is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Residentie Britannia
Deze vaststelling is geldig sinds
Residentie Britannia is een modernistische woontoren op Y-vormig grondplan die begin jaren vijftig werd opgetrokken naar plannen van ingenieur-architect Rik Van de Sompel, als eerste naoorlogs hoogbouwproject van Gent.
Op 23 oktober 1951 leverde het stadsbestuur van Gent een vergunning af aan Jean en Marcel Van Huffel (beheerders van de Maatschappij Jemano) voor de bouw van 29 appartementen en een handelsmagazijn aan de Groot-Brittanniëlaan 51-115. Jemano behoorde tot dezelfde groep als de verzekeringsmaatschappij Noordstar van het vlakbij gelegen Noordstar en Boerhave-gebouw. De plannen van het appartementsgebouw dateren van 5 juli 1951 en werden opgemaakt door de Gentse ingenieur-architect Rik (Richard) Van de Sompel. De uitvoering gebeurde in 1952-1953 door de Gentse algemene aannemer Raoul Van Bambeke.
Dit appartementsgebouw kan beschouwd worden als het eerste naoorlogse hoogbouwproject in Gent. In 1954 werd het gepubliceerd in een themanummer van het tijdschrift Architecture over het Charter van Athene (1942) van CIAM (Congrès Internationaux d'Architecture Moderne). Dit charter was voornamelijk gebaseerd op het werk van Le Corbusier en bevatte een pleidooi voor vrijstaande hoogbouw in het groen. Het appartementsgebouw Britannia werd beschouwd als een eerste stap in die richting omdat het opgevat was als een driedimensionale woontoren – door het Y-vormige grondplan heeft het gebouw geen echte voor- of achtergevel – en omwille van de terugwijkende inplanting ten aanzien van de rooilijn. De reclamefolder waarin het gebouw werd aangeprezen, bediende zich ook van een modernistische slogan: “Lucht, licht, zon! Intimiteit, rust, comfort!”.
Ondanks dit uitgesproken modernistische karakter vertoont het gebouw ook wel wat overeenkomsten met oudere gebouwen zoals het art-decoappartementsgebouw Parc Residence uit 1925 dat zich bevindt op de hoek van de Krijgslaan en de Monterreystraat in Gent. Net zoals de Britannia wordt dit gebouw gekenmerkt door een lichte terugwijking van de rooilijn met een resulterend voorplein, door het zoeken naar een passende aansluiting met de omliggende bebouwing, en door de schuine plaatsing van de vleugels ten opzichte van elkaar. Aangezien Van de Sompels bureau gevestigd was in de Monterreystraat, lijkt het niet onaannemelijk dat hij in deze hoogbouw inspiratie gevonden heeft voor Residentie Britannia.
Residentie Britannia zelf stond op haar beurt mogelijk model voor de sociale hoogbouw Olympia aan de Verpleegsterstraat in Gent (1954-1956). Het voorontwerp dat Gaston Eysselinck hiervoor in oktober 1953 maakte, voorzag immers, net zoals het ontwerp van de Britannia, een Y-vormig grondplan en handelsruimtes op de begane grond. Bij de realisatie van Olympia in 1954-1956 verlieten Geo Bontinck en Robert Rubbens dit Y-vormige grondplan maar ze behielden wel de terugwijkende inplanting en de aansluiting bij de naburige bebouwing door middel van laagbouw. Enkele jaren later werd het Y-vormige grondplan wel gebruikt door de Gentse architect Fritz Coppieters voor sociale hoogbouw aan de Stoppelstraat (1958) en aan de Watersportbaan (1965). Het grote voordeel hiervan was dat alle gevels een gelijkaardige lichtinval kregen.
Residentie Britannia werd midden jaren vijftig ook gebruikt in publiciteit voor moderne technieken zoals een gemeenschappelijke antenne van Siemens en de toepassing van technisch hoogstaande schachten (voor vuilnis, verluchting en verwarming) van het merk Shunt.
In 1993 werd de begane grond heringericht tot kantoren en vergaderzalen naar ontwerp van Henk De Smet en Paul Vermeulen.
Residentie Britannia is een appartementsgebouw van twaalf bouwlagen onder een plat dak met een Y-vormig grondplan waardoor aan de rooilijn centraal een klein voorplein wordt gecreëerd. De onderste vier bouwlagen sluiten aan op de naburige bebouwing, daarboven is het gebouw vrijstaand. De linker- en rechtervleugel aan de straatzijde zijn symmetrisch uitgewerkt, de achtervleugel is iets langer en staat haaks op de straat. Op het dak van die achtervleugel bevond zich oorspronkelijk een droogplaats (heden een dakpaviljoen).
Bij de straatgevel is de verbinding tussen beide vleugels gebogen uitgewerkt, aan de achterzijde eerder hoekig met gebruik van inpandige terrassen in de achtervleugel. De gevels hebben een uitgesproken maar eenvoudige kroonlijst, zijn bekleed met kunststeen (naar verluidt van tegelfabriek Gerard Vandewalle uit Roeselare) en worden aan de lange zijden opengewerkt door rechthoekige vensters met een doorlopende onderdorpel en gevat in een horizontaal verdiept gevelvlak, wat de gevel een horizontale ritmering geeft. De drie kopgevels zijn eerder gesloten met kleine vensters, waaronder twee in een uitkragend, gebogen en over de hoek doorlopend gevelvlak. De begane grond is uitgewerkt als een sokkel met gebruik van blauwe hardsteen, kleinere vensters, een waterlijst en centraal, boven de inkom, een opvallende luifel met glastegels.
Op de begane grond bevinden zich handelsruimtes. De bovenverdiepingen bevatten drie grote drieslaapkamer-appartementen, één in elke vleugel. Centraal bevindt zich een trapzaal met een halfronde trap en twee liften.
Auteurs: Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Groot-Brittanniëlaan
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Residentie Britannia [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307180 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.