erfgoedobject

Modernistisch burgerhuis

bouwkundig element
ID
307190
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307190

Juridische gevolgen

Beschrijving

Het burgerhuis werd opgetrokken naar een bouwaanvraag uit 1936, volgens een ontwerp van de architect Théo Vanderstraeten. De opdrachtgever was Frans Loonbeeck. Een derde bouwlaag die in 1936 toch niet werd gebouwd, werd uiteindelijk in 1949 toegevoegd in opdracht van Claire Hauptmann naar een ontwerp van de architect R. De Plaen. Ondanks de verschillende bouwfasen, vormt de woning wel één homogeen modernistisch ontwerp.

De woning maakt deel uit van een rij van vijf modernistische burgerhuizen waarvan de ensemblewaarde hoog is. Deze woningen, van nummers 21 tot en met 29, werden niet gelijktijdig gebouwd, werden niet door dezelfde architect ontworpen en hebben ook een verschillende bouwheer. Toch vormen ze een mooi ensemble van burgerwoningen, dat een markant, modern contrast vormt met de talrijke villa’s in regionalistische stijl die de Kardinaal Mercierlaan verder typeren.

De woning is een representatief voorbeeld van de populaire, bij de art deco aansluitende vorm van het modernisme, met als typische elementen het gele bakstenen parement, de horizontale belijning van de gevel. Tijdens de bouwfase in 1949 werd opvallend decoratief smeedwerk aan de gevel toegevoegd, wat het karakter van de woning minder modernistisch maakte.

Het modernistische burgerhuis telt twee traveeën en drie bouwlagen onder een plat dak. De gevel werd opgetrokken in een platte gele baksteen, gemetst in kruisverband. Een hardstenen plint met keldergaten met decoratief smeedwerk, vormt de aanzet voor deze gevel. Een gevelbekroning bestaande uit twee afgeronde bakstenen hoekpijlers, verbonden door een opvallend decoratieve, smeedijzeren balustrade, verving een eenvoudige gevelbekroning met het toevoegen van een derde bouwlaag in 1949. De drie bouwlagen werden strak afgebakend vanwege de verdiepte ligging van de vensterpartijen per bouwlaag en de zandstenen lijsten tussen de verschillende bouwlagen. Het inkomportaal in de linker travee ligt verdiept tegenover de rest van de gevel. De originele houten voordeur met bovenlicht met gehamerd glas bleef behouden. De deur werd, net zoals de keldergaten, volgens de bouwaanvraag van 1936 voorzien van smeedwerk volgens een geometrisch patroon. Vermoedelijk in 1949, met het toevoegen van de nieuwe gevelbekroning, werd dit smeedwerk vervangen door nieuw smeedwerk in een floraal motief voor zowel de deur, de keldergaten als de gevelbekroning. De rechtertravee werd op het gelijkvloers voorzien van een groot venster; een zijlicht vormt de overgang tussen de verdiepte voordeur en het brede venster. De architect R. De Plaen opteerde ervoor om met de toevoeging van een derde bouwlaag aansluiting te vinden bij het ontwerp van 1936. Zo is de derde bouwlaag een kopie van de tweede bouwlaag. In de deurtravee bevindt zich een eenvoudig rechthoekig venster in een verdiept gevelveld; in de venstertravee een breder rechthoekig venster, identiek aan dit op de gelijkvloerse verdieping, en eveneens verdiept. Het schrijnwerk werd, afgezien van de voordeur, vernieuwd en vervangen door modern schrijnwerk. De ramen, aanvankelijk voorzien van een horizontale verdeling in het midden van ieder raam, werden allemaal vervangen door identieke verticale ramen in eenvoudig, wit schrijnwerk.

De woning kent een klassieke enkelhuisverdeling zoals courant in de 19de en de eerste decennia van de 20ste eeuw. Toch verschilt de uiteindelijke invulling van de vertrekken aangezien werd geopteerd voor de realisatie van appartementen in de plaats van een eengezinswoning. De voordeur leidt tot een lange, maar smalle hal met een trappenkoker in het verlengde. Deze trappenkoker verschaft de toegang tot de kelder en de bovenverdiepingen. Deze deurtravee wordt aan de tuinzijde afgesloten door de natte ruimtes. De venstertravee omvat op het gelijkvloers een woon-, eetkamer en keuken volgens het systeem van enfilade. Deze plattegrond herhaalt zich op de verdiepingen waarbij een gevelbrede woonkamer aan de voorzijde van het gebouw werd voorzien, gevolgd door opnieuw een eetkamer en een keuken. Natte ruimtes bevinden zich opnieuw in het verlengde van de deurtravee. De herhaling van deze functies over de verschillende bouwlagen doet vermoeden dat de woning reeds in 1936 werd ingericht met twee appartementen, één per bouwlaag. Ook de toevoeging in 1949 bestond uit een appartement ter hoogte van de derde bouwlaag, identiek aan deze op de eerste verdieping.

  • Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 1936/164 (bouwvergunning 13.08.1936).

Auteurs: Elsen, Liedewij
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Modernistisch burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307190 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Leuven

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.