Begin jaren zestig van de 20ste eeuw liet kartonfabrikant Bowater-Philips een fabriek met een opvallend kantoorgebouw optrekken naar ontwerp van de Antwerpse ingenieur-architect Hugo Van Kuyck.
Historiek
Bowater-Philips, een fabriek voor verpakkingen in golfkarton, vestigde zich als één van de eerste buitenlandse firma’s in Gent op basis van een wet uit 1959 die buitenlandse investeringen in Gent aanmoedigde. In de New Orleansstraat, vlakbij de spoorweg en het kanaal, liet de firma een kantoorgebouw optrekken met daarachter een enorme fabriek. De plannen van beide gebouwen waren van de Antwerpse ingenieur-architect Hugo Van Kuyck (Capucienerssenstraat 25, Antwerpen). Voor de constructie in gewapend beton werd een beroep gedaan op het Antwerpse studiebureau Techniques Constructor, voor de verwarming en ventilatie op ingenieur Georges A. Herpol die als professor verbonden was aan de Rijksuniversiteit Gent, en voor de elektriciteit op de Gentse ingenieur M. Geirnaert. Algemene aannemer was de Brusselse firma Ed. François en Zonen.
7 november 1960 verleende het stadsbestuur een bouwvergunning voor de fabriek op basis van plannen van augustus 1960. Het betrof een enorm (bijna 30.000 m²) maar heel eenvoudig rechthoekig, bijna vierkant volume van twee bouwlagen onder een plat dak met aan elke zijde één groot horizontaal venster op de eerste verdieping. 30 januari 1961 volgde de bouwvergunning voor het bureaugebouw aan de zijde van de New Orleansstraat en een klein gebouw voor centrale verwarming (op basis van plannen van oktober 1960). De bouw vond plaats in 1960-1961 en hierbij werd gebruik gemaakt van een fundering met 936 Frankipalen. Na een brand werd de fabriek in 1970-1971 volledig herbouwd, weliswaar met inbreng van Van Kuyck. Het kantoorgebouw bleef behouden.
Beschrijving
Het kantoorgebouw is een rechthoekig volume met de lange zijde aan de straat en telt drie bouwlagen en een kleinere, teruggetrokken dakverdieping. Aan de achterzijde is dit gebouw op de eerste verdieping verbonden met de achterliggende fabriek door een centrale wandelgang, oorspronkelijk op vrijstaande pilotis. Het kantoorgebouw stond oorspronkelijk ook grotendeels op vrijstaande pilotis in beton (pierre blanche reconstituée). Centraal op de begane grond bevond zich een beglaasde inkomhal met erachter de post- en telefoonkamer, trap en lift, maar aan weerszijden hiervan waren open parkeerplaatsen voorzien onder het gebouw. Op de eerste en tweede verdieping waren volledig open en dienden voor de kantoren. De gevels op deze niveaus zijn heel strak met een raster van klassieke rechthoekige vensters (oorspronkelijk met aluminium schrijnwerk), van elkaar gescheiden door betonnen lisenen die over de twee verdiepingen doorlopen, en met verticaal geribbelde gevelpanelen boven en onder de vensters. Enkel bij het middendeel van de achtergevel is hiervan afgeweken. Op de derde verdieping bevindt zich aan de straatzijde een vergaderzaal die dezelfde breedte heeft als het gesloten middendeel op de begane grond. Het meest kenmerkende onderdeel van het gebouw is de bekroning van deze dakverdieping met een luifel in gewapend beton, wat Hugo Van Kuyck vaak toepaste in deze periode, bijvoorbeeld bij het gelijkaardige kantoorgebouw van Procter & Gamble aan de Temselaan 100 in Grimbergen.
- Stadsarchief Gent, bouwaanvragen reeks G12, 1960/N/4 en 1960/N/9.
- DUBOURG L. 1963 : La nouvelle usine Bowater Philips à Gand, La Technique des Travaux 11-12, 365-372.
- SCHELFHOUT C.E. 1988 : In het kielzog van Hugo Van Kuyck. Een uitzonderlijke Belg, Bonheiden, 116-118.
- DEFEVER G. s.d.: Bowater Philips [online], http://home.scarlet.be/architectuur/industrie/bowater.html (geraadpleegd op 22 februari 2019).