Mausoleum opgetrokken in 1912 voor de familie Torley. Henri Torley (1849-1912) kocht het kasteel van Huizingen in 1900. Hij gaf de opdracht om het mausoleum te bouwen. Zijn weduwe Selma Elisabeth Michaël (1875-1941) huwde met de Belg Lucien Devillers (1881-1960). In het mausoleum liggen vandaag zowel leden van de familie Torley als Devillers begraven.

Beschrijving

Het mausoleum Torley is opgesteld op het hoogste punt van de begraafplaats. Het gebouw is zuidoost-noordwest georiënteerd met de toegang in het zuidoosten. Het grafteken wordt omringd door een omheinde graftuin. De omheining bestaat uit een hardstenen plint, vierkante pijlers met een classicistische bekroning. Tussen de pijlers en erin verankerd, staat een smeedijzeren hek en een poort.

Het mausoleum op rechthoekige plattegrond werd opgetrokken uit natuursteen en heeft de structuur van een klassieke tempel. Een plint met kwarthol profiel draagt de gevels die worden geritmeerd door pilasters met basementen en vereenvoudigde Korinthische kapitelen, tondo’s, muurlijsten, panelen en hooggeplaatste rechthoekige vensters. De vensters zijn ingevuld met een combinatie van niet-figuratief structuurglas en glas-in-loodramen met afbeeldingen van Christus. In de zijgevels zitten ter hoogte van de fries verluchtingsgaten. Op het dak staan vier akroteria. Het mausoleum heeft een voorportaal met een omlijste metalen deur en een fronton, bekroond met een kruis. Het fronton is voorzien van een afbeelding van een zandloper met twee vleugels, een typisch symbool voor de vergankelijkheid.

Het interieur is uitzonderlijk uitgewerkt op twee niveaus met een crypte en een bovenkapel. De vloer van de inkompartij is belegd met marmer. Een marmeren trap leidt naar de ondergrondse crypte en een dubbele trap leidt naar de grafkapel op de bovenverdieping. De wanden van de trap naar de crypte zijn integraal uitgevoerd in marmer. Een marmeren lambrisering die begint bij de toegangsdeur en volledig doorloopt in de bovenkapel tot tegen het altaar verbindt de ruimte tot één geheel. De trapleuning naar de bovenkapel is uitgevoerd in geschilderd ijzer. De trappalen hebben decoratieve elementen in neorenaissancestijl. De metalen leuningen zijn naar klassiek model versterkt met horizontaal, verticaal en diagonaal geplaatste metalen verbindingen. De kruising van deze laatste is versierd met een ronde knoop.

De crypte is afsluitbaar met een smeedijzeren hek. Zowel de vloer als de wanden zijn voorzien van tegels van recentere datum. De crypte kreeg wellicht midden 20ste eeuw een renovatiebeurt. Dat gebeurde in elk geval voor 1995 wanneer de laatste bijzetting gebeurde. De toen verwijderde blauwe muurtegels werden niet terug geplaatst. De crypte is overwelfd door middel van gepleisterde troggewelven op metalen liggers. In elke zijwanden zijn drie nissen voorzien voor kisten. De nissen zijn afgesloten met grafplaten uit carraramarmer. De grafplaten zijn uniform uitgewerkt met een omlopende lijst, links en rechts een kruis en ertussen het grafschrift in verdiepte en vergulde letters. Het grafschrift op de grafplaten tegen de westelijke wand luiden van boven naar onder: “Ici repose/ Elisabeth Restelli/ née De Villers/ 1942-1995/ R.I.P.” , “Ici repose/ Claire De Beer/ 1881-1964/ R.I.P.” en “Ici repose/ Henry Torley/ industriel à Bruxelles/ né à Cummersbach le 2 mars 1849/ Décédé en Tyrol le 19 juillet 1912/ R.I.P.”. Aan de andere kant luiden de grafschriften “Ici repose/ Barbara Elise De Villers/ née Mosselmans/ 1911-1989/ R.I.P.”, “Ici repose/ Lucien Marie François Devillers/ 1881-1960/ R.I.P.” en “Ici repose/ M. Elisabeth Devillers Michaël/ née le 6 juin 1875/ er décédée le 25 avril 1941/ R.I.P.”.

De bovenkapel is sober ingericht. De bovenbouw van de kapel is opgetrokken uit natuursteen. De vloer is belegd met marmer. Het plafond bestaat uit een metalen structuur waartussen marmerplaten werden opgehangen. Tegen de achterwand staat een marmeren neoclassicistisch altaar opgesteld met een naar onder toe versmallende altaartafel. De altaartafel is voorzien van een gesculpteerd kruis. De enige decoratie zijn de geprofileerde plint en een omlopende lijst. De bovenbouw vormt een klassiek portiek met pilasters, architraaf met cirkelvormige decoratie en een fronton uitlopend op een kruis.

Volgens het verslag van de monumentenwacht Vlaams-Brabant is het gebruikte marmer voor de trappen, de lambriseringen en het altaar het Belgische rouge royal. De vloer bestaat uit een combinatie van rouge royal voor de omlopende en opdelende stroken en carraramarmer voor de invulling. Het plafond van de kapel bestaat integraal uit carraramarmer.