is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Pastorie van Okselaar
Deze vaststelling is geldig sinds
De pastorie van Okselaar werd in 1898 in opdracht van het gemeentebestuur van Zichem opgetrokken voor pastoor Remi Brisack. Het eenvoudige neotraditionele ontwerp is van de Leuvense architect Théodore van Dormael en werd uitgevoerd door aannemer Materne uit Leuven.
Het terrein van de pastorie lag aan het einde van de 18de eeuw in onbebouwd heidegebied, ten noorden van enkele vijvers in het gehucht ‘Groot Oxelaer’, nog net binnen het grondgebied van Brabant. De primitieve kadasterkaart toont circa 1830 een onbebouwd perceel 444, gelegen aan de recent aangelegde ‘Oxelaer Straat’. Zowel de Atlas der Buurtwegen (circa 1840) als de Poppkaart (1842-1879) tonen eenzelfde onbebouwde situatie. De legger van de Poppkaart beschrijft perceel 444 als ‘Terre’, in eigendom van landbouwer Joseph Hautmeyers. Rond 1880 werd de Okselaerstraat rechtgetrokken waardoor het perceel een aanpassing kreeg in de zuidoostelijke hoek. Aan het einde van de 19de eeuw werd het perceel een eerste maal versmald aan de westelijke grens (rond 1897, perceel 444b) en een tweede maal aan de oostelijke grens (rond 1899).
Kasteelheer Eugène Bosquet lag in 1896 aan de basis van de oprichting van de zelfstandige parochie Okselaar; hij betaalde de bouw van de kerk en schonk hiervoor de grond aan de kerkfabriek van Okselaar. Daarnaast bakende hij de parochiegrenzen af en bemiddelde hij bij de komst van een onderwijscongregatie. De familie Bosquet was vanaf de 19de eeuw reeds bepalend voor de ontwikkeling van Okselaar. Zo was Henri Bosquet (vader van Eugène), bewoner van het Arendschot, één van de pioniers van de turfontginning in de streek. Philip Bosquet, de broer van Eugène, werd burgemeester van Zichem.
In december 1897 verzocht de kerkfabriek van Okselaar het gemeentebestuur van Zichem een pastorie in Okselaar te bouwen. Ze werd gebouwd op een perceel gemeentegrond aan de Brabantsebaan.
Het ontwerp is van de Leuvense architect Théodore van Dormael en werd uitgevoerd door aannemer Materne uit Leuven. De eerstesteenlegging vond plaats op 17 april 1898. Het totale kostenplaatje bedroeg 17.847,93 Belgische frank. Een mutatieschets uit 1900 bevestigt de bouw van de pastorie met een losstaand langwerpig bijgebouw ten noordwesten ervan op een aanzienlijk terrein.
Théodore Van Dormael liep stage in het atelier van Joris Helleputte en vestigde zich in 1900 als zelfstandig landmeter en architect in Heverlee. Hij ontwierp verschillende woningen in en rond Leuven en ook verschillende gebouwen op het grondgebied Heverlee waaronder zijn eigen woning in de Kardinaal Mercierlaan (waarschijnlijk nummer 69) en het klooster van de zusters van de Jacht. Zijn ontwerpen zijn veelal traditioneel van inspiratie, zoals ook de pastorie van Okselaar die in een eenvoudige neotraditionele stijl werd ontworpen. In de jaren 1940 nam zijn zoon Paul het atelier over.
De huidige kadastrale toestand dateert van 1981-1982. Gelijktijdig met een aanbouw aan de noordwestelijke hoek van de pastorie, verkleinde het perceel naar de gebouwen en de voortuin. De rest van het onbebouwde terrein werd in 2014 door de stad gekocht om er zes sociale woningen op te bouwen.
Anno 2018 ondergaat de voormalige pastorie een grondige renovatie in het kader van een herbestemmingsproject door Diest-Uitbreiding in samenwerking met de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW). De bouwplannen tonen een opdeling van de pastorie in drie appartementen en een nieuwbouw ten noordoosten ervan met nog eens zes aaneengesloten woningen van twee bouwlagen. Tussen de pastorie en de nieuwbouw wordt een nieuwe weg voorzien na de afronding van de bouwwerken (Witgoor).
De voormalige pastorie van Okselaar is een vrijstaand dubbelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder een met leien bedekt zadeldak. Het dak zelf is bij de recente renovatie ingrijpend veranderd. Zo werden er langs de voorzijde van het gebouw twee nieuwe dakvlakvensters toegevoegd en een dakkapel met aluminium bekleding. Het pand is opgetrokken in donkerbruine baksteen met enkele witte kalkzandstenen hoekstenen, op een bakstenen plint met hardstenen lijst waarin segmentbogige, betraliede keldervensters. Alle muuropeningen zijn segmentbogig, met bakstenen rollagen.
De straatgevel is als lijstgevel uitgewerkt met vernieuwde kroonlijst; in vergelijking met de andere gevels kreeg deze gevel iets meer aandacht, door de natuurstenen hoekstenen aan de hoeken van de gevel en aan de muuropeningen. De eerste bouwlaag wordt gekenmerkt door een centraal gelegen, rechthoekige voordeur onder hardstenen latei met segmentbogig bovenlicht. De ramen zijn recentelijk vervangen door hedendaagse varianten in pvc.
De oostelijke zijpuntgevel werd ingrijpend gewijzigd tijdens de recente renovatie. Buiten de bestaande steekboogvensters kreeg de geveltop een groot nieuw zoldervenster. Langs de daklijst zijn vijf hoefijzervormige muurankers zichtbaar. De westelijke zijpuntgevel wordt gekenmerkt door een kleine bijbouw van één bouwlaag en werd tevens voorzien van nieuwe pvc-ramen en -deuren.
De overigens zeer eenvoudige achtergevel wordt geopend door steekboogvensters. Onder de hedendaagse daklijst is de originele bakstenen tandlijst nog zichtbaar. De vier gevels werden opnieuw gevoegd waardoor veranderingen aan venster- en deuropeningen nog moeilijk te onderscheiden zijn.
De tuin is momenteel niet onderhouden. De wildgroei aan planten en bomen laten niets over van een oorspronkelijk tuinontwerp.
Auteurs: Dirix, Evelien; Goovaerts, Sebastiaan
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Zichem
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie van Okselaar [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306866 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.