Villa Caroline is een burgerhuis in eclectische stijl met elementen uit de art nouveau en de neo-Vlaamserenaissance-stijl uit het begin van de 20^ste eeuw. De Villa Caroline werd gebouwd voor Adolphe Bosmans (Erps-Kwerps 1877) en zijn echtgenote Carolina Caerlens (Brussel 1866). Het opschrift naast de deur vermeldt ‘A. Delmez, Arch. 1909, Bruxelles.’ Van deze architect is slechts één andere woning gekend, een woning in gelijkaardige eclectische stijl in de Lakenselaan in Jette.

De Villa Caroline is gebouwd in de onmiddellijke omgeving van de spoorweg en het station. De aanpalende woningen werden in 1952 afgebroken om de eerste brug over de spoorweg aan te leggen waarna de villa onmiddellijk naast de brug gelegen was. Deze brug werd inmiddels gesloopt en vervangen. Het gebouw ligt nu naast de nieuwe straat die naar de parkeerplaats bij het station leidt.

Met hekpijlers en mooi smeedijzerwerk omheinde, deels gekasseide voortuin.

Het half vrijstaande gebouw bestaat uit twee traveeën van twee bouwlagen op hoog souterrain onder een gemansardeerd leien zadeldak, met een tegen de linkerzijgevel een lage aanbouw van één poorttravee, waarachter zich een nieuwbouwvolume bevindt. Het pand is opgetrokken in rode baksteen met hoekkettingen die de traveeën aflijnen en omlijstingen van de muuropeningen in witte natuursteen, op een plint in blauwe hardsteen met een groot, betralied keldervenster.

Typische enkelhuisindeling van de voorgevel van het hoofdgebouw, met de voordeur in de smalle deurtravee links en rechts een brede venstertravee. De puntgevel van de brede venstertravee accentueert de verticale geleding. De puntgevel is afgewerkt met witte zandstenen hoek- en dekstenen. Opvallend zijn de muurbanden, het muuranker en het gebogen witstenen fronton, elementen uit de neo-Vlaamserenaissance-stijl. De korfbogige muuropeningen worden geaccentueerd door de getande witstenen omlijsting. Het schrijnwerk van de voordeur is bewaard, dat van de vensters gekopieerd. De hoogte van de poorttravee aan de linkerzijde is beperkt tot de hoogte van de leefruimte van de bel-etage. De poort en het venster boven de poort zijn gevat in één witstenen omlijsting met een getande structuur.

Kenmerkend voor de art nouveau zijn de vloeiende lijnen die de natuurstenen omlijstingen van de deur en vensters, de indeling van de houten ramen en de organische vormen van de ijzeren balustrades voor het venster op de bel-etage en op het balkon van de eerste verdieping.

De achtergevel is sober uitgewerkt met rechthoekige vensters. De bakstenen gevel is volledig gepleisterd met een motief van voegen dat verwijst naar hoge en brede natuurstenen. Het gebouw achter de gevel met de poort is volledig vernieuwd.

Blinde zijgevel bedekt met wachtleien.