Karakteristieke villa uit het begin van de 20^ste eeuw, met ruime tuin, waarbij de voortuin langs de straat is afgesloten door een ijzeren hek. De villa werd kadastraal als nieuwe bouwing geregistreerd in 1914 in eigendom van August De Cock-Demayer, landb(ouwe)r Meysse. De villa werd in 1913 in gebruik genomen.

Onderkelderde baksteenbouw met licht verhoogde begane grond, drie traveeën en twee bouwlagen onder haaks in elkaar gewerkte pannen zadeldaken. De onderbouw is uitgewerkt in blauwe hardsteen en breuksteen met in de hardstenen aflijning rechts naast de deur een verwijzing naar de benaming Villa Denise. Groene en witte geglazuurde baksteen werd aangewend voor decoratieve muurbanden en de versiering van de gevarieerde boogvelden en rollagen boven de rechthoekige vensters met ijzeren I-latei.

Typisch voor de straatgevel is de combinatie van een lijstgevel links en een puntgevel rechts waarbij deze laatste gemarkeerd wordt door een iets smaller uitspringend gedeelte eveneens met puntgevel. Beide puntgevels hebben een overkragende bedaking met windbord. Het linkse gedeelte met lijstgevel wordt afgelijnd door een kroonlijst op uitgewerkte modillons en geopend door een drielicht op de begane grond en een tweelicht op de bovenverdieping beide met hardstenen tussenstijlen, hoek- en sluitstenen en lekdrempels. In de oksel met het uitspringend gedeelte bevindt zich de deur, verborgen achter een later toegevoegd tochtportaal, en hogerop een deurvenster met glas in lood en ijzeren balkonleuning. De vensters in het puntgevelrisaliet zijn, met uitzondering van het rondboogvenster in de top, eenvoudig rechthoekig maar vertonen overigens dezelfde kenmerken als de andere vensters.

Links is er een later aanbouwsel (zie bouwnaad en materiaalverschil) met een halve trapgevel. De rechter zijgevel is blind met doorlopende muurbanden van groene en witte geglazuurde steen en uitgewerkte schoorsteenaanzetten. Voor zover zichtbaar gelijkaardige linkerzijgevel.