Typerende burgerwoning van modernistische inslag van drie bouwlagen onder een plat dak en één travee, opgetrokken uit platte gele baksteen met geaccentueerde lintvoeg op een hardstenen plint. Gevelopstand horizontaliserend door doorlopende onder- en bovendorpels van de grote rechthoekige venster- en deuropeningen en verticaliserend door aanwenden van gevelhoge muurpijlers en vooruitspringende gevelvlakken.
Het burgerhuis van architecten Georges Decock en Leo Dierickx uit 1939, heeft een rechthoekige erker in de bovenbouw die in de deurtravee uitloopt in licht verspringende halfronde balkons met rondboog vensterdeuren en metalen borstweringen, telkens onder een betonnen luifeltje. Origineel schrijn- en smeedwerk.
Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 99905 (bouwvergunning 09.06.1939).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)