Klooster in neotraditionele stijl en bijhorende school, volgens het kadaster beide gebouwd rond 1894. De oprichting van het klooster en een bijgebouw werd door het kadaster geregistreerd in 1894 op naam van Vanneygen Clémencia, kloosterling te Hoegaarden (Mariadal) en Sprengers Stéphania, onderwijzeres te Tienen. Tegelijkertijd werd ten oosten van het klooster een schoolvleugel opgericht in opdracht van Vanstappen Philip, “bestuurder van geestelijke genootschap” te Hoegaarden. Hij verkocht volgens het kadaster de school in 1901 aan Vanneygen Clémencia en consoorten. Vanneygen was hoofd van de ‘Zusters van de Vereniging met het Heilig Hart'. In 1924 werden volgens het kadaster beide gebouwen officieel eigendom van de zustervereniging.
Het klooster en de school zijn gelegen ten zuiden van de weg Klein Overlaar, de oude baan tussen Tienen en Hoegaarden. In 1894 werd de zuidgrens van de nieuwe gebouwen nog bepaald door de oude omgrachting die in 1908 gedeeltelijk gedempt werd. De woning wordt vandaag van de straat gescheiden door een vernieuwde hoge muur bedekt met pannen. Centraal zijn er twee poortpijlers met plint en driehoekige bekroning in blauwe hardsteen.
Het klooster bleef gaaf bewaard en er vonden sinds de oprichting geen grondige wijzigingen plaats. De school bestond eerst uit één gebouw van twee bouwlagen en aansluitend een klassenvleugel van één bouwlaag. Deze laatste vleugel werd later met een verdieping verhoogd.
Het klooster in neotraditionele stijl is opgebouwd in rode baksteen in kruisverband afgewisseld met het spaarzaam gebruik van blauwe hardsteen voor de lateien en de aflijning van de plint. Het gebouw telt drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak met kleine dakkapellen en schoorstenen. In de lijstgevel aan de straat zijn er gesinterde bakstenen muurbanden in kops opstaand metselwerk ter hoogte van de lekdrempels, horizontale roeden en lateien. De bakstenen plint heeft een hardstenen aflijning. De woning is geconcipieerd als dubbelwoning. De centrale deurtravee wordt geaccentueerd door een tuitvormig dakvenster met bekronend ijzeren kruis; rechthoekige inkomdeur onder hardstenen latei en getralied bovenlicht met aan de onderzijde negblokken en een trap van drie treden. Boven de inkom is een smeedijzeren luifel aanwezig. De neotraditionele houten deur bleef bewaard. De vensters zijn rechthoekig en hebben een latei en lekdrempel in blauwe hardsteen. Boven de latei is er een getoogde rollaag. Neotraditionele ankers bevinden zich tussen de vensters en aan de geveleinden. De gevel wordt afgelijnd door een overhoekse muizentandfries en een eenvoudige kroonlijst op klossen. De zuidwestelijke zijgevel wordt geopend door rechthoekige vensters onder een hardstenen latei en voorzien van een dito lekdrempel. In de noordoostelijke zijgevel is er een torenvormige uitbouw onder zadeldak met gelijkaardige vensters. Het schrijnwerk van de vensters werd aangepast. Achteraan is tussen het klooster en de school een bijgebouw gelegen met trapgevel met centraal een nis met heiligenbeeld.
De school, geregistreerd in 1894 bestaat uit een bakstenen gebouw van zeven traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak. De lijstgevel aan de straat vertoont in het midden een getrapt dakvenster ter accentuering van de deurtravee; hierin is er een spitsbogige beeldnis, die momenteel leeg is. Verder wordt de gevel gemarkeerd door gevelhoge, korfbogige spaarvelden met een waterlijst tussen de eerste en tweede bouwlaag. De vensters zijn steekboogvormig en voorzien van hardstenen lekdrempels. De centrale voordeur wordt bereikt via een trap en is met hardstenen negblokken afgeboord. De hardstenen lekdrempels lopen over in een waterlijst die de plint beschermt. Bovenaan wordt de gevel afgelijnd door een muizentand met houten bakgoot. Het schrijnwerk in de voorgevel van de school lijkt origineel. De zijgevels die eveneens gekarakteriseerd worden door korfbogige spaarvelden, hebben een gegolfd houten windbord.
De noordelijk aansluitende klassenvleugel van twee bouwlagen en negen traveeën vertoont gelijkaardige getoogde vensters met hardstenen lekdrempels en een tandlijst onder de later verhoogde verdieping.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Leggers Hoegaarden, Afdeling I (Hoegaarden), artikel 3815 en 5095.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen Hoegaarden, Afdeling I (Hoegaarden), 1894/5 en 1908/23.