In 1954 ontwierp de Gentse architect Hector Van Laere een nieuw handelspand met woning voor poelier Diegenant die al sinds 1878 op die plaats gevestigd was. Dit gebouw bleef tot op heden bewaard, inclusief het traditioneel getinte winkelinterieur.

Historiek

Al in 1878 startten Victor Diegenant en zijn echtgenote als poelier met een winkeltje in de Sint-Lievenspoortstraat onder de naam Huis Diegenant. Hun zoon Jules nam in 1920 de zaak over en hij kreeg op 28 september 1954 van het Gentse stadsbestuur een vergunning voor het slopen van twee minderwaardige woningen en het oprichten van een winkelhuis aan de Sint-Lievenspoortstraat 236-238 (heden nummer 228). De te slopen woningen telden één bouwlaag met centraal een deur, aan weerszijden een venster en een dakkapel boven de deur. De plannen van het winkelhuis dateren van 7 juli 1954 en werden opgemaakt door de Gentse architect Hector Van Laere. Deze plannen lijken aan te geven dat het de bedoeling was om links van het winkelhuis nog twee gelijkaardige volumes op te trekken, maar waarschijnlijk bleef dit onuitgevoerd. Het winkelhuis wordt tot op vandaag (2019) uitgebaat als winkel in gevogelte en wild door de familie Diegenant.

Beschrijving

Gaaf bewaard winkelwoonhuis van drie bouwlagen en twee traveeën onder een plat dak met een parement van beige tegels op de begane grond en gladde, gele baksteen bovenaan, en een bekroning met een witstenen, blinde fries en een kroonlijst. De muuropeningen zijn rechthoekig en omlijst, op de bovenverdiepingen met witsteen, op de begane grond met blauwe hardsteen. De rechtertravee is op de bovenverdiepingen in risaliet uitgewerkt, en de vensteropeningen in die travee hebben aan weerszijden een cassette met een decoratief motief. Het centrale venster op de eerste verdieping is lager uitgewerkt en heeft een decoratieve, smeedijzeren balustrade. Op de begane grond bevindt zich links een geschilderde houten garagepoort met beglazing in een vierkante roedeverdeling, en rechts een winkelpui met een verdiepte inkom.

De gevelarchitectuur is typisch voor de jaren veertig en vijftig waarin kenmerken van de zakelijke architectuur (zoals de sobere gevelcompositie) gecombineerd worden met meer traditionele elementen (zoals de kroonlijst en de decoratieve motieven). 

De winkelpui bestaat uit gevernist houten schrijnwerk, een blauwhardstenen plint en een betegelde sokkel. In het deurlicht is een figuratief motief geëtst, verwijzend naar de functie (wild en gevogelte). In de verdiepte inkom zijn de betegelde wanden verlevendigd met figuratieve tegels. Het winkelinterieur (met inloopkoelkast) sluit aan bij de pui: een vloer met lichtgele en grijze granitotegels in dambordpatroon, beige betegelde muren en koeltoog en geverniste houten deuren naar de achterliggende ruimtes met figuratief geëtste deurlichten. Volgens de plannen bevindt zich achter de winkelruimte de trap en de woonkeuken, en daarachter een koer en bijkeuken (afwas). De bovenverdiepingen hebben een heel regelmatige, symmetrische planindeling met centraal de trap (achteraan) en de badkamer (vooraan) en aan weerszijden telkens twee gelijkaardige kamers.