Verdedigingslinie van 1701-1702, ingericht door de bevelhebber van de Franse troepen de Bedmar tijdens de Spaanse successieoorlog. De 2,5 km lange linie bestaat uit een gracht, borstwering, acht redans en een fort.
De volledige Bedmarlinie liep van het kanaal Gent-Terneuzen tot de Schelde ten noorden van Kallo (bijna 50 km). Van deze kilometerslange linie zijn twee fragmenten vrij goed bewaard: een fragment in het Stropersbos van Stekene en de Koningsdijk in Kieldrecht.
De oorsprong van deze linie gaat tot het begin van de 18de eeuw terug. Toen woedde in het grensgebied tussen België en Nederland een conflict over de Zuidelijke Nederlanden en wie aanspraak op de troon mocht maken. De Franse troepen bezetten het land en wierpen linies op uit vrees voor een inval vanuit Nederland. Voor een deel hergebruikten zij oude verdedigingslinies, voor een deel nieuwe. De Bedmarlinie in het noorden van Oost-Vlaanderen was grotendeels een nieuwe. Op strategische plaatsen liet de bevelhebber van de Franse troepen, markies de Bedmar, forten bouwen en verbond ze met waterwegen en verdedigingsdijken. Tussen fort Sint-Jan in Stekene en fort Bedmar in De Klinge kwam er een verdedigingswal of borstwering met een gracht aan de aanvalszijde. Met de uitgegraven aarde van de gracht legde men de borstwering aan. Kenmerkend voor zo’n linie zijn de redans (ook wel eens bastionpunten genoemd) op een afstand van ongeveer 250m van elkaar, van waaruit de infanterie eventuele aanvallers onder vuur kon nemen.
Heden is de linie bewaard tussen fort St-Jan en de Klinge dijk, maar oorspronkelijk liep die nog verder in oostelijke richting door tot aan de Groenendijk in Sint-Gillis-Waas. Vervolgens boog de linie naar het noorden af, tot aan fort de Bedmar in De Klinge. Daarbij maakten de Franse troepen gebruik van de dijk als natuurlijke verschansing. Het best bewaarde deel van de linie bevindt zich op grondgebied van Sint-Gillis-Waas, aan weerszijden van de Stroperstraat: daar is zowel de gracht als de borstwering van de linie bewaard gebleven. In 2011 is naar aanleiding van een natuurinrichtingsproject een stukje van de linie heringericht.
Bij het nu verdwenen gedeelte ten oosten van de Klinge dijk lagen ook redoute de Wrangel en schans Rode Moerpolder. De Wrangel vormde een ravelijn aan de aanvalszijde voor de bijkomende verdediging van de Klinge dijk. De schans was ingebouwd in de linie aan de verdedigingszijde. Dit gedeelte van het traject is niet meer op het terrein herkenbaar, maar heeft wel nog archeologische waarde. Op het digitale terreinmodel is de afdruk van de linie nog enigszins zichtbaar. Tot 1868 was schans Rode Moerpolder nog goed herkenbaar op kaart, nadien werd de gracht gedempt en het reliëf genivelleerd.
Fort Sint-Jan (6 ha) is een vierkant gebastioneerd fort omringd door een fortgracht. Al van in de 18de eeuw werd een weg over het fort aangelegd, even later aangevuld met een doorgaande weg tussen Hulst en Sint-Niklaas (N403). De fortgracht is op verschillende plaatsen doorbroken, een deel van het forteiland bebouwd met lintbebouwing langs de weg. Het reliëf van de bastionpunt is verstoord: deels afgegraven, elders opgehoogd en genivelleerd. Een vergelijkbaar, maar veel beter bewaard fort is dat van Liefkenshoek.
Auteurs: Verboven, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Stropersbos
Is gerelateerd aan
Bedmarlinie in de Moervaartdepressie
Is gerelateerd aan
Franse linie in de Kloosterheide
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Bedmarlinie Stropersbos [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307129 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.