erfgoedobject

Pastorie Sint-Martinusparochie

bouwkundig element
ID
307122
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307122

Juridische gevolgen

Beschrijving

De neoclassicistische pastorie van Wilsele-Dorp werd gebouwd in 1736 in opdracht en naar het ontwerp van de toenmalige pastoor Paulus Bartolomeus (1733-1766) en met één bouwlaag verhoogd tot het huidige volume in 1854. De pastorie ligt ten zuidoosten van de Sint-Martinuskerk uit 1777.

Historiek

De vroegst gekende pastorie van Wilsele was gelegen langs de Aarschotsesteenweg. Deze pastorie was vanaf 1598 onbewoond en moet voor 1631 afgebroken zijn. Door oorlogen en plunderingen verviel de parochie van Wilsele tot een quarta capella (vierderangs kerk) in de 17de eeuw. Een nieuwe pastorie werd dus niet snel gebouwd. Pas in 1736-1737 werd de huidige pastorie gebouwd onder leiding van pastoor Bartolomeus, oorspronkelijk zonder verdieping en met gedeeltelijke kelder. Hij ontwierp vervolgens zelf een nieuwe kerk  in 1777 en liet een kostershuis (1765; niet bewaard) bouwen. In 1787 kreeg de pastorie een toegangspoort aan de straatkant (zie jaartal boven de poort). Vanaf toen werd de achtergevel van de pastorie aan de westzijde gebruikt als hoofdingang. Op het einde van de 18de eeuw werd de pastorie eerst geplunderd door Oostenrijkse soldaten na de Brabantse Opstand (1789-1790) en vervolgens gesloten door Franse gezagvoerders. Het pand werd door Jan Buelens gered van inbeslagname, doordat hij het huis huurde gedurende de Franse bezetting. Na het concordaat in 1801 werd de pastorie terug bewoond door de pastoor. Slechts twee jaar later werd de Sint-Martinusparochie opgeheven en bij Herent gevoegd. In 1839 kreeg de parochie haar onafhankelijkheid terug. De parochie was toen tot 1000 parochianen gegroeid, waardoor ze een onderpastoor aangewezen kreeg. Om ook deze persoon onderkomen te geven werd de pastorie in 1854 vergroot met een tweede bouwlaag, gebouwd onder leiding van bouwmeester A. Van Arenbergh. Ten slotte werd in 1870 de keuken aangebouwd aan de zuidelijke zijgevel, waar voordien een (vrijstaande) stal/schuur (1852) stond. In 1875 werd in de pastorie het Davidsfonds gesticht door de studentenvereniging ‘Met Tijd en Vlijt’, samen met pastoor Lodewijk Willem Schuermans. De herdenkingsplaat werd in 1975 aan de muur naast de toegangspoort gehangen. Het opschrift luidt: “Het Davidsfonds werd in deze pastorie gesticht op 15-1-1875”. In 1884 werden aan de westzijde van de pastorie enkele delen (onder andere een bergruimte) aangebouwd langs de kerkmuur.

Tijdens de wereldoorlogen werd de pastorie eerst bewoond door enkele officieren en vervolgens zeer zwaar getroffen. Het dak, vensterramen, luiken en dakgoten waren vernield. De nodige wederopbouwwerken gebeurden pas in 1948.

Beschrijving

De pastorie is gelegen ten zuidoosten van de Sint-Martinuskerk. Aan de andere zijde van de kerk ligt de later opgetrokken parochiezaal Pacem. Het typologisch ensemble van kerk, kerkhof, pastorie en parochiezaal is goed bewaard. Het domein van kerk, pastorie, pastorietuin en kerkhof is bovendien volledig ommuurd.

De volledig ommuurde pastorie bestaat uit een hoofdgebouw uit 1736 met bijbouw aan de zuidgevel (1870) en aangebouwde bergruimtes langs de westelijke omheiningsmuur (1884). De pastorie is een dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder leien zadeldak, oorspronkelijk op rechthoekig grondplan van ongeveer 12 op 10 meter. Het hoofdgebouw is opgetrokken in baksteen met wit geverfde noord-, oost-, en zuidgevel. De typerende symmetrisch-evenwichtige ordonnantie van de nagenoeg identieke voor- en achtergevel wordt bepaald door een centrale, rechthoekige deur met bovenlicht in vlakke hardstenen omlijsting en een dubbel register van hoge rechthoekige vensters onder ontlastingsboog en met hardstenen onder- en bovendorpel. In de westgevel zijn de openingen van de tweede, derde en vierde travee met natuurstenen negblokken omlijst. West- en oostgevel hebben vijf muurankers boven de eerste bouwlaag. De oostgevel heeft zes steigergaten onder de dakrand. Aan de westzijde is op deze hoogte een bakstenen lijst te zien.

De nagenoeg blinde zijpuntgevels van het hoofdgebouw zijn eveneens identiek met twee kleine rechthoekige zoldervensters met hardstenen boven- en onderdorpel. Beide zijgevels eindigen in een schoorsteen. De bijbouw uit 1870 van één bouwlaag tegen de zuidgevel onder leien lessenaarsdak heeft een met natuurstenen omlijste deur en rechthoekig venster in de westgevel. Aan de oostgevel is een afdak aangebouwd. De zuidgevel, vernieuwd in snelbouwsteen, telt slechts één rechthoekig venster.

De sobere neoclassicistische vormgeving van de dubbelwoning vertaalt zich in het interieur met een brede dwarsgang, die voor- en achtertuin met elkaar verbindt. Op de gelijkvloerse verdieping zijn een eenvoudige marmeren schouw en keramische tegelvloer bewaard. Het schrijnwerk is vernieuwd, maar de houten trap en – vermoedelijk gedeeltelijk gerecupereerd – dakspant zijn bewaard.

Tegen de eerste travee van de westgevel is een garage onder plat dak gebouwd. De aanbouw uit 1884 loopt in een knik verder langs de omheiningsmuur. Dit laatste deel, nagenoeg evenwijdig gelegen met het hoofdgebouw, ligt onder pannen lessenaarsdak met wolfseinde aan de straatkant, waar eveneens een deur onder rollaag in de omheiningsmuur is ingewerkt.

De gerestaureerde, bakstenen omheiningsmuur met ezelsrug is getrapt omwille van het hellende niveau. Aan de straatzijde is een rondboogvormige houten dubbele toegangspoort onder leien zadeldakje te zien, omlijst met natuursteen. Boven de poort is een gekruld sieranker in de muur, geflankeerd door twee vlaggenstokhouders. Rechts van de poort is een nis met Mariabeeld uitgespaard. Hieronder hangt de herdenkingsplaat van het Davidsfonds. Aan de linkerkant van de poort hangt een herdenkingsplaat voor pastoor Willem Marcel Legrand, in de Tweede Wereldoorlog gestorven, met opschrift “Ter ere van zeer eerwaarde heer/ Willem Karel Legrand/ pastoor dezer parochie/ van 1932 tot 1943/ moedig weerstander/ aangehouden door de vijand/ ten gevolge van laf verraad/ geboren te Kerkom 27-3-1885/ gestorven te Nechin 7-12-1943/ de dankbare gemeente Wilsele / 1950”. Langs de kerkzijde heeft de omheiningsmuur een plint en is ze getopt met dakpannen. Ook hier zijn twee deuren uitgespaard: één modernere, één met natuurstenen omlijsting negblokken en met rechte latei onder ontlastingsboog.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Leuven, afdeling VI (Wilsele), 1884/33.
  • HUEBER W. & DEBECKER G.K. 1969: Geschiedenis van Wilsele: zijn opkomst en ontwikkeling, Wilsele: Gemeentelijke Kulturele Raad van Wilsele.
  • STERCKX F. 2002: Sint-Martinus kerk Wilsele 29 april 1777 – 29 april 2002, s.l.

Auteurs: Peers, Sarah
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie Sint-Martinusparochie [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307122 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.