Café In den Prins werd in 1921 heropgebouwd in een karakteristieke wederopbouwstijl, nadat het gebouw in 1914 ten gevolge van oorlogsfeiten door brand was vernield. In de onmiddellijke nabijheid van de kerk en voorafgegaan door een rechthoekig pleintje vormt deze herberg een sterk beeldbepalend element.
Historiek
Café In den Prins werd volgens J. Lauwers gebouwd in 1830 en was ongeveer 130 jaar in bezit van de familie Juliens. In 1858 werd de herberg uitgebreid met een achterliggende danszaal. De herberg brandde af in augustus 1914 tijdens gevechten tussen de Belgen en de Duitsers. In 1921 werd het café heropgebouwd in kalkzandsteen naar een ontwerp van architect Alfred Minner uit Sint-Joost ten Node. De heropbouw werd in 1921-1922 kadastraal geregistreerd als gedeeltelijke afbraak en vergroting in eigendom van Jan Marcelus Juliens-Desaeger, de weduwe en kinderen. Het uitzicht bleef op het schrijnwerk na tot vandaag ongewijzigd.
Op 29 juni 1959 werd het café samen met de achterliggende feestzaal eigendom van de VZW Sint Augustinus Parochiale Werken Elewijt die het ensemble tot op vandaag uitbaat als parochiecentrum. Bij moderniseringswerken in 1966 werd het interieur aangepast en vermoedelijk ook het dak dat volgens oude foto’s geknikt was en bekleed met pannen.
Beschrijving
Café In den Prins is opgetrokken uit de lokale kalkzandsteen op een rechthoekige plattegrond onder een kunstleien schilddak met de nok parallel aan de kerk. Het betreft een breedhuis van drie à vijf traveeën en twee bouwlagen, waarvan de voorgevel uitgeeft op een gekasseid pleintje ten noordoosten van de kerk. Deze gevel, een lijstgevel centraal onderbroken voor een in- en uitgezwenkte topgevel, vertoont een dubbelhuisopstand en wordt geopend door gedrukte rondboogvensters op de begane grond en steekboogvensters op de bovenverdieping. Alle vensters hebben hardstenen lekdrempels en zijn gevat in een eenvoudige, doch contrasterende bakstenen omlijsting met sluitsteen, voluutvormig uitgewerkt op de begane grond. Het schrijnwerk werd vernieuwd met uitzondering van de deur en de oculus in de met hardsteen afgelijnde top. De deur daarentegen is gevat in een geringde witstenen neorococo omlijsting met vruchtenslinger en wordt bekroond met een rechthoekig venstertje in een uitgewerkte omlijsting met uitgeholde hoeken en druiventrossen en de ijzeren benaming In den Prins. Onder de betonnen kroonlijst verwijzen de sierlijk uitgewerkte ankers naar de bouwheren en het bouwjaar: J(uliens) 1921 D(esaeger).
De overige gevels worden afgelijnd door de omlopende kroonlijst en zijn nagenoeg blind. Slechts twee gelijkaardige steekboogvensters in de westgevel en eentje in de achtergevel. Bewaarde bakstenen omheiningsmuur aan de oostzijde.
De begane grond wordt volledig ingenomen door de gelagzaal.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten, Zemst, afdeling IV (Elewijt), 1921-1922/23.
- J.L.. 1959: Oude herberg "In den Prins", De Brug, maandblad Milac-Elewijt 9.5, 9-10, 17-18.
- Lauwers J. 1997: Zeven eeuwen heerlijkheid Perk-Elewijt, het mooie land van Rubens en Teniers, Perk, 586-588.
- Historische informatie verzameld door Bart Bohets (december 2018).