erfgoedobject

Villa The Cherry Pickers

bouwkundig element
ID
307204
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307204

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek

Villa in cottagestijl, genaamd “The Cherry Pickers”, gebouwd door Willy André Cracco naar een ontwerp uit 1936 van de broers-architecten Pierre en Jacques Viérin, in een vormgeving die aansluit op de toenmalige ontwerpen van hun bekendere oom Jozef Viérin en diens zoon Luc Viérin. J.B. De Cuyper en Zonen uit Gijzenzele trad op als verantwoordelijke aannemer. De naam “The Cherry Pickers” verwijst waarschijnlijk naar het cavalerieregiment van het Britse leger, officieel “The 11th Hussars” dat betrokken was bij de bevrijding van Gent begin september 1944, wat er kan op wijzen dat de villa pas na de Tweede Wereldoorlog werd afgewerkt of in gebruik genomen. De villa maakt deel uit van de wijk De Sterre die aangelegd werd rond 1930 naar een urbanisatieplan van architect Fritz Coppieters maar die voornamelijk na de Tweede Wereldoorlog homogeen bebouwd werd met grote villa’s in neotraditionele en cottagestijl, tussen de Kortrijksesteenweg, de Oudenaardsesteenweg en de De Pintelaan. Deze wijk omvat ook de Karel van de Woestijnestraat en de Maurice Maeterlinckstraat. 

Beschrijving

Vrijstaand ingeplant in de breedte van het perceel, op een L-vormige plattegrond met noordelijke uitbouw achteraan. De tuin omvat gemengde heesterbeplanting en decoratieve plantvakken afgezet met buxus, en wordt langs de straatzijde afgesloten door een sierhaag van haagliguster met een oprit tussen deels bewaarde lage bakstenen hekpijlers. Het gebouw telt twee bouwlagen onder een complex, overkragend dak (rode tegelpannen). Dit bestaat uit een centraal schilddak met de nok evenwijdig aan de straat, verlevendigd met dakkapellen en snijdende zadeldaken van verschillende hoogte aan de voor- en achterzijde, asymmetrisch bij de noordelijke uitbouw achteraan. Deze gevarieerde dakopbouw en de door puntgevels bekroonde risalieten van verschillende grootte aan de voor- en achterzijde geven de villa een asymmetrisch, pittoresk karakter, net zoals de hoog oprijzende schoorsteen op de noordelijke uitbouw. Die schoorsteen heeft dezelfde hoogte en afwerking (in decoratief metselwerk) als de twee symmetrisch aangebrachte schoorstenen in het achterdakvlak van het hoofdvolume.

Het gevelparement bestaat uit metselwerk van rode baksteen, gecombineerd met witsteen voor de plint en voor het centrale, monumentale venster in de voorgevel (met gevelhoge stijlen en accoladeboogvormige deuromlijsting). Het gevelparement van de twee centrale dakkapellen vooraan en van de uitkragende bovenverdieping aan de voor- en achtergevel en aan de zuidelijke zijgevel bestaat uit imitatievakwerk (bij de dakkapellen en de linkertravee van de voorgevel deels met gebogen stijlen), contrasterend uitgewerkt in zwart en wit (waarschijnlijk eik en witte mortel). Enkel bij de zuidelijke travee van de achtergevel wordt dit risaliet met vakwerk doorgetrokken tot op het maaiveld. In de voorgevel is ten slotte ook imitatievakwerk aangebracht in de tweede bouwlaag, tussen de risalieten maar dit wordt ingevuld met metselwerk in visgraatverband. Het schrijnwerk is in donker hout uitgewerkt (waarschijnlijk eik) en wordt ingevuld met ruitvormig glas in lood, donkergroen glas voor het centrale monumentale venster.

De planindeling wordt bepaald door de monumentale trappenhal (hall) die zich centraal vooraan bevindt en die naar Engels voorbeeld uitgewerkt is als een leefruimte en die zich naar buiten toe vertaald in het monumentale glas-in-loodraam. Achter die hall ligt een eetkamer die in een open verbinding staat met de ruime living die de volledige rechterzijde van de woning omvat. Links van de hall bevinden zich de meer functionele vertrekken: de garage met daarachter de keuken, bijkeuken en een aparte diensttrap. Op de eerste verdieping rechts, boven de living, bevindt zich de grote slaapkamer met vooraan een ensuite dressing, badkamer en WC. De rest van deze verdieping wordt ingenomen door vier slaapkamers en een tweede badkamer wat als een uitzonderlijke luxe kan beschouwd worden voor deze periode. De tweede verdieping, in het dak, was waarschijnlijk voorbehouden voor het dienstpersoneel, aangezien deze verdieping enkel betreden kan worden via de kleine diensttrap achteraan.  

  • Stadsarchief Gent, private bouwaanvragen reeks G12, 1936/C/2.
  • MEGANCK L. 2002: Bouwen te Gent in het Interbellum (1919-1939) : stedenbouw, onderwijs, patrimonium: een synthese, onuitgegeven doctoraatsverhandeling Kunstwetenschappen UGent, 68 en 195.

Auteurs: Himpe, Koen; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa The Cherry Pickers [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307204 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.