Villa in cottagestijl, gebouwd naar een ontwerp uit 1950 van architect Dan Grootaert.

Historiek

Villa in cottagestijl, gebouwd in opdracht van Maurice Michiels, naar een ontwerp uit 1950 van architect Dan Grootaert die vooral gekend is voor zijn modernistische oeuvre, maar ook diverse traditioneel geïnspireerde ontwerpen realiseerde. De villa maakt deel uit van de wijk De Sterre die aangelegd werd rond 1930 naar een urbanisatieplan van architect Fritz Coppieters maar die voornamelijk na de Tweede Wereldoorlog homogeen bebouwd werd met grote villa’s in neotraditionele stijl en cottagestijl, tussen de Kortrijksesteenweg, de Oudenaardsesteenweg en de De Pintelaan. Deze wijk omvat ook de Karel van de Woestijnestraat en de Maurice Maeterlinckstraat. 

Beschrijving

De woning is vrijstaand ingeplant in de breedte van het perceel, op een rechthoekige plattegrond met kleine uitbouwen aan de hoeken. Het gebouw telt twee bouwlagen onder een zadeldak met de nok dwars op de straat en met twee kleinere, snijdende zadeldaken van ongelijke grootte aan weerszijden, een uitbouw onder een kleiner zadeldak achteraan rechts, en een risaliet onder puntgevel vooraan links. Deze gevarieerde dakopbouw en door puntgevels bekroonde risalieten aan drie van de vier gevelzijden geven de villa een asymmetrisch, pittoresk karakter, net zoals de twee hoog oprijzende schoorstenen. Vooraan links leidt een oprit naar de ondergrondse, inpandige garage, geflankeerd door breukstenen muurtjes. Aan de straatzijde wordt de voortuin ook afgeboord met breukstenen muurtjes met deels bewaard houten hekwerk en hardstenen hekpijlers aan weerszijden van de oprit. De tuin omvat gemengde heesterbeplanting en wordt langs de straatzijde afgesloten door een sierhaag van haagliguster.

Het gevelparement bestaat grotendeels uit metselwerk van rode baksteen (“paepesteen”), in de punt van de voorgevel decoratief (schuin) opgevat. Ook de schoorstenen hebben decoratief metselwerk en de daken zijn bedekt met kleine rode tegelpannen. De plint van de woning is uitgevoerd in breuksteen, de muuromlijstingen (met neggen) en de dorpels in witsteen en het schrijnwerk in eik. De zijgevels hebben een witgeschilderde kroonlijst op klossen, wat ook geïmiteerd wordt met witsteen in de punt van de voorgevel. De puntgevels van de risalieten aan de straat- en zuidzijde zijn daarentegen ingevuld met witstenen, gestileerd imitatievakwerk met een decoratief motief. Aan de straatzijde wordt dit vakwerk doorgetrokken tot op de begane grond en opengewerkt met vensters op beide bouwlagen. Andere decoratieve elementen zijn getorste zuilen in witsteen, onder andere op de hoeken van de twee portieken, het wapenschild boven de hoofdingang en boven de zuidgevel van de eetkamer, en het halfronde balkon met gebuikte, smeedijzeren balustrade in de voorgevel. De meeste muuropeningen zijn bovenaan afgewerkt in een gestileerde accoladevorm (wat wijst op de Engelse inspiratie) en zijn ingevuld met een rechthoekige of ruitvormige roedeverdeling in glas in lood. Opvallend is het monumentale witstenen kruisvenster, centraal in de achtergevel ter hoogte van de traphal. 

Volgens de plannen bevindt de ingang tot de woning zich achteraan in de noordelijke zijgevel, voorafgegaan door een portiek en geflankeerd door een vestiaire met WC (aan de oostzijde) en een bureau (aan de westzijde). Deze inkom geeft uit op de ruime, dubbelhoge traphal met salon rond een haardhoek (“coin de feu”). Vooraan bevat deze hal een dubbele toegang tot de living-eetkamer die de voorste helft van de woning inneemt. Ook deze ruimte heeft een haardhoek die zich veruitwendigt in de noordgevel met een schoorsteenrisaliet. De uitsprong in de voorgevel wordt op de bouwplannen aangeduid als "bow window", wat opnieuw wijst op de Engelse inspiratie. Rond de zuidwestelijke hoek van de woning bevindt zich een L-vormig terras dat achteraan leidt tot een portiek met de dienstingang, een bijkeuken (“office”), apart sanitair en de keuken in de zuidoostelijke hoek van de woning. Op de eerste verdieping geeft de trappenhal rechtstreeks toegang tot twee grote slaapkamers (vooraan), twee kleinere slaapkamers en een badkamer. In de noordoostelijke hoek bevindt zich een afgesloten overloop die toegang verleent tot de linnenkamer en die ook een trap bevat naar de tweede verdieping onder het dak, met de slaapkamer voor de meid achteraan (met erker) en een zolder vooraan. De woning is volledig onderkelderd met vooraan een garage en wasplaats, en achteraan opslagplaatsen en verwarmingslokalen.