is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Norbertuskerk
Deze vaststelling is geldig sinds
Georiënteerde longitudinale kruiskerk met westtoren en hoog koor in neogotische stijl. De kerk, toegewijd aan de Heilige Norbertus, werd opgericht in 1907 door de norbertijnen van de Parkabdij (Heverlee), meer bepaald op initiatief van kanunnik Basile Van Beygarden, naar het ontwerp van architect E. Van Beygaerden.
De oorsprong van de Sint-Norbertuskerk gaat terug tot de 19de eeuw, toen in 1858 het eerste station in Landen werd gebouwd. Dit zorgde voor een betere ontsluiting van de omgeving waardoor hier een nieuwe en snel groeiende parochie ontstond. Al in de tweede helft van de 19de eeuw was het perceel waarop de kerk zou worden gebouwd in het bezit van de kerkfabriek van Rumsdorp. In 1907 werd er geoordeeld dat er een kerk moest gebouwd worden. Architect E. Van Beygaerden was verantwoordelijk voor het ontwerp, terwijl de financiering werd uitgevoerd door de norbertijnen van de Parkabdij in Heverlee. Zij zouden naderhand ook de zielenzorg van de parochianen voor hun rekening nemen. De eerstesteenlegging vond plaats op 6 juni 1907 door prelaat G.Q. Nols. Een jaar later was de kerk, nu onder toezicht van architect Albert Geens, klaar voor de zegening door deken Joannes Maris. Hetzelfde jaar werd de kerk geregistreerd op het kadaster.
Op 8 december 1908 werden de drie klokken geplaatst maar het zou nog negenentwintig jaar duren voor het pijporgel werd geïnstalleerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de klokken verwijderd door de Duitse bezetters, maar ze werden in 1945 vanuit Hamburg terug gebracht.
De kerk kende verschillende renovatie- en herstellingsfasen doorheen de 20ste eeuw maar werd niet structureel aangepast. Al in 1917 werd een eerste restauratie uitgevoerd door de firma Landrin en Eugène Van Orp-le Grand en in 1920 werd elektriciteit aangelegd. Vanaf 1921 was de Sint-Norbertusparochie officieel erkend en stond ze onder toezicht van kanunnik Eduard Norbert Schools. In de tweede helft van de 20ste eeuw werd de kerk herhaaldelijk hersteld en herschilderd. Het dak werd zowel in 1958 als 1963 hersteld en de kerk werd tegelijkertijd voorzien van mazoutverwarming. In 1991 werd het interieur opnieuw geschilderd en in 1993 voorzag men de trap van nieuwe traptreden. In 2010 werden herstellingen uitgevoerd aan het dak van de toren na stormschade en in 2011 werd het interieur van het koor hersteld na waterschade. De kerk is tot op heden in gebruik.
Georiënteerde longitudinale kruiskerk met basilicale opstand, in neogotische stijl. De kerk is gelegen te midden van de wijk die zich ontwikkelde ten noorden van het station van Landen en ze is Ingeplant op een grosso modo trapeziumvormig perceel, waarop ook de pastorie werd gebouwd. Het perceel is quasi volledig omgeven door een laag muurtje en in haagvorm gesnoeide coniferen.
De plattegrond ontvouwt een uitspringende westtoren, een driebeukig schip van vijf traveeën, een licht uitspringend transept met vlakke sluiting en een koor van twee rechte traveeën met driezijdige sluiting, geflankeerd door annexen, sacristie en bergruimte, onder plat dak. Het geheel is opgetrokken uit baksteen op een natuurstenen onderbouw, afgelijnd door een afgeschuinde waterlijst, en afgedekt door leien daken.
Aan de Sint-Norbertusstraat domineert de westtoren van vier geledingen, gemarkeerd door versneden hoeksteunberen, onder ingesnoerde naaldspits. Onderaan de toegangspoort, gevat in een hardstenen spitsboogvormige omlijsting en voorafgegaan door een bordestrap omwille van de verhoogde ligging ten opzichte van de straat. Het spitsboogveld boven de rechthoekige poort is ingevuld door een reliëf uit cortenstaal, ter verwijzing naar de patroonheilige, met de vermelding ‘Sancte Norberte Ora Pro Nobis’ (Sint-Norbertus, bid voor ons). Het reliëf in het timpaan verbeeldt de Heilige Norbertus die de gemeenschap zegent met een monstrans, van de hand van Landens kunstenaar Dirk Minten, ter gelegenheid van de festiviteiten rond het honderdjarig jubileum van de kerk in 2008. De diverse geledingen worden aangegeven door geprofileerde hardstenen waterlijsten. De muuropeningen zijn spitsboogvormig, behalve in de derde geleding waar ze rechthoekig zijn en gevat in een spaarveld, afgelijnd door een spitsboogfries. Ook de galmgaten in de bovenste geleding zijn spitsboogvormig. Aan de zuidzijde van de toren staat een driekwartronde traptoren eindigend met een fries van zes rondboogjes onder een kegeldak en met de wenteltrap gelijklopende rechthoekige lichtgleuven. Het schip met basilicale opstand wordt geritmeerd door versneden steunberen waartussen gekoppelde spitsboogvensters. De hogere middenbeuk vertoont een gelijkaardig uitzicht doch hier zijn de steunberen vervangen door lisenen. Beide gevels worden afgelijnd door een muizentand. De transeptarmen worden afgesloten door een tuitgevel met aandak en schouderstukken en versneden hoeksteunberen; beide gevels worden geopend door drie gekoppelde spitsboogvensters waarvan het middelste hoger is. Het koor wordt eveneens geopend door eenvoudige spitsboogvensters.
Het sobere interieur vertoont een houten spitstongewelf ter hoogte van de middenbeuk, koor en dwarsbeuk. Een spitsboogarcade met geprofileerde scheibogen, ondersteund door pijlers uit hardsteen met neogotisch bladwerkkapiteel ritmeert de traveeën van de lichtbeuk. Trek- en steunbalken verstevigen het gebinte.
Het marmeren hoofdaltaar versierd met een Jezusmonogram, werd net als de hardstenen doopvont in 1919 geplaatst door L. Landeloos uit Leuven. Het altaar staat op een hardstenen sokkel die afkomstig is van de voormalige preekstoel. Bovenop staat een eikenhouten beeld van de patroonheilige Sint-Norbertus van de hand van Wenmaeckers uit 1984. Een tabernakel in de noordbeuk, afkomstig van het hoofdaltaar, verbeeldt op de deur een reliëf van het Lam Gods. Onder de triomfboog hangt een calvariekruis uit 1946. De kruiswegstaties dateren uit 1921. Het interieur wordt verder versierd door de witgeschilderde gipsen heiligenbeelden van de Heilige Antonius, Heilige Rita, Onze-Lieve-Vrouw, Heilige Jozef, Heilige Quirinus en het Heilig Hart, giften uit de periode 1917-1930. Het orgel werd in 1937 ingewijd. Het bestaat uit een 19de-eeuwse eiken orgelkast met enkele oude orgelpijpen, bekroond met engelenkop en bovenaan een trofee van muziekinstrumenten. Het orgel is gesigneerd door J.B. D’Hondt, orgelmaker uit Wolfsdonk (Aarschot).
Enkel de zes spitsboogvensters in het koor hebben figuratief gekleurd glas. Het centrale glasraam (anno 1919) geeft een beeltenis van ‘St. Norbert P.P.N.’ weer en is van de hand van Leuvens glazenier Charlier. Het onderste gedeelte van het venster toont een wapenschild met staf, mijter en kruis met daaronder het opschrift ‘Les Habitants du Quartier au Chanoine Basile van Beygarden Fondateur de cette église’. De overige glasramen bestaan uit beeltenissen van de Heiligen Michael (1927), Quirinus (1937) en Eduard. In het transept zien we in de lancetramen de figuur Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen (geschonken in 1961) en het Heilig Hart (1933). Beide figuren worden door heiligen geflankeerd. In de gekoppelde spitsboogramen van de zijbeuk werden medaillons met onder meer heiligen en de kanunniken Van Beygarden en Schools ingezet (geschonken in de periode 1928-1933). Ook achteraan in de zuidbeuk blijven de naam van beide norbertijnen, op gedenkplaten gegrift, nadrukkelijk verbonden met het kerkgebouw.
Auteurs: Dirix, Evelien; Goovaerts, Sebastiaan; Cornelissen, Tom
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Landen
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Norbertuskerk [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307094 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.