erfgoedobject

Klooster en meisjesschool van de zusters der christelijke scholen

bouwkundig element
ID
306834
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306834

Juridische gevolgen

Beschrijving

Het klooster en de meisjesschool van de zusters der christelijke scholen werden gebouwd in 1895 en liggen middenin Baal-dorp. Het oudste deel ligt in de noordoostelijke hoek en bestaat uit een kloosterhuis van 1895. Een L-vormige aanbouw van 1934 zorgt voor de verbinding met het langwerpige klassengebouw uit 1907 en 1912, dat loodrecht staat ten opzichte van de straat. Andere schoolgebouwen dateren uit de 20ste eeuw.

Historiek

Als gevolg van de schoolwet van 1879 werd in Baal in 1885 een katholieke meisjesschool opgericht. Hiervoor deed pastoor Caytan beroep op de zusters der christelijke scholen van Vorselaar, die tot 2001 in Baal verbleven. Het eerste klooster was een klein huis, aangekocht door pastoor Caytan (†1904). Eén kamer van het huis diende als klaslokaal. Daarnaast was er een schoolgebouw met twee klaslokalen. De volgende jaren werden telkens klassen bijgebouwd. Vanaf 1892 geeft het kadaster niet meer de pastoor aan als eigenaar, maar ”Maria De Winter en consoorten, kloosterlingen”. Er werd een kapel gebouwd in de tuin, die bovendien ommuurd werd.

In 1895 besliste men om het klooster en één klaslokaal te slopen en een nieuw en groter klooster te bouwen, bestaande uit een woning voor de zusters en een westelijke aanbouw met klaslokalen, beide gelegen aan de straat. Het is dit kloostergebouw dat er op het moment van de inventarisatie nog staat. Het kadaster van 1896 spreekt niet van een nieuwbouw maar van een reconstruction partielle, vermits slechts een gedeelte werd herbouwd (klooster en één klas). Datzelfde jaar werden er ook klassen ondergebracht in de kapel. Volgens Brusselaers werd de tuin in 1899 ommuurd maar het kadaster registreerde dit pas in 1905. Anderzijds werden de oostelijke en zuidelijke muur al ingetekend op de mutatieschetsen van 1892.

Na het overlijden van pastoor Caytan in 1904, ging zijn woning met bijgebouw, gelegen ten westen van de klaslokalen, naar de zusters. In 1907 werd de kapel gesloopt en kwam er een nieuwe speelplaats. De zusters lieten ten zuidwesten van het klooster een nieuw langwerpig schoolgebouw met drie klaslokalen optrekken, loodrecht op de straat. Dit is het meest zuidelijke deel van het klassengebouw dat op het moment van de inventarisatie de scheiding vormt tussen de twee speelplaatsen. Het klooster werd in 1908 in het oosten uitgebreid met een loodrechte aanbouw in zuidelijke richting. Bovendien werden het schoolgebouw en het klooster verbonden onder de noemer “schoolhuis”. In 1910 werd de speelplaats vergroot. Twee jaar later werd het vroegere huis van pastoor Caytan verbouwd. Ook het schoolgebouw met klooster aan de straatzijde werd verbouwd. Het langwerpige klassengebouw werd uitgebreid in noordelijke richting met twee klaslokalen. Daar recht tegenover werd een klein bijgebouw gezet.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren de zusters gedwongen te vluchten en verbleven er in het klooster soldaten van het Duitse leger, die een deel van de gebouwen en het meubilair beschadigden. In 1924 liet moeder Celinia een binnenmuur bouwen om het klaslokaal naast het klooster in twee te delen: het ene lokaal werd de huishoudklas, het andere de bewaarklas. Moeder Marciana begon in 1934 met de uitbreiding van het klooster en de school. De plannen werden getekend door architect De Roeck uit Mechelen. Dit wordt bevestigd in het kadaster van 1935. De vroegere woning van pastoor Caytan en het kleine bijgebouw werden gesloopt. Ten westen hiervan werd een nieuw gebouw opgetrokken. Dit gebouw bevindt zich op het moment van inventarisatie aan de straatzijde, ten westen van de westelijke speelplaats. Het langwerpige klassengebouw van 1907, dat loodrecht staat op de straat, werd verlengd met een aanbouw tot aan de straat die het gebouw bovendien verbond met het school- en kloostergebouw. Ook de aanbouw van dit laatste gebouw werd in zuidelijke richting uitgebreid. Deze gebouwen maken op het moment van inventarisatie nog altijd deel uit van de Sint-Annaschool.

Als men het klooster op het moment van inventarisatie vergelijkt met historische foto’s, kan men vaststellen dat het kloostergebouw weinig veranderd is. Het meest opvallende is het verdwijnen van het gevelbeeld dat zich tussen de twee middelste vensters van de verdieping bevond. Ook het traliewerk voor de vensters en de schoorstenen zijn in de loop der jaren verwijderd. Verder had het hieraan grenzende klassengebouw oorspronkelijk een pannen dak en vier dezelfde rondboogvensters.

Beschrijving

Het oudste deel van het scholencomplex ligt in de noordoostelijke hoek, aan de straat en bestaat uit een kloosterhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak met aansluitend ten westen een lagere klassenvleugel van vier traveeën en één bouwlaag onder leien zadeldak. Deze twee gebouwen dateren van 1895. Aan de westelijke zijgevel van de aanbouw bevindt zich een L-vormige aanbouw van 1934 die zorgt voor de verbinding met het langwerpige klassengebouw uit 1907 en 1912, dat loodrecht staat ten opzichte van de straat. Ten zuiden van de gebouwen aan de straatzijde en ten oosten van het langwerpige klassengebouw bevindt zich de oostelijke speelplaats. De andere speelplaats bevindt zich ten westen van het klassengebouw van 1907 en 1912. Het schoolgebouw ten noorden van deze speelplaats en aan de straatzijde, dateert van de tweede helft van de 20ste eeuw. Ten westen hiervan bevindt zich het andere gebouw uit 1934 met pannen zadeldak met een kleine wit geschilderde aanbouw met plat dak aan de straatzijde. Dit gebouw werd mogelijk verbouwd in de loop van de 20ste eeuw. Ten zuiden hiervan bevinden zich aanbouwen met een plat dak die ook dateren uit de tweede helft van de 20ste eeuw. Het uitzicht van de gebouwen ten zuiden van de twee speelplaatsen is niet gekend.

Het kloosterhuis opgetrokken uit rode baksteen is een dubbelhuis met een verzorgd uitgewerkte lijstgevel aan de straat met verwerking van zwarte baksteen voor muurbanden en rollagen boven de segmentbogige muuropeningen met hardstenen lekdrempels en houten schrijnwerk. Het klooster heeft een houten geprofileerde kroonlijst op klossen met daaronder een bakstenen tandlijst. De plint van het gebouw is gecementeerd. De muuropeningen op het gelijkvloers hebben een blauwe hardstenen tussendorpel. Rechts van de deur bleef een voetschraper bewaard.

Aangezien het om gesloten bebouwing gaat, is er slechts een klein deel van de blinde zijgevels zichtbaar. De westelijke zijgevel is bezet met leien en had één klein rechthoekig venster dat is dichtgemaakt. Het uitzicht van de achtergevel is niet gekend.

De westelijk aansluitende klassenvleugel heeft een gecementeerde plint en vier segmentbogige vensters met een blauwe hardstenen lekdrempel. De twee meest westelijke vensters zijn smaller en hebben een stenen tussendorpel. De westelijke zijgevel heeft in het midden een kleine oculus. Het uitzicht van de achtergevel is niet gekend.

De L-vormige aanbouw uit 1934 is eveneens opgetrokken uit rode baksteen op een gecementeerde plint en telt drie op vijf traveeën onder plat dak. De rechthoekige muuropeningen zijn bovenaan met elkaar verbonden door een gecementeerde muurband. Dit gebouw is aangesloten aan de noordelijke gevel van het haaks op de straat ingeplante klassengebouw onder zadeldak uit 1907 en 1912. Ook dit gebouw is opgetrokken uit rode baksteen. De westelijke gevel heeft een plint van bruine baksteen en een luifel over de hele lengte. Deze vleugel telt zeventien traveeën met twee rechthoekige deuren met bovenlicht en rechthoekige vensters met lekdrempels van blauwe hardsteen. De vorm en grootte van de vensters is waarschijnlijk veranderd in de loop van de 20ste eeuw. Het schrijnwerk is niet origineel. Het uitzicht van de oostelijke en zuidelijke gevel is niet gekend.

Ook het westelijk gebouw uit 1934 onderging waarschijnlijk verbouwingen in de loop van de 20ste eeuw. De vleugel telt acht traveeën en één bouwlaag onder pannen zadeldak met de nok loodrecht op de straat. De muuropeningen zijn rechthoekig en voorzien van hardstenen lekdrempels.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Tremelo, afdeling II (Baal), archief kadaster 1886/7, 1887/7, 1892/11, 1896/11, 1905/6, 1907/10, 1908/40, 1913/14, 1935/11 en 1950/21.
  • Privéarchief Jan Van Dijck.
  • BRUSSELAERS F. 2002: ‘Het klooster en de school te Baal bestaan meer dan honderd jaar (deel 1)’, Het Oude Land van Aarschot 37.2, 95-100.
  • BRUSSELAERS F. 2005: ‘Het klooster en de school te Baal bestaan meer dan honderd jaar (deel 2)’, Het Oude Land van Aarschot 40.3, 152-157.
  • Geopunt Vlaanderen, Luchtfoto Vlaanderen, winter 2013-2015 [online], https://www.geopunt.be/ (geraadpleegd op 25 januari 2019).

Auteurs: Van Meerbeeck, Nina
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Klooster en meisjesschool van de zusters der christelijke scholen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306834 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Gemeente Tremelo

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.