De villa in cottagestijl werd in het kadaster geregistreerd in 1937 voor G. André-Bergen, handelaar in Heverlee.
De villa is gelegen aan de noordkant van de Tiensesteenweg, niet ver van de afslag naar het dorpscentrum van Korbeek-Lo. In het interbellum werd de Tiensesteenweg als belangrijke invalsweg met een landelijk karakter, een geliefde bouwplaats voor vrijstaande of halfopen woningen en villa’s.
Vrijstaande villa in smalle tuin. Aan de zuid- en westzijde van het perceel is de originele lage afsluitingsmuur tussen pijlers grotendeels bewaard: de ijzeren buisleuning tussen de pijlers is verdwenen en bij de inrit zijn de twee pijlers opnieuw opgebouwd in snelbouwsteen. Achter de inrit bevindt zich een eenvoudige garage met houten vleugelpoort met erboven een venstertje onder zadeldak.
De villa beschrijft een rechthoekige plattegrond met de korte zijde naar de straat en bestaat uit twee bouwlagen en twee op vier traveeën onder een zadeldak met rode pannen (nok haaks op de straat). De woning is opgebouwd uit baksteenmetselwerk in halfsteens verband, dat zichtbaar is op het gelijkvloers en op de verdieping een bepleisterd parement heeft met pseudovakwerk. Gecementeerde, donkergroen geschilderde plint met keldergaten. De villa heeft een sterk pittoresk karakter, dat wordt versterkt door het gebruik van plantenbakken als borstwering. De straatgevel is een brede puntgevel met op het gelijkvloers links een trapeziumvormige erker onder leien dak en rechts een breed rechthoekige venster, gevat tussen dubbele bakstenen pijlers met kapiteel van drie rijen baksteen. Alle vensters zijn gevat onder een doorlopende, donkergroen geschilderde betonnen latei. Voor de borstwering zijn er vermoedelijk originele, wit geschilderde bloembakken aanwezig. Op de verdieping zijn er drie rechthoekige, kleine vensters, gevat in de vakken van het pseudovakwerk: één smal in het midden en twee bredere aan weerszijden. In de gevelpunt zijn er drie smalle vensters. Het dak is afgewerkt met een witte, houten uitkragende kroonlijst.
De voordeur bevindt zich in de derde travee van de westelijke zijgevel, gevat tussen twee bakstenen pijlers en onder een schuin afdakje gedragen door houten gewitte korbelen. Aan de rechterzijde van de deur bevindt zich een kastkapelletje. Op de begane grond verder rechthoekige, beluikte vensters met lateien en uitkragende lekdorpels, alle groen geschilderd. Ter hoogte van de derde travee bevindt zich een grote witte plantenbak op de groene doorlopende plint. Op de verdieping zijn er tussen vier kleine vensters, ingepast in de vakken van het pseudovakwerk. De lijstgevel is afgelijnd door een overhangende dakrand gedragen door korbelen.
Het uitzicht van de ander zijgevel is onbekend.
Het schrijnwerk werd vernieuwd, wellicht naar historisch model.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Leggers Bierbeek, Afdeling II (Korbeek-Lo), artikel 1371.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen Bierbeek, Afdeling II (Korbeek-Lo), 1937/19.