erfgoedobject

Hoeve Ter Borgt

bouwkundig element
ID
307105
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307105

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Ter Borgt
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

U-vormige hoeve, qua oorsprong opklimmend tot de eerste helft van de 13de eeuw met een statig 18de-eeuws woonhuis in Maaslandse stijl. De oorspronkelijke hoeve bestond uit afzonderlijke volumes rond een binnenhof maar groeide in de loop van de 18de en het begin van de 19de eeuw uit tot een gesloten hoeve. Door het slopen van de noordwestvleugel in de jaren 1980 kreeg de hoeve opnieuw een U-vormig grondplan: de zuidoostvleugel omvat het woonhuis, de toegang tot het erf, een stal en een bergruimte; de zuidwestvleugel bestaat heden uit een moderne schuur en de noordoostvleugel omvat de stallen.  Verder ten noordoosten ligt een L-vormige voormalige varkensstal.

Historiek

De hoeve werd voor een eerste maal vermeld in 1240 in een akte tussen de cisterciënzerinnenabdij van Oriënte en Willem van Montferrant waarin een pacht van een jaarlijks aantal zilverlingen werd vastgesteld. De abdij was slechts enkele jaren eerder, in 1234, net buiten ‘Graessem’ opgericht door Arnold VII, graaf van Loon en heer van Rummen. Deze gegevens geven twee mogelijkheden: de hoeve aan de huidige Persoonstraat bestond al in 1234 en werd ingelijfd als pachthoeve door de abdij of ze werd kort hierna gebouwd. Door de opheffing en verkoop van de abdij in 1798 ging het grootste gedeelte van de archivalia van zowel de abdij als ‘Hoeve ter Borg’ verloren en is er weinig geweten van de geschiedenis van de hoeve tussen de oprichtingsdatum en de 18de eeuw.

In de hoeve werden in een latei (in de oostvleugel) en in een steen in het woonhuis de jaartallen 1723 en 1738 verwerkt. Afgaande op de sobere stijl van het woonhuis, kan de woning in haar kern inderdaad dateren uit de eerste helft van de 18de eeuw. De Villaretkaart (1745-1748) toont een naar het zuiden geopende U-vormige hoeve. Midden 18de eeuw wordt de site uitgebreid met twee vrijstaande gebouwen ten noordwesten en een vijver net ten zuidoosten van het woonhuis. Opmerkelijk is evenwel dat de Ferrariskaart (1771-1778) de U-vormige hoeve weergeeft met een opening naar het noorden. De Ferrariskaart identificeert de hoeve voor een eerste maal als ‘C(en)se Ter Borgt’ terwijl oudere bronnen spreken van ‘Ter Borg’. Aangezien er geen aanwijzingen zijn voor een voormalige burcht (‘borgt’) maar wel een dicht bosgebied (met dan voornamelijk berk), gaat het vermoedelijk om een interpretatiefout.

Wel maakt het primitief kadasterplan duidelijk dat de hoeve een grondige uitbreidingsfase kende aan het einde van de 18de eeuw of het begin van de 19de  eeuw. De hoeve was door de opheffing van de cisterciënzerinnenabdij ondertussen in privé-eigendom. Het kadasterplan toont een volwaardige gesloten hoeve met een uitbreiding van de noordoost- en zuidoostvleugels en een nieuwe noordwestvleugel aan ‘Pachthoeve ter Borg’. Op de locatie van de vijver werd de zuidoostvleugel verlengd waarbij een nieuwe waterpartij ten noordwesten van de hoeve ontstond, die tot vandaag nog terug te vinden is. Rond 1845 stond de hoeve beschreven als ‘Pachthof’ (de stallen) en ‘Speelhuis’ (het woonhuis) in eigendom van Petrus Hoebaers, burgemeester van Velm. Door de karige archivalische bronnen is het onduidelijk vanaf wanneer het huidige woonhuis in gebruik was als ‘speelhuis’.

Aan het einde van de 19de eeuw gaf eigenaar Odilon Hoebaers-Vinckenbosch de opdracht tot een ‘reconstruction partielle’ van perceelsnummer 202, het speelhuis, en de ‘convertion d’un batiment rural, réunie avec 203 sous 203a’. Naast de kadastrale samenvoeging van de onderdelen van de hoeve, werd een L-vormig volume ten oosten van de noordoostvleugel aangebouwd, dat dienst deed als varkensstallen, en een aanbouw in het verlengde van de zuidoostvleugel opgericht. Aangezien bouwplannen ontbreken, is het onduidelijk in hoeverre het hoevecomplex structureel werd aangepast door de functiewijzigingen. Uit het huidige uitzicht van de voorgevel van het woonhuis is wel af te leiden dat dit dateert van de verbouwingsfase op het einde van de 19de eeuw.

Het grootste gedeelte van de zuidwestelijke vleugel en de gehele noordwestvleugel (schuur) werd in 1982 gesloopt. Van de westvleugel werd de westelijke langsgevel bewaard, maar het volume langs de zijde van de binnenkoer werd verbreed tot een grote opslagplaats zonder erfgoedwaarde. De hoeve is anno 2019 naast een privéwoonst ook de locatie van een fruitbedrijf. Het woonhuis werd de laatste jaren gerenoveerd en in circa 2012 uitgebreid met een veranda aan de binnenkoer.

Beschrijving

Hoeve Ter Borg ligt vrij geïsoleerd aan de rand van Rummen, omgeven door laagstammige fruitplantages en een open akkerlandschap van vochtig Haspengouw. Ten noordoosten ligt een grote vijver, die dateert uit het einde van de 18de of het begin van de 19de eeuw.

Door het slopen van de noordwestvleugel (schuur) in de jaren 1980 kreeg de voorheen gesloten hoeve opnieuw een  U-vormig grondplan: de zuidoostvleugel omvat het woonhuis, de toegang tot het erf, een stal en een bergruimte; de zuidwestvleugel bestaat heden uit een stalvolume verbreed met een moderne opslagruimte die visueel werd geïntegreerd en de noordoostvleugel omvat de stallen. Ter plaatse van de vroegere schuur aan de noordwestzijde wordt het erf vandaag afgesloten door een bakstenen tuinmuur met houten hekwerk tussen bakstenen pijlers en een witgeverfd metalen toegangshek. Een tweede, half omsloten erf werd later gecreëerd door het optrekken van L-vormige varkensstallen op het einde van de 19de eeuw, ten noordoosten van de hoeve. 

Het betreft verankerde bakstenen gebouwen van één tot twee bouwlagen onder pannen zadeldaken met uitzondering van het woonhuis dat wordt afgedekt door een leien zadeldak tussen aandaken.

Het boerenburgerhuis met dubbelhuisopstand van drie traveeën en twee bouwlagen heeft een voorgevel georiënteerd naar het zuiden. De woonvertrekken dateren vermoedelijk uit de eerste helft van de 18de eeuw. De huidige lijstgevel, die haar uitzicht kreeg tijdens een verbouwingsfase in het laatste decennium van de 19de eeuw, wordt geopend door rechthoekige muuropeningen in een hardstenen omlijsting. De gevel wordt horizontaal geaccentueerd door hardstenen muurbanden, doorgetrokken lekdrempels op de bovenverdieping, de aflijnende muizentand en houten kroonlijst op klossen. De zijtuitgevels hebben muurvlechtingen en schouderstukken. Aan de erfzijde wordt de benedenverdieping van het zicht onttrokken door een moderne veranda en terras, op de eerste verdieping zitten twee rechthoekige vensters met hardstenen omlijsting en T-ramen.

Het woonhuis strekt zich verder uit in de noordoostvleugel, die ook terug gaat tot de eerste helft van de 18de eeuw. In het verlengde in noordelijke richting een volume van anderhalve bouwlaag onder roodbruin pannen zadeldak dat dienst doet als woonvertrekken. De erfgevel wordt gelijkvloers geopend door vier met rechthoekige, met hardsteen omlijste vensters en een dito rechthoekige deur met bovenlicht. Onder de kroonlijst zitten vier kleine hardstenen gevelopeningen, vermoedelijk eerder verluchtingsgaten voor de bovenverdieping dan steigergaten. De oostgevel wordt geopend door twee vensters, waarvan een rechthoekig en volledig met hardsteen omlijst en betralied venster en een rechthoekig venster met harstenen latei. Daartussen bevindt zich een laag aangebouwd volume, een bakoven. In het verlengde van deze woonvertrekken een voormalige stal met op het gelijkvloers vier rechthoekige kleine vensters met vernieuwd wit schrijnwerk en twee deuren, alle behalve een later toegevoegd venster omlijst met harsteen. Op de eerste verdieping twee rechthoekige vensters, tevens met harsteen omlijst. Dit voormalige stalvolume doet vandaag dienst als woonvertrekken voor personeel van het fruitbedrijf. De noordelijke kopgevel is blind.

Ten westen van het woonhuis wordt de zuidoostvleugel ingenomen door stallen en bergruimten met centraal een toegangspoort. Het centrale volume drie traveeën breed, met in de tweede travee een rondboogpoort met natuursteenomlijsting. De verbinding met de zuidwestvleugel wordt gemaakt met een lager, aan de erfzijde inspringend volume met een breedte van een travee. De buitengevels van deze volumes zijn volledig gesloten. Aan beide zijden van de toegangspoort zitten met harsteen omlijste vensters. De toegangspoort heeft aan erfzijde hoekkettingen en een bakstenen rondboog, geflankeerd door twee rechthoekige vensters met harsteenomlijsting boven een gecementeerde plint. Verder ten westen wordt het volume geopend door een garagepoort onder houten latei. het inspringende volume dat de verbinding met de zuidwestvleugel maakt, wordt aan de erfzijde geopend door een deur en venster, beide met een segmentbogige bakstenen rollaag.

Het hoekvolume met de zuidwestvleugel wordt aan de buitenzijde geopend door een later toegevoegde deuropening, met gecementeerde lijst, net als de over de hele zuidvleugel doorgetrokken plint. De puntgevel wordt verder geopend door drie uilengaten. Een kleurverschil in de voegen duidt op een aanpassingen van de nok van de gevel vermoedelijk door een verhoging van het dak op een onbepaalde tijdstip. De hoek wordt verstevigd met een hardstenen hoekketting. Aan de westzijde wordt door de gevelopeningen duidelijk dat het twee traveeën brede hoekvolume dienst deed als stal. Het betreft vijf met hardsteen omlijste verluchtingsgaten. Aan de erfzijde  wordt dit volume gelijkvloers geopend door een rechthoekig stalvenster in een hardstenen omlijsting, geflankeerd door een staldeur met hardstenen omlijsting. Een bovenliggende rollaag in het metselwerk, onder rechthoekig hardstenen venster, geeft aan dat dit volume op onbepaald moment verbouwd werd. De zuidwestvleugel is in het verlengde opgebouwd uit twee aaneengesloten bakstenen volumes van in totaal vijf traveeën met doorgetrokken lage gecementeerde plint. De nokhoogte ligt hierbij lager dan het steilere dak van het stalvolume in de zuidwestelijke hoek. Een verticale bouwnaad toont een latere oprichtingsfase voor het centrale volume met venster en het meest linkse volume met blinde gevel. De noordelijke kopgevel en erfgevel werden recent verbouwd om dit stalvolume om te vormen tot een grote opslagruimte. Hierdoor werd het zadeldak asymmetrisch verbreed in de richting van het erf.

Ten noordoosten van de U-vormige hoeve vinden we kleine varkensstallen in een L-vorm uit het einde van de 19de eeuw. Deze omsluiten langs de noord- en oostzijde tweede erf. De buitengevels zijn blind, en de erfgevels worden geopend door kleine deuren. In het verlengde van het woonhuis in de zuidoostvleugel werd op datzelfde moment in oostelijke richting een eenlagig stalvolume aangebouwd, heden omgevormd tot een garage. De zuidgevel wordt geopend door twee kleine stalvensters met segmentbogige rollaag. De kopgevel wordt geopend door een later toegevoegde rechthoekige poort onder houten latei. In het verlengde tot slot en klein aangebouwd buitentoilet onder lessenaarsdak.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten, Geetbets, afdeling II (Rummen), Sectie C, 1898/2, 1983/44.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Primitief kadaster Geetbets, afdeling II (Rummen), Sectie C, 1830-1834.
  • Atlas Cadastral parcellaire de la Belgique de Rummen, Philippe-Christian Popp, uitgegeven in 1842-1879, schaal 1:5000.
  • Atlas van de Buurtwegen, opgesteld naar aanleiding van de wet op de buurtwegen van 10 april 1841, schaal 1:2.500 (overzichtsplannen schaal 1:10.000).
  • Kaart van Villaret, Institut National de l’Information Géographique et Forestière, Sint-Mande (France), CH 292, uitgegeven in 1745, schaal 1:14.400.
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven in 1846-1854, schaal 1:20.000.
  • CLAES F. 1985: Inleiding tot de Oostbrabantse Toponymie. Naamkunde. 19, 46–103.
  • LEUS G. 2016: Ver-gelijk. Geetbets: Guy Leus Limes Gatia, 48-49.
  • Agentschap Onroerend Erfgoed. 2013: Herenwoning en distilleerderij op cisterciënzerinnendomein [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/41828 (geraadpleegd op 2 januari 2019).
  • Geopunt Vlaanderen, Orthofoto’s 2008-2011, 2012, Persoonstraat 52, Geetbets [online], http://www.geopunt.be (geraadpleegd op 3 januari 25019).
  • DIRIX E. & GOVAERTS S. 2018: Terreinbezoek Villa Hendrickx (Rummen) (terreinbezoek op 13 december 2018).

Auteurs: Dirix, Evelien; Goovaerts, Sebastiaan; Cornelissen, Tom
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Ter Borgt [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307105 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.