De bouw van de tweede Leuvense stadsomwalling voltrok zich tussen 1357 en 1365. Door de eeuwen heen werd de omwalling regelmatig hersteld. Keizer Jozef II decreteerde in 1781 de ontmanteling van alle versterkte steden, behalve Antwerpen. Uiteindelijk moest Leuven enkel de in 1672 en 1674 gebouwde redoutes afbreken. Tijdens het Franse bewind werden een aantal stadspoorten hetzij gedeeltelijk, hetzij volledig gesloopt. Onder het Nederlandse bestuur ging men verder met de sloop van de poorten en werden ook de muur en de torens afgebroken.
Tussen 1885 en 1890 stelde de industrieel Edouard Remy (1813-1896) jaarlijks 10.000 fr. ter beschikking om werklozen te betalen die werden ingezet bij het slechten van het deel van de vesten tussen de Tervurense en de Brusselse poort, toen nog 'Brusselse vest' genoemd. Tussen 1886 en 1890 werd dit deel van de vesten in een 'promenade' herschapen naar ontwerp van Pierre Livin ("Liévin") Rosseels (1843-1921). De vanaf dan genaamde 'Edouard Remyvest' is een sprekend voorbeeld van 19de-eeuwse promenadeaanleg.
De grote lijnen van het ontwerp omvatten welomlijnde struikmassieven en hoogstammige bomen, in groepjes of solitair, naald- of loofboom, opgesteld langs enkele zichtassen.
De zuidelijke helft, tot ongeveer ter hoogte van de huidige Van Waeyenberghlaan, is vlak, maar naar de Brusselse poort toe krijgt de Remyvest het uitzicht van een echte wal, met als hoogtepunt de 'Luibank', een bij Leuvenaars bekend uitzichtpunt. Het Diestiaan massief dat zich uitstrekt tussen de Woluwe en de Dijlevallei bereikt precies op dit punt de noordwestelijke rand van de stad. De tweede stadsomwalling heeft vanaf hier tot aan de vaart het karakter van een brede gracht. De bij de aanleg uitgegraven ijzerzandsteen werd vermoedelijk gebruikt bij de bouw van de stadswal. In het massief van de 'Luibank' bevond zich een ijskelder, die bevoorraad werd met ijs afkomstig uit een vijver op de Mechelse vest.
Nadat de 'Boulevard Edouard Remy' op 7 september 1890 was ingehuldigd, kwam de aanleg van de Mechelsevest en, daarbij aansluitend, de hellingen van de Keizersberg ter sprake.
Vandaag rest nog bijzonder weinig van het oorspronkelijke bomenbestand op de Remyvest, ten gevolge van weguitbreidingswerken.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DB002075, Tweede stadsomwalling van Leuven (VAN ROY D. & DENEEF R. 1997).
Auteurs: Deneef, Roger; Van Roy, Diane
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. & Van Roy D. 1997: Tweede stadsomwalling van Leuven: deel Edouard Remyvest [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298664 (geraadpleegd op ).
De bouw van de tweede Leuvense stadsomwalling voltrok zich tussen 1357 en 1365. Door de eeuwen heen werd de omwalling regelmatig hersteld. Keizer Jozef II decreteerde in 1781 de ontmanteling van alle versterkte steden, behalve Antwerpen. Uiteindelijk moest Leuven enkel de in 1672 en 1674 gebouwde redoutes afbreken. Tijdens het Franse bewind werden een aantal stadspoorten hetzij gedeeltelijk, hetzij volledig gesloopt. Onder het Nederlandse bestuur ging men verder met de sloop van de poorten en werden ook de muur en de torens afgebroken.
Tussen 1885 en 1890 stelde de industrieel Edouard Remy (1813-1896) jaarlijks 10.000 fr. ter beschikking om werklozen te betalen die werden ingezet bij het slechten van het deel van de vesten tussen de Tervurense en de Brusselse poort, toen nog 'Brusselse vest' genoemd. Tussen 1886 en 1890 werd dit deel van de vesten in een 'promenade' herschapen naar ontwerp van Pierre Livin ("Liévin") Rosseels (1843-1921), telg van een Leuvense tuinarchitectenfamilie, die in Nederland reeds verschillende gelijkaardige projecten gerealiseerd had. De vanaf dan genaamde 'Edouard Remyvest' is een sprekend voorbeeld van 19de-eeuwse promenadeaanleg. De grote lijnen van het ontwerp omvatten welomlijnde struikmassieven en hoogstammige bomen, in groepjes of solitair, naald- of loofboom, opgesteld langs enkele zichtassen Het padentracé op een niet gedateerd plan van het zuidelijke gedeelte van de Remyvest, vermoedelijk van de hand van Liévin Rosseels, beantwoordt nog min of meer aan de huidige toestand.
De zuidelijke helft, tot ongeveer ter hoogte van de huidige Van Waeyenberghlaan, is vlak, maar naar de Brusselse poort toe krijgt de Remyvest het uitzicht van een echte wal, met als hoogtepunt de 'Luibank', een bij Leuvenaars bekend uitzichtpunt. Het Diestiaan massief dat zich uitstrekt tussen de Woluwe en de Dijlevallei bereikt precies op dit punt de noordwestelijke rand van de stad. De tweede stadsomwalling heeft vanaf hier tot aan de vaart het karakter van een brede gracht. De bij de aanleg uitgegraven ijzerzandsteen werd vermoedelijk gebruikt bij de bouw van de stadswal. In het massief van de 'Luibank' bevond zich een ijskelder, die bevoorraad werd met ijs afkomstig uit een vijver op de Mechelse vest.
Aan de hand van de plannen, de beplantingsvoorschriften en de plantenlijst van de Mechelsevest kan men zich een beeld vormen van de oorspronkelijke beplanting. Een visueel belangrijke rol wordt hier toebedeeld aan (mogelijk Hongaarse) zilverlinde (Tilia tomentosa of T. petiolaris), die in combinatie met iep en lijsterbes ("Sorbier à gros fruits", mogelijk de toen pas geïntroduceerde Sorbus aucuparis 'Rossica') en voorafgegaan door een groep Turkse eiken (Quercus cerris) op een scharnierpunt werden aangeplant. Op visueel-strategisch belangrijke plaatsen staan vaak ook vorm- of kleurcultivars opgesteld.
Bij de opmaak van een bomeninventaris in 1976, op het moment dat de verbredingswerken aan de Ringlaan volop in uitvoering zijn, is nog een groot gedeelte van de oorspronkelijke aanplanting aanwezig. Bij een tweede dendrologische inventaris in 1996 was bijna de helft van het oude bestand verdwenen. Toch zijn er nog een aantal exemplaren aanwezig die niet alleen toelaten om van een belangrijke dendrologische collectie te spreken, maar die de structuur en de stijlkenmerken van het oorspronkelijke ontwerp suggereren.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DB002075, Tweede stadsomwalling van Leuven (VAN ROY D. & DENEEF R. 1997).
Auteurs: Deneef, Roger; Van Roy, Diane
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. & Van Roy D. 1997: Tweede stadsomwalling van Leuven: deel Edouard Remyvest [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298666 (geraadpleegd op ).
Door de bevolkingsaangroei van Leuven werd in de 14de eeuw een tweede ringmuur noodzakelijk; tijdens de 13de eeuw waren reeds de buitenwijken van Sint-Michiel, Sint-Kwinten, Sint-Jacob en Sint-Gertrudis bewoond. Toelating door Jan III verleend in 1340; het werk werd pas in 1357 aangevangen onder leiding van Jan Hore en Hendrik Sammen; de omheiningsmuur, voorzien van acht poorten werd in 1363 afgewerkt; gedurende de 15de en zelfs begin 16de eeuw werden de achtenveertig torens opgetrokken.
De tweede walmuur, versterkt door brede gracht en een zekere grondophoging, werd gebouwd van baksteen en voorzien van overstekende bovenpartijen, lagere muur in de moerassige gebieden, tussen de Naamse Poort en de Voer. Deze versterking werd vaak gerestaureerd, onder meer van 1425 tot 1439 en tussen 1478 en 1480.
Bij decreet van de Hollandse regering volledig gesloopt, na gedeeltelijke afbraak onder Napoleon; nadien gebruikt voor aanleg van de ringlanen, die ongeveer hetzelfde tracé volgen.
Overblijfselen: onderbouw van de "Verloren Kosttoren" (1462?) bij de Mechelsesteenweg en een paar muurresten van de Mechelse poort bij de ingang tot de Keizerbergabdij. Brusselse poort, twee neoclassicistische commiezenhuizen uit 1825 door Martin Joseph.
Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs: Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Genicot L. & Van Aerschot S. & de Crombrugghe A. & Sansen H. & Vanhove J. 1971: Tweede stadsomwalling van Leuven: deel Edouard Remyvest [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298665 (geraadpleegd op ).