Zogenaamd "Warandehof" volgens uithangbord. Neerhof van het nabijgelegen kasteel, gelegen ten westen ervan. Naar verluidt, niet op dezelfde plaats heropgebouwd. Oorspronkelijk omwalde hoeve zie de aanduiding Vandermaelenkaart (1840-1845) in analoge bouwtrant met andere nabijgelegen aanhorigheden van het kasteel en geïnspireerd op de traditionele hoevebouw (zie Steentjesmolenstraat, nummer 7, 17).
Opstelling: losse, lage bestanddelen U-vormig gegroepeerd rondom geasfalteerd erf, beveiligd door middel van houten hek, ten noordoosten toegankelijk via geasfalteerde erfoprit; boerenhuis, stalletje, dwarsschuur, respectievelijk ten noordwesten, ten westen, en ten oosten. Aanplanting: siertuintje te midden het erf; twee beuken ter markering van de ingang; moestuin, ten noorden; populierenrij, ten zuiden; drenkplaats (resten van omwalling?), ten zuiden.
Materialen: verankerde, gele baksteen; donkere mechanische pannen voor zadeldak onder meer met dakschilden, met overstekende dakranden op geprofileerde houten modillons, onderbroken onder meer door dakvensters onder afgewolfde zadeldaken; traditiegebonden houtwerk onder meer kruisramen met kleine roedeverdeling, geprofileerde tussendorpel en -stijlen en beluikt benedenvak, deuren met geprofileerde tussendorpels en kleine roedeverdeling in de bovenlichten, korfbogige schuurpoort met accoladeboogvormig deurtje, houten hekken ter beveiliging van het wagenhuis; streekeigen bouwelementen: eerder uitzonderlijk gebruik van klokgeveltje, ter bekroning van dakvenster boven de opkamer; doorlopende druiplijst boven de huisopeningen; gemarkeerde schouw in linker zijgevel van het boerenhuis; overhoekse steunberen tegen linker schuurzijgevel.
Indeling: boerenhuis van het langgestrekte type bestaande uit een woongedeelte van twee opkamers links, waaronder twee getoogde kelderopeningen en zeven traveeën en een stalgedeelte van tien traveeën, haakse uitbouw aan achtergevelzijde; dwarsschuur met tweeledig wagenhuis links en een stalgedeelte rechts. Ten zuiden, deels bewaard bakhuisje onder zadeldak (nokrichting loodrecht op het huis, mechanische pannen) met overstekende dakrand. Witgekalkte baksteenbouw boven gepikte plint. Recentere loods, ten westen.