is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteeldomein De Bron
Deze vaststelling is geldig sinds
Kasteeldomein De Bron is een site met een bebouwingshistoriek die teruggaat tot de middeleeuwen. Het huidige kasteel dateert van 1913 en werd gebouwd in opdracht van de Leuvense magistraat Emiel De Becker-Nagelmaekers. Het kasteelpark bevat een hoogstamboomgaard en is omringd met hellingbos in een natuurgebied dat gekenmerkt wordt door drie poelen en een hoger gelegen bron, waaraan het domein zijn naam dankt.
Reeds rond de jaren 1000 was een kluis aan de bron op de Trolieberg gevestigd. De Villaretkaart (1745-1748) benoemt een redoute op het domein. Een deel van het domein was in de 19de eeuw een zandgroeve. Daarna werd het domein ingericht als bos met een verzameling van enkele zeldzame bomen. Vanaf 1840 zijn er op historische kaarten vier vijvers en het kasteel te zien.
Er was reeds voor 1830 een kasteel aanwezig op deze locatie, want het is geregistreerd bij de start van het kadaster. Het domein was toen eigendom van François Van Hoof. Het was vermoedelijk Van Hoof die de poelen liet verbinden via een ingenieus buizensysteem dat de woning van stromend water voorzag. In de loop van de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw werd het pand meerdere malen ingrijpend verbouwd (1844, 1879 en 1909). In 1879 werd het parkgebied vergroot tot de huidige omvang en werd aan de noordzijde een woning voor de huisbewaarder bijgebouwd (verdwenen laatste kwart 20ste eeuw).
Vanaf 1893 was het domein in het bezit van musicoloog Joannes Tennstedt-Van Hoof. In 1909 werd het kasteel een derde keer sterk verbouwd. In 1912 tenslotte kocht magistraat Emiel de Becker-Nagelmaekers (1865-1927) het domein en herbouwde het kasteel volledig tot het huidige neoclassicistisch geïnspireerde gebouw (kadastrale registratie in 1913). Later kregen Pierre de Becker en August Moës-Fonteijne het domein achtereenvolgens in bezit. Tijdens het interbellum werd het goed aangekocht door de Samisten (SAM: Société Auxiliaire des Missions), het seminarie van Vincent Lebbe, die als lazarist in China werkzaam was. In 1966 lieten ze het kasteel dat als klooster was ingericht vergroten met een betonnen achterbouw, ontworpen door architect R. Homez uit Kraainem. Een deel van het kasteel werd hiertoe afgebroken: een L-vormig volume met de voorgevel en linker zijgevel met zijingang gericht naar het park bleven behouden. Het domein werd in 1972 door het gemeentebestuur van Kessel-Lo aangekocht. Een jaar later stond het gebouw als volksschool en conferentieoord ter beschikking van de Stichting Lodewijk De Raet. Later werd het kasteel nog even gebruikt door Beeldhuis en ComiT. Vandaag, na herstelwerken aan kasteel en park in 2012, wacht het kasteel op een nieuwe functie. Het park werd, ten oosten van het kasteel, gedeeltelijk verkaveld in functie van bewoning en recreatie.
De Bron is een kasteeldomein gelegen op de noordelijke flank van de Trolieberg met neoclassicistisch hoger gelegen landhuis, bereikbaar via trappen omringd door een hellingbos en grasland met hoogstammige (fruit)bomen. De trappenpartij bestaat uit brede breukstenen treden die zich met een rechte hoek insnijden in de helling waarop het kasteel gelegen is. Een lage keermuur creëert een met grote betonstenen verhard terras, fungerend als bordes voor het kasteel. Het terras loopt verder langs de zijkanten van het kasteel en maakt zo ook de zijingang in de linker zijgevel toegankelijk.
Het park is toegankelijk gemaakt via de Koetsweg. De westelijke toegang in de Koetsweg wordt gekenmerkt door een smeedijzeren toegangshek tussen vierkante bakstenen pijlers met geprofileerde banden in witte natuursteen. Een pad met kasseien leidt door het park naar het kasteel. Het is echter niet zeker of deze toegang historisch tot het park behoorde. Het natuurgebied wordt gekenmerkt een bron op het hoogste punt van de helling met drie boven elkaar liggende vijvers die van zuid naar noord verbonden worden door een irrigatiesysteem. De drie poelen zijn met elkaar verbonden via een buizensysteem en voorzagen de woonst van stromend water.
Het kasteel De Bron, gebouwd in 1913, heeft een basisvolume op L-vormig grondplan, dat is opgebouwd uit drie bouwlagen en zeven traveeën onder complexe leien bedaking. De lijstgevels zijn bepleisterd en witgeschilderd op een witgeschilderde natuurstenen plint, en afgelijnd door een geprofileerde kroonlijst met blinde fries en tandlijst. De noordgevel van het gebouw is uitgewerkt als voorgevel uitkijkend op het voorliggende park, getypeerd door een symmetrische opbouw rond een middenrisaliet van drie traveeën dat bekroond is met een driehoekig fronton. Het middenrisaliet heeft een driezijdige vooruitspringende erker op de begane grond, waarin zich de dubbele inkomdeur met kleine bordestrap bevindt. Deze erker draagt het gelijkvormige balkon van de eerste verdieping, afgesloten met balustrade met vaasvormige balusters. Verder is de gevel geopend met rechthoekige vensters, regelmatig in de traveeën geplaatst, in verdiept gelegen gevelvelden. In de eerste en de tweede bouwlaag van het middenrisaliet worden de muuropeningen geaccentueerd door vier geschilderde stenen (blauw en groen) aan weerszijden (mogelijk latere toevoeging). De volledige voorgevel is verlicht met eerder eenvoudige ramen met T-verdeling met origineel houten schrijnwerk, waarvan twee parallelle roedes de bovenlichten in drie verdelen. Het schrijnwerk werd blauw geschilderd (vermoedelijk niet origineel).
Tussen de tweede en derde bouwlaag is de gevel voorzien van blinde panelen. Het centrale paneel met eieromlijsting had oorspronkelijk een opschrift.
De oostelijke gevel, de lange lijstgevel van de dwarse vleugel, is gelijkaardig aan de voorgevel opgebouwd en bestaat uit drie bouwlagen en vijf traveeën. De middenrisaliet, met deur (zijingang), telt slechts één travee en is getopt met een dakkapel onder driehoekig fronton, opgevat tussen twee hoge schoorstenen die het dak doorbreken. De andere traveeën hebben een rechthoekig dakvenster. De westelijke zijgevel telt slechts twee traveeën, die beide eindigen in een rechthoekig dakvenster met daartussen een hoge schoorsteen die het doorbreekt. Beide zijgevels zijn eveneens verlicht met T-ramen met origineel houten schrijnwerk.
Interieur: de erker aan de voorgevel geeft toegang tot een ruime hal met gedeeltelijk zwartgeschilderde, houten bordestrap met rijkelijk uitgewerkte trappaal. De hal is voorzien van een vloerbedekking in cementtegels. Rechts van de hal was, in de kloosterperiode, de refter ingericht, waarachter in een aanbouw aan de westzijde de keuken lag. Links van de hal was achtereenvolgens de toegang tot een studentenverblijf, een aparte inkomhal van de oostgevel en een ontvangstkamer. Deze vertrekken op de begane grond zijn voorzien van stuclijsten, houten paneeldeuren met eveneens lijsten in stucwerk en houten vloeren. De trap in de inkomhal leidt naar de eerste verdieping, die verdeeld is in verschillende kamers.
Auteurs: Elsen, Liedewij
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Kessel-Lo
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein De Bron [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307116 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Leuven
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.