is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteelhoeve Wange
Deze vaststelling is geldig sinds
Historische kasteelhoeve van Wange, hoofdzakelijk met 18de- en 19de-eeuwse hoevegebouwen in een gesloten opstelling op een site die vroeger van een omgrachting was voorzien.
De kasteelhoeve Wange is gelegen aan het einde van de Eliksemstraat op een perceel dat in het zuiden wordt begrensd door de Kleine Gete. Het originele kasteel zou teruggaan tot de 12de eeuw en wordt op een wandtapijt van de ‘Doorbraak van de (Brabantse) Franse linies’ uit 1705 nog als een versterkte burcht met twee torens afgebeeld. Kort daarna, in 1736, werden het huidige woonhuis en poortgebouw opgetrokken. Het kasteel evolueerde tot hoeve, waardoor men tot op vandaag spreekt van ‘de kasteelhoeve van Wange’. De Villaretkaart (1745-1748) toont een U-vormig aaneengesloten complex met vrijstaand bijgebouw aan de oostzijde. De hoeve bevond zich op een site met dubbele walgracht en was bereikbaar door een brug over de Kleine Gete. In de tweede helft van de 18de eeuw werd het geheel uitgebreid tot een volledig gesloten hoeve. Op de Ferrariskaart werd de site als ‘Chateau de Wanghe’ beschreven, terwijl het zich in de enclave ‘Franchise du Comte de Namur’ bevond. De site was bereikbaar door een brug over de Kleine Gete en een tweede brug over de walgracht. De noordelijke walgracht werd niet langer aangegeven.
In de eerste decennia van de 19de eeuw is het nog steeds een gesloten hoeve. De uitbouw aan de oostelijke flank en de hoekverbinding tussen de oost- en zuidvleugel, die nog te zien zijn op de Ferrariskaart (1771-1778), zijn verdwenen. Nog opvallend is de verlegging, versmalling en onderbreking van de walgracht die de hoeve omsloot. De walgracht loopt vanaf dan breder rondom het complex, takt ten oosten aan op de Gete maar laat ten westen ruimte voor een voetweg stroomopwaarts langs de rivier. In deze periode werd daar, op zo’n 40 meter van de westflank, ook een brouwerij gebouwd.
Rond 1863 was de site in handen van Le Marquis D’Arconati, een rentenier uit Brussel die enkele bouwwerken liet uitvoeren. Zo werd er een uitbouw aan de zuidwestelijke hoektoren en een nieuwe oostvleugel voorzien. De brouwerij werd weer afgebroken. In 1909 werden er opnieuw enkele wijzigingen uitgevoerd, ditmaal door de nabestaanden van eigenaar Louis-Jos-Henri Vinckenbosch-Janssens. Zo werd de oostelijke uitbreiding weer gesloopt en volgde er een aanbouw aan de noordwestelijke hoek van de noordgevel. Verder verving men het torengebouw en een aanbouw uit 1862 door een bredere vleugel, mogelijks gaat het om een koetshuis. Tenslotte kwam er een kleine aanbouw aan de zuidwestelijke hoek van de westgevel.
In 1979 en 1981 werden verdere uitbreidingswerken uitgevoerd. In 1980 werden de gevels van het woonhuis gereinigd. Daarbij werden een aantal sporen van kaleilagen verwijderd. Aan het einde van de 20ste eeuw werd een bestemmingswijziging naar verblijfsgelegenheid voor hoevetoerisme doorgevoerd, waardoor de hoeve een nieuwe commerciële functie kreeg. Na een reeks verbouwingen (zoals de sloop van een stal onder lessenaarsdak aan de noordgevel) opende ‘Kasteelhoeve Wange’ in 2010 voor gasten en bezoekers. Een grote verbouwing volgde in 2017-2018 met de renovatie van het woonhuis en de nieuwbouw van een vergaderzaal met een berging aan de noordgevel. Van de oostelijke dwarsschuur werd enkel de dakstructuur vernieuwd.
De zogenaamde kasteelhoeve van Wange bevindt zich ten westen van het dorpscentrum van Wange, op de noordelijke oever van de Kleine Gete. De hoeve ligt in de vallei, gedomineerd door weidse akkerplateaus van Brabants Haspengouw. De site is bereikbaar via een kasseiweg in verkapte kwartsdiorieten (porfier), via een smalle brug over de rivier. De boog van de brug is opgetrokken in Gobertangesteen, met kruisvormige muurankers, terwijl de muren een amalgaam zijn van Tiens kwartsiet, baksteen en beton. Van de oorspronkelijke omwalling van het voormalige kasteel zijn er geen zichtbare sporen meer.
De gesloten hoeve bestaat uit verankerde bakstenen gebouwen onder pannen zadeldaken gegroepeerd rond een rechthoekig erf, deels in kasseistenen en deels in beton, bereikbaar via het poortgebouw van 1736 in de zuidvleugel met links daarvan een voormalig wagenhuis. In de westvleugel bevindt zich het woonhuis van 1736, de noordvleugel deed dienst als paardenstallen en opslagruimten, de oostvleugel bestaat uit een grote dwarsschuur die haar huidige vorm kreeg in 1909.
De westvleugel met centraal woonhuis dateert uit 1736. Tijdens een renovatiefase van 2018-2019 werden het volledige schrijnwerk en de daken vernieuwd. Daarnaast werd het interieur volledig gestript en gemoderniseerd. De gehele interne structuur van het woonhuis bestaat nu uit een houtskelet. Het woonhuis is een dubbelhuis van vijf traveeën een twee bouwlagen op hoog souterrain met aan beide zijden een lagere aanbouw van één travee en een bouwlaag. Het volume wordt gekenmerkt door rode baksteenbouw met gebruik van witte natuursteen voor de plint, steigergaten, negblokken en omlijsting van de deuropening. De verhoogde gelijkvloerse verdieping is te bereiken via een bordestrap van 10 treden. Centraal in deze trappartij is er een rondboogdeur naar het souterrain. Het pand kan worden betreden via een nieuwe houten toegangsdeur met bovenlicht in een natuurstenen omlijsting. Verder wordt de erfgevel geopend door licht getoogde vensters met een rollaag, vier hoekblokken in Gobertangesteen en een lekdrempel in petit-granit, doorgetrokken op de bovenverdieping. De hoekblokken worden herhaald als omlijsting van het centrale woonhuis en de achteruitspringende traveeën. De gedichte stellingsgaten net onder de dakrand, zijn afgewerkt met Gobertangesteen. De westgevel is identiek aan de erfgevel.
Het centrale volume van het woonhuis heeft een zadeldak met gegolfde zwarte pannen. Net boven de kroonlijst, laag in het dakvlak, zitten 5 moderne dakvlakvensters. De aanbouwvolumes links en rechts hebben een identiek leien zadeldak. In de noordelijke aanbouw zat reeds een kleine dakkapel aan de erfzijde, die werd behouden bij de renovatie. Het dakvlakvenster aan de zuidelijke aanbouw werd vervangen door een identieke dakkapel.
Het poortgebouw in de zuidvleugel telt één travee en één hoge bouwlaag en dateert uit 1736. De rechthoekige inrijpoort is aan straatzijde afgewerkt met hardstenen hoekkettingen onder een houten latei, mogelijk een gerecupereerde moerbalk, waarboven een grote bakstenen ontlastingsboog zit. Net boven de latei is er een getoogde beeldnis voor een beeld van Sint-Antonius (met het varken), waaronder recent een natuursteen met opschrift “Kasteelhoeve” werd aangebracht. Aan de erfzijde zien we dezelfde opbouw, zonder hoekkettingen. Onder de ontlastingsboog bevinden zich invlieggaten voor de duiventil die zich onder het zadeldak tussen de zijpuntgevels bevindt. Ten westen van het poortgebouw bevindt zich een breder voormalig eenlagig koetshuis van vier traveeën, nu ingericht als opslagplaats en bureauruimte. Dit volume kreeg haar uiteindelijke vorm bij verbouwingen aan het begin van de 20ste eeuw. De straatgevel is blind en opgebouwd uit verschillende materialen, waaronder massieve blokken tuffeau de Lincent, Gobertangesteen, Tiens kwartsiet en meer recente baksteen. Rechts een eenlagig nieuwbouwvolume dat dienstdoet als praktijkruimte.
Sinds het midden van de 18de eeuw wordt het centrale erf geheel omsloten, nadat een nieuwe oostelijke vleugel werd opgetrokken. Deze dwarsschuur onderging onder meer in 1863 verbouwingswerken. In het eerste decennium van de 20ste eeuw werd de schuur in zuidoostelijke richting verbreed tot vijf traveeën. De vleugel is niet volledig afgewerkt met een plint waardoor aan de buitengevels vochtschade zichtbaar is in de onderste lagen bakstenen. De erfgevel heeft een centrale rondboogpoort met posten in petit-granit en een segmentboogdeur in de zuidoostelijke hoek. Links van de poort zijn verschillende gedichte muuropeningen zichtbaar. De oostgevel wordt enkel geopend door een centrale rondboogpoort met posten in petit-granit, twee later toegevoegde kleine vensters en een deur in de noordoostelijke hoek. De zuidelijke zijpuntgevel vertoont op het gelijkvloers rechthoekige vensters en drie uilengaten in de geveltop. De noordelijke zijpuntgevel is blind, op drie uilengaten in de top na. Er is een kleurverschil waar een eenlagige aanbouw met zadeldak geweest is.
De noordelijke stalvleugel vertoont diverse bouwsporen, maar is als volume ongewijzigd sinds de eerste weergave op de kaarten van het midden van de 18de eeuw. De vroegere paardenstallen en opslagzolder werden in functie van de huidige commerciële activiteiten verbouwd als een ontvangstruimte, sanitair blok, keuken, eetruimte, tweedelige vergaderzaal en gastenkamers. Na recente aanpassingen bestaat de vleugel uit anderhalve bouwlaag met ongelijkmatige travee-indeling en recente deuren en stalvensters met natuurstenen omlijsting. In het dakvlak werden aan de erfzijde twee klimmende dakvensters in het roodbruine pannendak aangebracht. De erfgevel toont verder gedichte laaddeuren en -vensters met omlijstingen in gobertangesteen. Bij verbouwingen in 2017-2018 werd de overgangshoek tussen de noord- en westvleugel volledig gewijzigd door de toevoeging van een overhoeks breed venster met toegangsdeur. De erfgevel bestaat uit veertien traveeën waarvan op de binnenkoer slechts twee een plint in Gobertangesteen hebben. Hetzelfde materiaal werd gebruikt bij de omlijsting van alle rondbogige staldeuren, vensters en laadvensters. Tegen de noordgevel zien we op schetsen uit 1909 een eenlagige aanbouw met een diepte en breedte van drie traveeën verschijnen. Deze deed dienst als stal met bakstenen troggewelf, heden onder een plat dak. De gevel aan de noordzijde wordt geopend door identieke rechthoekige vensters en deuren met forse cementomlijsting, alle doorgetrokken tot op het grondoppervlak. Dezelfde ritmiek werd doorgetrokken onder de kroonlijst met rechthoekige vensters die bovenaan en aan weerszijden omlijst worden door eenzelfde cementomlijsting.
Aan de noordwestelijke hoek werd een langgerekte stal opgetrokken in 1981. Op deze plek staat nu een overdekte piste met daarnaast een langs het woonhuis aangebouwde moderne seminarieruimte bekleed met houten planken. Overige vrijstaande stalgebouwen ten noordoosten werden opgetrokken in functie van de moderne landbouwactiviteiten in het laatste kwart van de 20ste eeuw en door de huidige eigenaars weer gesloopt.
Auteurs: Dirix, Evelien; Cornelissen, Tom
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Wange
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteelhoeve Wange [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307088 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.