Villa met postkantoor gebouwd in 1931 voor het echtpaar Jan Jozef Hendrickx-Knaepen. Rode baksteenbouw met verspringend volumespel en typerende stijl- en kleurelementen uit de geometrische interbellumarchitectuur.

Historiek

Op 22 november 1920 bericht ‘De Leeuwenaar’ over de oprichting van een hulppostontvangerij in Rummen, op initiatief van oud-strijder Jan Jozef Hendrickx. De eerste locatie van de dienst was het huis van gemeentesecretaris Janssens aan de andere kant van het dorp. Het echtpaar Jan Jozef Hendrickx-Knaepen bouwde in 1931 de huidige villa met postkantoor in de Persoonstraat. Met de opheffing en verwijdering van de infrastructuur van tramlijn 498, die zich net achter de villa bevond, in 1950, kocht Hendrickx het betrokken perceel aan als tuingedeelte. In dezelfde periode verhuisde het postkantoor naar een andere locatie in het dorp. De woning bevindt zich nog in de originele staat. Enkel het perceel onderging nog enkele aanpassingen in de tweede helft van de 20ste eeuw.

Beschrijving

Vrijstaande, ruime burgerwoning in tuin; voortuin van de straat afgescheiden door smeedijzeren hekwerk en lage beukenhaag met centrale toegang richting voordeur. Het gebouw bevindt zich aan het begin van de Persoonstraat en is zichtbaar vanaf de Ketelstraat. Het betreft een rode baksteenbouw met typerende rood-witte kleurencombinatie op gecementeerde plint. De woning op complexe plattegrond en met karakteristiek volumespel bestaat uit twee vleugels van twee bouwlagen die in L-vorm tegen elkaar geplaatst zijn en gevat zijn onder rode pannen schilddaken met ijzeren pirons. De overkragende bedaking wordt langs de lijstgevels ondersteund door decoratief uitgesneden houten korbelen. In de oksel van beide volumes is er een lager volume van één bouwlaag waarvan het platte dak dienst doet als terras, afgezet met een bakstenen balustrade.  De diverse gevels, meer bepaald lijstgevels met uitzondering van een afgeknotte puntgevel aan de straat, worden getypeerd door het contrast van het donkere, verzorgde metselwerk met een witgeschilderde bepleisterde strook onder de kroonlijst. De gevarieerde boogvormige muuropeningen kregen een bakstenen rollaag met witte geverfde gecementeerde sluit- en hoekstenen. Het schrijnwerk bleef integraal bewaard.

Zoals gebruikelijk is de straatgevel het meest decoratief uitgewerkt. De centraal geplaatste toegang is omwille van de licht verhoogde begane grond toegankelijk via een kleine hardstenen steektrap en wordt rechts geflankeerd door een met witte kaleilaag afgewerkte bow-window die dienst doet als balkon voor het deurvenster met zijlichten op de verdieping. Dit balkon is afgezet met bakstenen balusters, gelijkaardig aan de balustrade van het lagere okselvolume. Doorlopende, witte sierlijsten op de benedenverdieping zorgen voor een visuele eenheid.

De zuidelijke zijgevel is blind.