is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Biesenhof
Deze vaststelling is geldig sinds
Burgerwoning met neotraditionele kenmerken uit het laatste kwart van de 19de eeuw gebouwd als buitenverblijf in opdracht van Pieter Willems en gelegen op de grens met de Waalse gemeente Nethen (Grez-Doiceau). De nabijheid van de Dijlevallei en het Meerdaalwoud bepaalde waarschijnlijk mee de keuze om hier een buitenverblijf te bouwen in de nabijheid van het station van Sint-Joris-Weert.
De op prentkaarten als "kasteeltje" benoemde villa werd gebouwd in opdracht van Pieter (of Petrus) Willems en werd kadastraal geregistreerd in 1884 op een daarvoor onbebouwd terrein. Pieter Willems gebruikte de woning als buitenverblijf van 1884 tot zijn overlijden in 1898. Deze uit Maastricht afkomstige professor, hoogleraar en secretaris aan de KULeuven was tevens de oprichter en voorzitter van het Davidsfonds. De grond voor de villa verwierf hij via de familie van zijn vrouw, Clemence Henot. Naast de stadswoning in Leuven en enkele opbrengsteigendommen had de familie dit buitenverblijf in Sint-Joris-Weert. Samen met de villa werd er ten westen, tegen de Roodsestraat, een dienstgebouw opgetrokken (vandaag verbouwd tot woningen nummers 4 en 4B). Enkele jaren later werd er kadastraal een vergroting geregistreerd waarbij de villa ten noorden een aanzienlijke uitbreiding kende tot het huidige L-vormig volume met hoektoren.
Tijdens het interbellum werd de ruime woning bewoond door de zusters van de orde van de passionisten (1928-1932). Zij gebruikten het "klooster" als verblijfplaats om de jonge zusters aan de universiteit van Leuven voor te bereiden op hun taak als missiezuster in Congo. In 2015 werd er naar aanleiding van de 175ste geboortedag van Pieter Willems een gedenkplaat aangebracht bij de toegang tot het burgerhuis.
Burgerwoning gelegen op een ruim hoekperceel, aan de hoek van de Kauwereelstraat met de Roodsestraat. De tuin is op de hoek van de straat afgesloten door twee met schijnvoegen gecementeerde pijlers met topbekroning.
Woning op een L-vormige plattegrond van twee bouwlagen opgetrokken uit baksteen onder een gecombineerde bedaking bedekt met leien. De voor- of oostgevel telde oorspronkelijk vijf traveeën en werd uitgebreid met een extra travee en een hoektoren. De noordvleugel, die enkele jaren later aan het oorspronkelijke plan werd toegevoegd, telt vijf traveeën en de hoektoren. Beide vleugels zijn zo een spiegeling van elkaar. De gevels bestaan uit de combinatie van een trapgevel aan de uiterste twee traveeën en een lijstgevel tot aan de hoektoren. De voorgevel van de oudste vleugel is voorzien van een dakkapel met trapgevel, de andere vleugel is voorzien van kleinere dakkapellen. De lijstgevels zijn afgezet met een baksteenfries bestaande uit een dubbele muizen- en bloktand.
De gevels worden gekenmerkt door rechthoekige muuropeningen op de begane grond met hardstenen dorpels voorzien van luikduimen. De dubbele deur kent een vlakke hardstenen omlijsting. De muuropeningen op de verdieping zijn getoogd en hebben een als kordon doorlopende hardstenen onderdorpel. Het schrijnwerk is vernieuwd en de luiken zijn verdwenen. De beeldbepalende hoektoren met spitsboogvormige muuropeningen was in oorsprong nog een geleding hoger en was voorzien van twee trapgevels met hiertussen een zadeldak. Vandaag is deze ingekort. Op oude postkaarten is te zien dat de woning voorzien was van gecementeerde (?) banden, bij de restauratie zijn deze waarschijnlijk verwijderd.
In de zuidelijke zijgevel zijn bouwsporen zichtbaar van gedichte muuropeningen waaronder een segmentboogpoort. Er zouden nog interieurelementen bewaard zijn.
Auteurs: Verwinnen, Katrien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Sint-Joris-Weert
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Biesenhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307051 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.