechelen. Aan de achtergevel bevindt zich een authentieke botermolen, wat een zeldzaamheid wordt in Vlaanderen.
Het toponiem Bonte Os is ouder dan de hoeve uit 1850. Op de Atlas der Buurtwegen (1841) is “Bonten Os” een gehucht dat iets ten noorden van de huidige Bonte Os wordt gesitueerd. Op de topografische kaarten van het NGI wordt deze hoeve “Nieuwe Bonte Os” genoemd. Ten noordoosten hiervan werd de “Oude Bonte Os” getekend.
De hoeve staat op de Poppkaart (1858-1864) op dezelfde manier afgebeeld als op de kadasterschets van 1850, namelijk als één langgestrekt volume aan de straatzijde evenwijdig met de Bonten Osstraat. Wellicht was de botermolen van bij het begin aanwezig.
In 1980 werd de achtergevel van de hoeve uitgebreid in zuidoostelijke richting en werd daar tegenover een klein bijgebouw opgetrokken. In 1986 vonden werken plaats die waarschijnlijk de toegang tot de hoeve en de doorgang tussen de hoeve en het bijgebouw veranderden. Sinds 1978 is er een zorg -en ontmoetingscentrum gevestigd.
De Bonte Os is een langgestrekte hoeve van negen traveeën en één bouwlaag onder een vernieuwd schilddak. De verankerde baksteenbouw, met ankerbalkkoppen en stijlen verwijzend naar leembouw, is voorzien van een nieuwe bepleistering, witgeschilderd en op geschilderde plint. In 1959 was minstens de plint van de achtergevel hoger en van baksteen.
Hoewel de hoeve integraal is verbouwd tot zorg- en ontmoetingscentrum, is de oorspronkelijke samenstelling van het langgestrekte volume nog af te lezen in de gevel aan de straatzijde. In de vier rechtertraveeën zit het boerenhuis, met rechthoekige muuropeningen onder een houten latei en met blauwe hardstenen lekdrempels. Het houten schrijnwerk is, wellicht naar oud model, vernieuwd. Schuur en stal refereren door de aanwezigheid van houten stijlen en ankerbalkkoppen nog duidelijk naar de vroegere leem- en vakwerkstructuur. De stallen, links naast het woongedeelte, vertonen twee kleine vierkante vensters onder een houten latei. De schuurpoort, links van de stallen, is momenteel uitgewerkt als gevelhoge beglaasde erker en wordt links geflankeerd door twee blinde traveeën.
De achtergevel van de hoeve is onregelmatiger vormgegeven. Het schuurgedeelte bevat een lagere aanbouw, hoogstwaarschijnlijk van latere datum, onder een lessenaarsdak; in de zijgevel van de aanbouw bevindt zich een deur onder houten latei. Het stalgedeelte kent ook hier een klein vierkant venster, met rechts ervan een deur met betralied bovenlicht.
Opmerkelijk is de botermolen aan de achtergevel van de boerenwoning. Een botermolen bestaat uit een groot wiel met een loopband voor een hond, die de molen in beweging moest brengen. Het verlengde van de as van het wiel stak door de gevel en stond in verbinding met de boterkarn. De botermolen werd waarschijnlijk in Vlaanderen uitgevonden op het einde van de 18de eeuw en was een eerste stap in de mechanisering van de boterproductie. Het houten boterwiel heeft een diameter van 2,79 meter en een omtrek van 8,95 meter. De houten omheining voor de botermolen is gedecoreerd met links een dubbel en rechts een enkel uitgesneden hartje; deze omheining lijkt op basis van oud fotomateriaal niet origineel te zijn. De botermolen bevindt zich onder een overkragend gedeelte van het dak zoals dat de gewoonte was. Vroeger was er enkel een afdak boven de botermolen zelf, later is dat afdak rechts van de molen doorgetrokken.
Rechts van de botermolen zit de rechthoekige achterdeur met betralied bovenlicht. Historische foto’s tonen dat het venster links van de botermolen tussen de jaren 1960 en de eerste helft van de jaren 1980 is bijgemaakt. Op het moment van inventarisatie zijn het venster links van de botermolen en het venster rechts van de deur vergroot en niet meer beluikt. Het venster boven de deur was in 1959 nog een kruisvenster. Wanneer dit vervangen is door tralies, valt niet af te leiden uit de foto’s. Verder links bevindt zich een houten deur met venster. In 1959 was dit nog een smal verticaal venster.
In de noordoostelijke zijgevel van het oorspronkelijk gebouw bevinden zich drie rechthoekige muuropeningen met houten latei en een lekdrempel van blauwe hardsteen. In het midden is een deur met een kruisvenster als bovenlicht. De kruisvensters hierlangs hebben eveneens een houten latei en dorpel van blauwe hardsteen. De zuidwestelijke zijgevel is blind en heeft een kleine metalen aanbouw van na 1978.
Auteurs: Van Meerbeeck, Nina
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Baal
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve met botermolen De Bonte Os [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306833 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Gemeente Tremelo
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.